Je moet een vreemdeling in Jeruzalem zijn om niet te weten, dat er in de Staat der Nederlanden een troonswisseling plaats gaat vinden.
Radio en televisie staan er bol van en kranten hebben hele bijlagen er aan gewijd.
Ook diverse artiesten hebben op hun eigen manier een bijdrage geleverd.
Temidden van deze overvloed aan feitjes en weetjes vond ik in Trouw een zeer interessant staatje over hoe wij denken over de Staat der Nederlanden.
In deze diagram zijn twee nationale sportsymbolen opgenomen. Gezien de enorme aandacht in de media, die het voetbal krijgt, en dan met name het Nederlands elftal, vond ik het toch enigszins verrassend, dat schaatsen als nationaal symbool hoger scoorde dan het Nederlands elftal.
Op zich wel terecht, want schaatsen is een mooiere sport, hoe leuk voetbal ook kan zijn. Vooral ook, omdat je je eigen falen niet af kunt schuiven naar je medespelers. Ik citeer uit Trouw van zaterdag 27 april enkele uitspraken uit een interview met Koen Verweij, dat verscheen onder de kop "In het schaatsen kom je er niet met leefstijl van een voetballer".
Als jong talent verdiende hij bakken met geld en gaf dat net zo gemakkelijk weer uit aan de meest vreemde zaken. Tot een echte doorbraak kwam het echter nooit. Sven Kramer, nu opnieuw ploeggenoot van Verweij, vat de situatie van Verweij treffend samen: "Hij weet heel goed wat hij moet doen om topschaatser te zijn. Hij wist de laatste jaren echter niet wat hij ervoor moest laten."
Besmuikt lachend geeft Verweij toe dat een leven met grote auto's, veel geld en vrouwen niet erg past in de schaatswereld: "Ik was te veel richting het voetbal gegroeid. Maar zo'n leefstijl kun je in het schaatsen niet gebruiken, omdat je jezelf als individuele sporter nooit kunt verschuilen."
En zo is het maar net!
Zelf weet ik dat maar al te goed. Met te weinig training dacht ik in 1996 de Elfstedentocht uit te kunnen rijden. Ik werd flink met mijn neus op de feiten gedrukt. "Dit nooit weer!", dacht ik, en zelfs kramp in mijn kuit weerhield mij er niet van om in 1997 mij te kunnen revancheren. Sindsdien zorg ik er voor, dat ik dusdanig goed getraind ben, dat ik puur op grond van de basisconditie de Tocht der Tochten uit kan rijden.
Morgen gaan we een wereldprimeur beleven: nooit eerder is er iemand staatshoofd geworden, die de Elfstedentocht heeft uitgereden. Bij alle interviews, die gegeven zijn, is er helaas nooit diep ingegaan op het volbrengen van de Elfstedentocht door de kroonprins, toch een ultieme proeve van bekwaamheid. Ik neem tenminste aan, dat Willem-Alexander van Buren ook zijn inzinking(en) gehad moet hebben. Hoe zijn voorbereiding geweest is, hoe de tocht zelf verliep? We weten het niet. Maar één ding weten we wel: Koning Willem-Alexander van Buren heeft voldoende doorzettingsvermogen!
maandag 29 april 2013
zondag 28 april 2013
Henk Hakker veldloop
We hadden om 10 uur afgesproken bij het clubgebouw van de Leiden Road Runners Club voor de Henk Hakker Memorial. Hans Boers en ik zouden de derde en laatste 30 kilometer lopen als voorbereiding op de marathon van Leiden. Jaap de Gorter en Annerieke van der Beek gingen voor de 10 Engelse mijl, hetgeen inhield, dat ze aan de linkerkant van de weg zouden lopen.
Na een koude nacht, vooral op klomphoogte, was het voor de start een lastige temperatuur voor de kledingkeuze.
Uiteindelijk koos ik er toch voor om een zweethemd onder mijn loopshirt aan te trekken. Het grote voordeel is, dat je de mouwen letterlijk en figuurlijk makkelijk op kunt stropen.
Om half 11 gingen de 6 afstanden tegelijk van start. De eerste kilometer liepen we gelijk op met Annerieke en Jaap, die bij de brug over de Korte Vliet, geheel volgens de Britse traditie, linksaf bogen. Wij deden dat aan de overzijde van de brug, waar we via Allemansgeest een rondje langs de Korte Vliet liepen alvorens we op de Lammebrug af gingen.
We hadden een heerlijke cadans temidden van de lopers van de halve marathon en de 30 km. Met een klein groepje gingen we op de drinkpost bij het begin van de Vlietlanden af. Bij dit groepje liep de latere winnares bij de vrouwen, Céline Sira-de Voogd.
Wij namen de tijd om even wat te drinken, de rest van de groep liep door. Zo kwamen we als duo tussen twee groepen in te lopen. Op zich geen enkel probleem. We konden prima het marathontempo aanhouden. Het ging zo lekker, dat Hans zich liet ontvallen: "Dit kan ik uren volhouden. Ik zou het jammer vinden, als ik er al zou zijn." Dit citaat zou nooit uit de mond van Jaap de Gorter komen.
Het was druk op het fietspad. Vooral veel wielrenners waren actief. Onder hen was Kees Lelieveld, met wie ik iedere dinsdagavond in de Leidse IJshal schaats.
Even later kreeg Hans te maken met het euvel, waar ik dinsdagavond last van had. Hij moest nodig. Nu zijn er twee methoden om dit probleem op te lossen. De eerste is je handen gebruiken.
Maar als schaatser koos mijn trainingsmaat voor diep zitten. We verlieten het parcours en liepen een stuk bos in. Na de korte rustpauze vervolgden we de 30 km door over de grasstrook parallel aan het fietspad uit te lopen. Zo hadden we een veldloop van een kleine 2 km voor we bij de Vogelplas weer op het uitgezette parcours terug waren. Een kwartaal terug hadden we heel ander weer op de Vogelplas.
Langs "onze" natuurijsbaan passeerden we het 15-kilometerpunt in bijna 1.27. Het inlopen in de eerste km en de sanitaire stop meegerekend zaten we op een schema van 2.45. Op souplesse lopend gingen we door naar Leidschendam. In het bos hoorden we de vogels zingen. Genieten dus.
Bij de drinkpost namen we een Squeezy-gel, dronken thee en aten een stroopwafel.
Tijdens onze eet- en drinkpauze werden we door een tweetal andere lopers ingehaald. Eentje zagen we niet meer terug, de tweede wisten we op de Oostvlietweg te verschalken. Gelukkig stond de wind heel anders dan gisteren en was ze ook een stuk minder, want anders was de Oostvlietweg veranderd in een lange, winderige weg.
Met de wind in de rug ging het erg lekker. Het was een heerlijke temperatuur om in te lopen. Bij de drinkpost aan het eind van de Vlietlanden werden we nogmaals ingehaald door de man in het rode loopshirt. Pas bij de Lammebrug hadden we hem weer bijgehaald. Bij het tunneltje zag ik Jos van Teijlingen linksaf slaan met zijn fiets. Ik riep hard: "Hoi Jos!"
Dit ontlokte een reactie aan de man in het rode shirt. Hij bleek ook Jos te heten. Jos van de Pavoordt.
Met zijn drieën liepen we naar het clubhuis van LRRC, waar we met 2.27.14 aan het rondje van 3 km begonnen. We konden nog versnellen, zodat we als trio op een gedeelde 24e plaats hand in hand over de finish kwamen in 2.41.46. Een tijd, waar we tevreden over konden zijn. We liggen met deze negatieve split goed op schema voor een marathon onder de 4 uur.
Op het terras zaten Jaap en Annerieke in het zonnetje, na de ruim 16 km in 1.35 te hebben volbracht.
Hans en ik fietsten naar Voorschoten, waar we ieder op huis aan gingen. Zaterdagochtend staat de halve marathon weer op het programma. De marathon is niet voor mietjes.
Na een koude nacht, vooral op klomphoogte, was het voor de start een lastige temperatuur voor de kledingkeuze.
Uiteindelijk koos ik er toch voor om een zweethemd onder mijn loopshirt aan te trekken. Het grote voordeel is, dat je de mouwen letterlijk en figuurlijk makkelijk op kunt stropen.
Om half 11 gingen de 6 afstanden tegelijk van start. De eerste kilometer liepen we gelijk op met Annerieke en Jaap, die bij de brug over de Korte Vliet, geheel volgens de Britse traditie, linksaf bogen. Wij deden dat aan de overzijde van de brug, waar we via Allemansgeest een rondje langs de Korte Vliet liepen alvorens we op de Lammebrug af gingen.
We hadden een heerlijke cadans temidden van de lopers van de halve marathon en de 30 km. Met een klein groepje gingen we op de drinkpost bij het begin van de Vlietlanden af. Bij dit groepje liep de latere winnares bij de vrouwen, Céline Sira-de Voogd.
Wij namen de tijd om even wat te drinken, de rest van de groep liep door. Zo kwamen we als duo tussen twee groepen in te lopen. Op zich geen enkel probleem. We konden prima het marathontempo aanhouden. Het ging zo lekker, dat Hans zich liet ontvallen: "Dit kan ik uren volhouden. Ik zou het jammer vinden, als ik er al zou zijn." Dit citaat zou nooit uit de mond van Jaap de Gorter komen.
Het was druk op het fietspad. Vooral veel wielrenners waren actief. Onder hen was Kees Lelieveld, met wie ik iedere dinsdagavond in de Leidse IJshal schaats.
Even later kreeg Hans te maken met het euvel, waar ik dinsdagavond last van had. Hij moest nodig. Nu zijn er twee methoden om dit probleem op te lossen. De eerste is je handen gebruiken.
Maar als schaatser koos mijn trainingsmaat voor diep zitten. We verlieten het parcours en liepen een stuk bos in. Na de korte rustpauze vervolgden we de 30 km door over de grasstrook parallel aan het fietspad uit te lopen. Zo hadden we een veldloop van een kleine 2 km voor we bij de Vogelplas weer op het uitgezette parcours terug waren. Een kwartaal terug hadden we heel ander weer op de Vogelplas.
Langs "onze" natuurijsbaan passeerden we het 15-kilometerpunt in bijna 1.27. Het inlopen in de eerste km en de sanitaire stop meegerekend zaten we op een schema van 2.45. Op souplesse lopend gingen we door naar Leidschendam. In het bos hoorden we de vogels zingen. Genieten dus.
Bij de drinkpost namen we een Squeezy-gel, dronken thee en aten een stroopwafel.
Tijdens onze eet- en drinkpauze werden we door een tweetal andere lopers ingehaald. Eentje zagen we niet meer terug, de tweede wisten we op de Oostvlietweg te verschalken. Gelukkig stond de wind heel anders dan gisteren en was ze ook een stuk minder, want anders was de Oostvlietweg veranderd in een lange, winderige weg.
Met de wind in de rug ging het erg lekker. Het was een heerlijke temperatuur om in te lopen. Bij de drinkpost aan het eind van de Vlietlanden werden we nogmaals ingehaald door de man in het rode loopshirt. Pas bij de Lammebrug hadden we hem weer bijgehaald. Bij het tunneltje zag ik Jos van Teijlingen linksaf slaan met zijn fiets. Ik riep hard: "Hoi Jos!"
Dit ontlokte een reactie aan de man in het rode shirt. Hij bleek ook Jos te heten. Jos van de Pavoordt.
Met zijn drieën liepen we naar het clubhuis van LRRC, waar we met 2.27.14 aan het rondje van 3 km begonnen. We konden nog versnellen, zodat we als trio op een gedeelde 24e plaats hand in hand over de finish kwamen in 2.41.46. Een tijd, waar we tevreden over konden zijn. We liggen met deze negatieve split goed op schema voor een marathon onder de 4 uur.
Op het terras zaten Jaap en Annerieke in het zonnetje, na de ruim 16 km in 1.35 te hebben volbracht.
Hans en ik fietsten naar Voorschoten, waar we ieder op huis aan gingen. Zaterdagochtend staat de halve marathon weer op het programma. De marathon is niet voor mietjes.
zaterdag 27 april 2013
"Het heeft Hare Majesteit behaagd...."
Gisteren was de traditionele lintjesregen. Op mijn werk merkte ik daar niet zo veel van. Het was naar mijn gevoel meer gewone regen, die naar beneden kwam. Ik kwam lang de kamer van het hoofd frontoffice, die gezeten was achter 2 computers op haar bureau. Nu ben ik wel wat gewend. In mijn jeugdjaren ging ik wel eens naar concerten van symfonische popgroepen, waarbij de toetsenist regelmatig gezeten was achter 2 en soms zelfs 3 synthesizers of orgels.
Het zag er imposant uit, waarop ik niet na kon laten tegen Irene te zeggen: "Weer geen lintje gehad, Irene?"
"Nee", was haar antwoord: "En Gerard Joling wel. Ik weet niet, wat wij verkeerd doen?"
Dat wist ik uiteraard ook niet en ik begaf mij naar de uitlening, waar ik op dat moment dienst had.
Vanmorgen startte Siebe de computer op en zag op Facebook, dat mijn oudste broer Kees geridderd was!
"Krijg nou wat", zei ik, maar het was hem uiteraard van harte gegund. Kees is in de wereld van de bollentelers een gevestigde naam. Als jongere won hij tal van wedstrijden bij het herkennen van bollen. Hij kon van 300 verschillende bollen, die hem voorgezet werden, zo zeggen, welke het was, wat de vorm, de kleur en andere kenmerken waren enzovoorts. Hij is jaren keurmeester bij de Hobaho geweest, na een aantal jaren een eigen bollenbedrijf te hebben gehad. Ik was in de jaren '70 altijd verzekerd van een vakantiebaantje.
Ondanks dat hij al 10 jaar AOW-er is, is hij nog steeds actief bezig, met name in het kweken van bijzondere bollensoorten. Vaak zijn het oude soorten, die zonder liefhebbers als mijn broer vermoedelijk al uitgestorven zouden zijn. Het behoud van biodiversiteit, die trouwens in deze tijd van het jaar een lust voor het oog is.
Op 75-jarige leeftijd is mijn broer, die 2 dagen ouder is dan Koningin Beatrix, gisteren met een smoes naar het gemeentehuis van Noordwijkerhout gelokt, waar hij pas doorhad, dat er iets stond te gebeuren, toen hij zijn 5 kinderen daar zag. Daar klonken de befaamde woorden: "Het heeft Hare Majesteit behaagd...."
Nu waren we van plan, om vanmiddag op zijn land te gaan kijken, daar er een open dag was. Na vanmorgen boodschappen te hebben gedaan bij "De Helianth", fietsten Siebe, Ana, Ada en ik naar Voorhout, waar we aan de vele vormen en kleuren in een paar bloembedden konden zien, waar het door Kees gehuurde land lag.
Kees was met iemand anders langs de bloemenweelde aan het wandelen, dus wij wachtten bij zijn kleinzoon Bastiaan, tot we ridder Kees konden feliciteren.
Wijzend op de lieslaarzen aan zijn voeten zei hij: "Je ziet het. Ik loop nog niet naast mijn schoenen."
Terwijl hij andere mensen te woord stond, leidde Bastiaan ons rond. We namen eerst de narcissen. Normaal zijn die allang uitgebloeid, maar nu waren ze op hun mooist. Staand voor de bloembedden met narcissen in alle vormen en maten merkte Siebe gevat op: "Vijftig tinten geel."
Na een wandeling tussen de narcissen door begaven we ons naar de (botanische) tulpen.
Het was volop genieten van de enorme variëteit in vorm en kleur, waarbij we over een paar weken nog eens op herhaling kunnen ook. Dit waren alleen de vroege tulpen.
Bij het weggaan splitsten we ons in tweeën. Ada, Ana en Siebe gingen naar Huis Dever, waar ze de tentoonstelling van Eric Breed gingen bekijken.
De foto's van de tentoonstelling kwamen uit het door Eric geschreven boek "Lost tulips".
Nu had de zoon van Kees nog 2 fotoboeken gemaakt. "Tulip fields of Holland" en "Going wild for tulips".
Het bovenste boek staat vol prachtige foto's over de Bollenstreek op zijn mooist. Wij gaan vaak gedachteloos aan de schoonheid ervan voorbij, maar miljoenen toeristen uit de hele wereld vinden het een reis waard.
Het tweede boek is een fotoverslag van de oorsprong van "onze" tulpen: de bergen van Centraal-Azië.
In Huis Dever kwamen ze Eric tegen, die in gesprek was met Anneke, de vrouw van Jan Beenakker, die diverse boeken over de Bollenstreek op zijn naam heeft staan.
Maar Anneke en Jan ken ik vooral van de vele feesten, die ik met de familie Beenakker heb mogen vieren. Ik had het leuk gevonden, hen weer te ontmoeten, maar ik had een afspraak staan met Jaap de Gorter, waarbij we ook zeer veel lol hadden om de voorbereiding van, ik durf het woord bijna niet in mijn mond te nemen, een schelmenstreek.
Ik nam als laatste bij de bollenschuur afscheid van mijn geridderde broer. Menigeen zal denken: goed voorbeeld doet goed volgen. En dat klopt. Als jullie het niet verder vertellen, zal ik jullie een geheim verklappen: ik gaf het goede voorbeeld. Ik ben namelijk ook geridderd. Het geschiedde in 1981 in Yorkshire. Het was een van mijn eerste fietsvakanties met Ada. Een zestal Hollandse fietsers zat na een dagje heuvelachtig terrein in een pub bij Stamford Bridge, waar in de Middeleeuwen een historische slag plaats vond. Aan de wand hing een oud zwaard.
We raakten met de barman aan de praat en tot mijn stomme verbazing en tot grote vreugde van mijn vrienden werd ik aan het eind van de avond door de barkeeper met dat zwaard tot ridder geslagen. Ik ben er nog steeds niet uit, tot welke orde ik behoor, maar ik was in ieder geval geen ridder in de orde van Oranje-Nassau.
Maar wellicht kan ik Koning Willem-Alexander op een andere wijze dienen. Bij de door mij geliefde geschiedenislessen heb ik ooit vernomen, dat iedere koning recht heeft op een hofnar....
Het zag er imposant uit, waarop ik niet na kon laten tegen Irene te zeggen: "Weer geen lintje gehad, Irene?"
"Nee", was haar antwoord: "En Gerard Joling wel. Ik weet niet, wat wij verkeerd doen?"
Dat wist ik uiteraard ook niet en ik begaf mij naar de uitlening, waar ik op dat moment dienst had.
Vanmorgen startte Siebe de computer op en zag op Facebook, dat mijn oudste broer Kees geridderd was!
"Krijg nou wat", zei ik, maar het was hem uiteraard van harte gegund. Kees is in de wereld van de bollentelers een gevestigde naam. Als jongere won hij tal van wedstrijden bij het herkennen van bollen. Hij kon van 300 verschillende bollen, die hem voorgezet werden, zo zeggen, welke het was, wat de vorm, de kleur en andere kenmerken waren enzovoorts. Hij is jaren keurmeester bij de Hobaho geweest, na een aantal jaren een eigen bollenbedrijf te hebben gehad. Ik was in de jaren '70 altijd verzekerd van een vakantiebaantje.
Ondanks dat hij al 10 jaar AOW-er is, is hij nog steeds actief bezig, met name in het kweken van bijzondere bollensoorten. Vaak zijn het oude soorten, die zonder liefhebbers als mijn broer vermoedelijk al uitgestorven zouden zijn. Het behoud van biodiversiteit, die trouwens in deze tijd van het jaar een lust voor het oog is.
Op 75-jarige leeftijd is mijn broer, die 2 dagen ouder is dan Koningin Beatrix, gisteren met een smoes naar het gemeentehuis van Noordwijkerhout gelokt, waar hij pas doorhad, dat er iets stond te gebeuren, toen hij zijn 5 kinderen daar zag. Daar klonken de befaamde woorden: "Het heeft Hare Majesteit behaagd...."
Nu waren we van plan, om vanmiddag op zijn land te gaan kijken, daar er een open dag was. Na vanmorgen boodschappen te hebben gedaan bij "De Helianth", fietsten Siebe, Ana, Ada en ik naar Voorhout, waar we aan de vele vormen en kleuren in een paar bloembedden konden zien, waar het door Kees gehuurde land lag.
Kees was met iemand anders langs de bloemenweelde aan het wandelen, dus wij wachtten bij zijn kleinzoon Bastiaan, tot we ridder Kees konden feliciteren.
Wijzend op de lieslaarzen aan zijn voeten zei hij: "Je ziet het. Ik loop nog niet naast mijn schoenen."
Terwijl hij andere mensen te woord stond, leidde Bastiaan ons rond. We namen eerst de narcissen. Normaal zijn die allang uitgebloeid, maar nu waren ze op hun mooist. Staand voor de bloembedden met narcissen in alle vormen en maten merkte Siebe gevat op: "Vijftig tinten geel."
Na een wandeling tussen de narcissen door begaven we ons naar de (botanische) tulpen.
Het was volop genieten van de enorme variëteit in vorm en kleur, waarbij we over een paar weken nog eens op herhaling kunnen ook. Dit waren alleen de vroege tulpen.
Bij het weggaan splitsten we ons in tweeën. Ada, Ana en Siebe gingen naar Huis Dever, waar ze de tentoonstelling van Eric Breed gingen bekijken.
De foto's van de tentoonstelling kwamen uit het door Eric geschreven boek "Lost tulips".
Nu had de zoon van Kees nog 2 fotoboeken gemaakt. "Tulip fields of Holland" en "Going wild for tulips".
Het bovenste boek staat vol prachtige foto's over de Bollenstreek op zijn mooist. Wij gaan vaak gedachteloos aan de schoonheid ervan voorbij, maar miljoenen toeristen uit de hele wereld vinden het een reis waard.
Het tweede boek is een fotoverslag van de oorsprong van "onze" tulpen: de bergen van Centraal-Azië.
In Huis Dever kwamen ze Eric tegen, die in gesprek was met Anneke, de vrouw van Jan Beenakker, die diverse boeken over de Bollenstreek op zijn naam heeft staan.
Maar Anneke en Jan ken ik vooral van de vele feesten, die ik met de familie Beenakker heb mogen vieren. Ik had het leuk gevonden, hen weer te ontmoeten, maar ik had een afspraak staan met Jaap de Gorter, waarbij we ook zeer veel lol hadden om de voorbereiding van, ik durf het woord bijna niet in mijn mond te nemen, een schelmenstreek.
Ik nam als laatste bij de bollenschuur afscheid van mijn geridderde broer. Menigeen zal denken: goed voorbeeld doet goed volgen. En dat klopt. Als jullie het niet verder vertellen, zal ik jullie een geheim verklappen: ik gaf het goede voorbeeld. Ik ben namelijk ook geridderd. Het geschiedde in 1981 in Yorkshire. Het was een van mijn eerste fietsvakanties met Ada. Een zestal Hollandse fietsers zat na een dagje heuvelachtig terrein in een pub bij Stamford Bridge, waar in de Middeleeuwen een historische slag plaats vond. Aan de wand hing een oud zwaard.
We raakten met de barman aan de praat en tot mijn stomme verbazing en tot grote vreugde van mijn vrienden werd ik aan het eind van de avond door de barkeeper met dat zwaard tot ridder geslagen. Ik ben er nog steeds niet uit, tot welke orde ik behoor, maar ik was in ieder geval geen ridder in de orde van Oranje-Nassau.
Maar wellicht kan ik Koning Willem-Alexander op een andere wijze dienen. Bij de door mij geliefde geschiedenislessen heb ik ooit vernomen, dat iedere koning recht heeft op een hofnar....
vrijdag 26 april 2013
Koningsspelen
Er werd in bepaalde kringen een beetje meewarig gedaan, toen aanstaand koning Willem-Alexander met het idee op de proppen kwam om ter ere van de kroning Koningsspelen te organiseren. Mij zul je niet in dit koor der klagers vinden. Ik vind het namelijk een uitstekend idee.
Als ik mijn jeugdjaren in ogenschouw neem: in iedere klas zat wel een dikkerdje, en een enkele keer twee. Als ik nu klassen zie binnenkomen in de bibliotheek, dan ligt het percentage dikkerdjes een factor 10 hoger. De kinderen bewegen gewoon te weinig. Niet zo vreemd, als je bijna overal naar toe gebracht wordt met de auto. Wij moesten gewoon fietsen.
Daarnaast is er op straat, door de vele parkeerplaatsen en het drukkere autoverkeer, ook veel minder ruimte om te spelen.
Het is dus goed, als kinderen meer gaan bewegen. De Koningsspelen zijn daar een prima aanzet toe. Tegelijkertijd wordt door de heilige 3% Nederland zo ongeveer kapot bezuinigd, waardoor ook veel vakleerkrachten gymnastiek hun baan verliezen. Het is inderdaad veel slimmer, om hen in de bijstand te hebben dan voor de klas! Zodoende gaat het goed bedoelde effect van de Koningsspelen geheel verloren.
Hetzelfde is geschied met het met evenveel goede bedoelingen gelanceerde Koningslied.
Het lied voldeed volledig aan het manco van veel Nederlandse liedjes: het is het net niet.
Wat dat aangaat kunnen we het beter maar houden bij de volkse humor van André van Duin.
Het achterliggende probleem is, dat we in ons land geen echte muziekcultuur hebben zoals in bijvoorbeeld Engeland. Om over die van Ierland maar te zwijgen.
Maar ja, dat land heeft als land dan ook de harp als nationaal symbool, zoals ook op de euro is te zien.
En wat doen wij in Nederland: we bezuinigen flink op cultuur, en dus ook op muziek, zowel op uitvoeringen als op muziekonderwijs. En maar klagen, dat we steevast struikelen in de voorronde van het Eurovisie-songfestival....
Wellicht dat het met Anouk een keer gaat lukken.
Met het Koningslied gaat dat in ieder geval niet gebeuren.
Voor hoe het ook kan, verwijs ik graag naar de muzikaal veel beter in elkaar zittende "Krönungsmesse" van Wolfgang Amadeus Mozart.
Niet toevallig. Oostenrijk heeft een heel wat rijkere muziekcultuur.
En wij? Wij behelpen ons gewoon.
Als ik mijn jeugdjaren in ogenschouw neem: in iedere klas zat wel een dikkerdje, en een enkele keer twee. Als ik nu klassen zie binnenkomen in de bibliotheek, dan ligt het percentage dikkerdjes een factor 10 hoger. De kinderen bewegen gewoon te weinig. Niet zo vreemd, als je bijna overal naar toe gebracht wordt met de auto. Wij moesten gewoon fietsen.
Daarnaast is er op straat, door de vele parkeerplaatsen en het drukkere autoverkeer, ook veel minder ruimte om te spelen.
Het is dus goed, als kinderen meer gaan bewegen. De Koningsspelen zijn daar een prima aanzet toe. Tegelijkertijd wordt door de heilige 3% Nederland zo ongeveer kapot bezuinigd, waardoor ook veel vakleerkrachten gymnastiek hun baan verliezen. Het is inderdaad veel slimmer, om hen in de bijstand te hebben dan voor de klas! Zodoende gaat het goed bedoelde effect van de Koningsspelen geheel verloren.
Hetzelfde is geschied met het met evenveel goede bedoelingen gelanceerde Koningslied.
Het lied voldeed volledig aan het manco van veel Nederlandse liedjes: het is het net niet.
Wat dat aangaat kunnen we het beter maar houden bij de volkse humor van André van Duin.
Het achterliggende probleem is, dat we in ons land geen echte muziekcultuur hebben zoals in bijvoorbeeld Engeland. Om over die van Ierland maar te zwijgen.
Maar ja, dat land heeft als land dan ook de harp als nationaal symbool, zoals ook op de euro is te zien.
En wat doen wij in Nederland: we bezuinigen flink op cultuur, en dus ook op muziek, zowel op uitvoeringen als op muziekonderwijs. En maar klagen, dat we steevast struikelen in de voorronde van het Eurovisie-songfestival....
Wellicht dat het met Anouk een keer gaat lukken.
Met het Koningslied gaat dat in ieder geval niet gebeuren.
Voor hoe het ook kan, verwijs ik graag naar de muzikaal veel beter in elkaar zittende "Krönungsmesse" van Wolfgang Amadeus Mozart.
Niet toevallig. Oostenrijk heeft een heel wat rijkere muziekcultuur.
En wij? Wij behelpen ons gewoon.
donderdag 25 april 2013
Ausdauer
Ausdauer betekent volgens het Prisma woordenboek Duits-Nederlands uithoudingsvermogen, volharding.
Misschien is het typisch Duits te noemen, dat ze één woord hebben, waar bij ons uithoudingsvermogen en het toch vaker gebruikte doorzettingsvermogen twee aparte woorden zijn.
In een niet eens zo ver verleden kenmerkte het Duitse voetbal zich vooral door het enorme loopvermogen van de spelers. Op zich is dit natuurlijk een prima, dat je een gebrek aan technische superioriteit compenseert door iets, wat eenvoudiger trainbaar is: loopvermogen. Het strijdmiddel betaalde zich vooral in de laatste minuten uit, als de tegenstander fysiek gesloopt was. Want wij weten: Duitsers geven nooit op! Uli Hoeness, de voormalige sterspeler en huidige voorzitter van Bayern München, deed dat op zijn eigen manier. Hij gaf niet al zijn inkomsten van ettelijke miljoenen op aan de Duitse belastingdienst....
Er zat echter een keerzijde aan het Duitse voetbal, ondanks alle successen: het zag er niet uit! Zo'n beetje als het schaatsen van Gunda Niemann. Het deed pijn aan je ogen, maar het was o zo effectief.
Maar met het WK voetballen in Duitsland in 2006 gebeurde er iets heel vreemds: onze Oosterburen gingen heel mooi voetballen. En wat nog nooit vertoond was, geschiedde. Nederlanders gingen het Duitse voetbal steeds meer waarderen. Zij spelen gewoon, zoals wij willen, dat Oranje en de Nederlandse clubs voetballen.
De waardering werd zo groot, dat vorig jaar veel Hollanders hoopten, dat Bayern München de Champions League zou winnen, en dit jaar is het niet anders. Na de vernedering van Barcelona door de Beieren volgde gisteren de ontgoocheling van Real Madrid door Borussia Dortmund met 4-1. En de mannen uit het Ruhrgebied hoefden daar dit keer niet eens voor te wachten tot de blessuretijd.
De kans op een Duits-Duitse finale is dus zeer groot. En dat met twee aanvallend ingestelde ploegen!
Raf Willems, schrijver van diverse voetbalboeken, schreef een aanbevelingswaardig boek over het Duitse voetbal. Ausdauer hadden de Duitsers altijd al, maar nu ze ook technisch zeer verzorgd gaan voetballen wordt het zeer lastig om onze Oosterburen te kloppen. En als voetballiefhebber vind ik dat niet een erg.
Zelf ben ik met voetballen niet verder gekomen dan DIOS 8. Een gebrek aan techniek en indertijd ook zeer zeker aan Ausdauer. Een schrale troost. Bij het roeien bereik je het hoogste, als je in de Holland 8 aan mag treden.
Met mijn voetbaltechniek ben ik naderhand niet veel verder gekomen. Met de schaatstechniek lag dat gelukkig toch een slagje anders! Ook de Ausdauer is met sprongen vooruit gegaan.
Daar ik niet tevreden was over mijn prestatie bij de Fit Your Body Run van dinsdagavond, had ik mezelf vanmorgen, geheel in de voetbaltraditie, een straftraining opgelegd. In plaats van de geplande 10 km liep ik er vandaag 12 en ook nog in een hoger tempo, dan ik gebruikelijk loop als ik in mijn eentje train. Waarbij ik bij het blokje Parallelweg A44, Papelaan, Velostrada en het fietspad langs de Stevenshof de Oranjetrein zag passeren.
Ik ging dan wel niet in sneltreinvaart, maar ik nam wel het goede voorbeeld van de Duitsers over: investeren in Ausdauer. Dat betaalt zichzelf vroeger of later uit.
Misschien is het typisch Duits te noemen, dat ze één woord hebben, waar bij ons uithoudingsvermogen en het toch vaker gebruikte doorzettingsvermogen twee aparte woorden zijn.
In een niet eens zo ver verleden kenmerkte het Duitse voetbal zich vooral door het enorme loopvermogen van de spelers. Op zich is dit natuurlijk een prima, dat je een gebrek aan technische superioriteit compenseert door iets, wat eenvoudiger trainbaar is: loopvermogen. Het strijdmiddel betaalde zich vooral in de laatste minuten uit, als de tegenstander fysiek gesloopt was. Want wij weten: Duitsers geven nooit op! Uli Hoeness, de voormalige sterspeler en huidige voorzitter van Bayern München, deed dat op zijn eigen manier. Hij gaf niet al zijn inkomsten van ettelijke miljoenen op aan de Duitse belastingdienst....
Er zat echter een keerzijde aan het Duitse voetbal, ondanks alle successen: het zag er niet uit! Zo'n beetje als het schaatsen van Gunda Niemann. Het deed pijn aan je ogen, maar het was o zo effectief.
Maar met het WK voetballen in Duitsland in 2006 gebeurde er iets heel vreemds: onze Oosterburen gingen heel mooi voetballen. En wat nog nooit vertoond was, geschiedde. Nederlanders gingen het Duitse voetbal steeds meer waarderen. Zij spelen gewoon, zoals wij willen, dat Oranje en de Nederlandse clubs voetballen.
De waardering werd zo groot, dat vorig jaar veel Hollanders hoopten, dat Bayern München de Champions League zou winnen, en dit jaar is het niet anders. Na de vernedering van Barcelona door de Beieren volgde gisteren de ontgoocheling van Real Madrid door Borussia Dortmund met 4-1. En de mannen uit het Ruhrgebied hoefden daar dit keer niet eens voor te wachten tot de blessuretijd.
De kans op een Duits-Duitse finale is dus zeer groot. En dat met twee aanvallend ingestelde ploegen!
Raf Willems, schrijver van diverse voetbalboeken, schreef een aanbevelingswaardig boek over het Duitse voetbal. Ausdauer hadden de Duitsers altijd al, maar nu ze ook technisch zeer verzorgd gaan voetballen wordt het zeer lastig om onze Oosterburen te kloppen. En als voetballiefhebber vind ik dat niet een erg.
Zelf ben ik met voetballen niet verder gekomen dan DIOS 8. Een gebrek aan techniek en indertijd ook zeer zeker aan Ausdauer. Een schrale troost. Bij het roeien bereik je het hoogste, als je in de Holland 8 aan mag treden.
Met mijn voetbaltechniek ben ik naderhand niet veel verder gekomen. Met de schaatstechniek lag dat gelukkig toch een slagje anders! Ook de Ausdauer is met sprongen vooruit gegaan.
Daar ik niet tevreden was over mijn prestatie bij de Fit Your Body Run van dinsdagavond, had ik mezelf vanmorgen, geheel in de voetbaltraditie, een straftraining opgelegd. In plaats van de geplande 10 km liep ik er vandaag 12 en ook nog in een hoger tempo, dan ik gebruikelijk loop als ik in mijn eentje train. Waarbij ik bij het blokje Parallelweg A44, Papelaan, Velostrada en het fietspad langs de Stevenshof de Oranjetrein zag passeren.
Ik ging dan wel niet in sneltreinvaart, maar ik nam wel het goede voorbeeld van de Duitsers over: investeren in Ausdauer. Dat betaalt zichzelf vroeger of later uit.
woensdag 24 april 2013
Messi in de achterhoede
Geen weldenkende trainer zou het in zijn hoofd halen om Lionel Messi, de beste voetballer ter wereld, in de achterhoede te posteren. Ook al zou hij het daar waarschijnlijk ook goed doen. Maar gisteren was het niet de avond van Messi. Zijn Barcelona werd op alle fronten afgetroefd door een ontketend Bayern München en met 4-0 afgedroogd.
Nu had ik zelf ook niet helemaal mijn avond. Om kwart over 7 was de start van de Fit Your Body Run in Noordwijkerhout.
Om 5 uur sprong ik op mijn werk op de fiets naar huis, waar ik een restje eten van de dag ervoor opwarmde. Het was een Spaanse bonenschotel met een beetje chorizo. Om half 7 vertrokken Hans Boers, Jaap de Gorter en de echtgenoot van de jarige Ada vanaf ons huis naar het terrein van de Sint-Bavo. Daar waren nog twee IJVL-ers aanwezig: Andrea Landman.
En Patrick Keizer.
Het was lekker weer om te lopen. Een avondzonnetje, een temperatuur van een graad of 10 en bijna windstil. De omstandigheden waren dus goed.
De man, die vanaf het keukentrapje het startschot zou lossen, gaf aan, dat er een nieuw parcours was. Tevens zei hij, dat er nog wel wat verkeer over het terrein van de Sint-Bavo reed, dus dat we als lopers wel moesten moesten blijven letten: "We zijn onderverzekerd!"
Meteen na het beginsignaal ging Jaap er met een vliegende start vandoor. Hij nam direct een voorsprong op me en bleef de volle 10 km voor me uit lopen. Dit was nog nooit vertoond!
Hij liep zelfs kilometerslang op kop van een groep.
Hans liep de eerste kilometer bij me.
Ook hij versnelde. Ik moest passen en toezien, hoe ook hij langzaam maar zeker steeds verder van me wegliep.
Desondanks ging de eerste ronde best nog goed. Met een tijd van 12 minuten zou er een eindtijd van 48 minuten uit de bus rollen. Met de halve marathon van afgelopen zondag nog in de benen vond ik dat heel acceptabel.
Het tweede rondje, dat trouwens mooier was dan dat van de vorige jaargangen, ging een seconde of 20 langzamer. Daar viel nog mee te leven, maar wat vervelender was, was dat de chorizo uit het eten op begon te spelen. Ik moest regelmatig boeren. Gelukkig zwom ik tussen twee groepjes, dus niemand had verder last van deze onsmakelijke geluiden.
De derde ronde vertoonde al wat meer verval, maar ik had wel een morele opsteker. Halverwege deze ronde had ik de eerste loper op een rondje gezet. Deze liep in een Barcelona-shirt met Messi erop.
Een ongewoon verschijnsel: Messi in de achterhoede. Achteraf bleek het symbolisch voor de oorwassing, die deze stervoetballer van onze Oosterburen gisterenavond zou krijgen.
Zelf had ik op dat moment andere problemen: ik voelde, dat ik naar de w.c. moest. Er waren twee opties: na de derde ronde, met een tussenstop en dus een slechte tijd, of op hoop van zegen toch maar doorlopen naar de finish.
Ik koos voor de laatste mogelijkheid en ik moet zeggen: dat liep niet lekker. Ik wist met de hakken over de sloot binnen de 50 minuten te blijven: 49.56.
Normaal gesproken krijg je na zo'n zwakke tijd geen beker, maar vandaag wel. Geheel in de geest van deze maand was het een oranje drinkbeker met Fit Your Body Run erop. En ik wist wel, hoe ik me fitter kon gaan voelen: zo snel mogelijk naar het toilet.
Opgelucht en wat lichter verliet ik het kleinste kamertje.
Daarna ging ik naar de grote kleedkamer, waar ik een verfrissende douche nam.
Buiten gekomen zag ik "Messi" in de vorm van een jonge vrouw met lang blond haar, als nummer laatst binnenkomen in 1.19.14.
Wij vertrokken met zijn vijven naar Hen en Corine van den Haak, waar we een gezellige avond hadden. Dat kon van Lionel Messi niet gezegd worden....
dinsdag 23 april 2013
Panbos
Het nieuws werd gisteren beheerst door de bedreiging op internet, waardoor alle scholen in Leiden gesloten waren. Een paar collega's hadden zodoende onverwachts kinderen, die een dagje vrij waren.
Behalve wat vaker het nieuws uit Leiden volgen dan gebruikelijk, was het verder een vrij normale werkdag. Vrij normaal, want er was nog iets, wat de dag anders maakte. We hadden een personeelsetentje. Deze zou in het Pannenkoekenhuis in het Panbos zijn.
Voordat we om kwart voor 7 naar binnen konden, maakten we met bijna alle personeelsleden een wandeling door het Panbos. We zouden om 6 uur bij de ingang verzamelen.
Om kwart over 5 zat ik op de fiets voor een ritje door de duinen. Op de Boulevard zag ik mijn trainingsmaat Hans van der Plas, die net 10 kilometer gelopen had. Deze "Krasse knar" is net als zijn coördinator al druk in training voor het schaatsseizoen 2013-2014. Langs het duingebied, waar ik zeer veel trainingskilometers met Hans Boers heb gemaakt, fietste ik met een prachtige omweg naar het Panbos.
Het duinbos zag er qua bladgroen heel anders uit als bij de Halve marathon van Katwijk eind september. Op diverse plekken zag je bloesems, die je normaal gesproken eind maart te zien krijgt.
Nu waren er collega's, die het vreemd vonden, dat we geen herten te zien kregen. Gezien het kabaal, dat mijn vrouwelijke collega's wisten te produceren, vond ik dat niet zo heel gek.
Dat kabaal ging trouwens door in het Pannenkoekenhuis, al moet ik er eerlijkheidshalve aan toevoegen, dat ik daar met luide lachsalvo's flink aan meedeed. Vooral toen een collega begon over paaldansen zag ik dat al helemaal voor ogen.
Ik zag haar al staan in een roze latex pakje met veren! Mannen zijn nu eenmaal beelddenkers. Ik had al met al een prima avond.
Dat gold ook voor Leanne. Zij had haar afscheidsavond bij de bibliotheek met een mand met cadeaus, die ze van haar bijna ex-collega's meekreeg, nu ze een andere baan gevonden had.
En terwijl wij onze pannenkoeken verorberden verscheen er een hert, die in het gras langs de kant van het wandelpad een maaltje gras at. Dit maakte de gezellige avond in het Panbos compleet.
Behalve wat vaker het nieuws uit Leiden volgen dan gebruikelijk, was het verder een vrij normale werkdag. Vrij normaal, want er was nog iets, wat de dag anders maakte. We hadden een personeelsetentje. Deze zou in het Pannenkoekenhuis in het Panbos zijn.
Voordat we om kwart voor 7 naar binnen konden, maakten we met bijna alle personeelsleden een wandeling door het Panbos. We zouden om 6 uur bij de ingang verzamelen.
Om kwart over 5 zat ik op de fiets voor een ritje door de duinen. Op de Boulevard zag ik mijn trainingsmaat Hans van der Plas, die net 10 kilometer gelopen had. Deze "Krasse knar" is net als zijn coördinator al druk in training voor het schaatsseizoen 2013-2014. Langs het duingebied, waar ik zeer veel trainingskilometers met Hans Boers heb gemaakt, fietste ik met een prachtige omweg naar het Panbos.
Het duinbos zag er qua bladgroen heel anders uit als bij de Halve marathon van Katwijk eind september. Op diverse plekken zag je bloesems, die je normaal gesproken eind maart te zien krijgt.
Nu waren er collega's, die het vreemd vonden, dat we geen herten te zien kregen. Gezien het kabaal, dat mijn vrouwelijke collega's wisten te produceren, vond ik dat niet zo heel gek.
Dat kabaal ging trouwens door in het Pannenkoekenhuis, al moet ik er eerlijkheidshalve aan toevoegen, dat ik daar met luide lachsalvo's flink aan meedeed. Vooral toen een collega begon over paaldansen zag ik dat al helemaal voor ogen.
Ik zag haar al staan in een roze latex pakje met veren! Mannen zijn nu eenmaal beelddenkers. Ik had al met al een prima avond.
Dat gold ook voor Leanne. Zij had haar afscheidsavond bij de bibliotheek met een mand met cadeaus, die ze van haar bijna ex-collega's meekreeg, nu ze een andere baan gevonden had.
En terwijl wij onze pannenkoeken verorberden verscheen er een hert, die in het gras langs de kant van het wandelpad een maaltje gras at. Dit maakte de gezellige avond in het Panbos compleet.