Iedere trainer bereidt de les of training, die hij of zij moet geven, voor. De een doet dat uit de losse pols, de ander zorgt voor een gedegen voorbereiding met een uitgeschreven trainingsschema.
Zelf ben ik meer van de losse pols. Met meer dan 25 jaar ervaring heb ik zoveel oefenstof in mijn hoofd zitten, dat ik het bedachte schema makkelijk los kan laten en over kan stappen op andere oefeningen dan thuis bedacht, indien ik daarmee beter in kan spelen op de behoefte van de schaatsers in mijn groep.Gisterenavond was dat ook het geval. Na thuis eerst de bui te hebben afgewacht fietste ik naar de Vondellaan, waar ik in de Leidse IJshal voor de eerste keer dit seizoen les zou geven aan de G-schaatsers. Normaal gesproken geef ik in de zomermaanden een aantal van hen ook skeelerles, maar dit jaar was op mijn woensdagavonden het weer iedere keer spelbreker. Van de 5 avonden, die ik volgens schema voor mijn rekening zou nemen, vielen er 4 uit en op de vijfde heb ik een kwartier les gegeven voor dat ook deze training letterlijk in het water viel.
De nadruk lag op het rechte eind en dan met name op de zijwaartse afzet. Daar gaan echter een paar dingen aan vooraf. Het begint met het achteropzitten. Als je geen druk op je hiel hebt, kun je niet terugsturen om écht zijwaarts af te kunnen zetten.
De puzzelstukjes vielen gisteren allemaal in elkaar, zodat je de 4 G-schaatsers tijdens de training technisch steeds beter zag schaatsen. Zij genoten, de trainer evenzeer. Het was een training uit het boekje!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten