woensdag 13 augustus 2008
Trouwdag
Het was een prachtige, doch frisse ochtend op onze 22e trouwdag. De wekker liep om 7 uur af en na Ada goedemorgen gekust te hebben sprong ik uit bed om alleen te gaan ontbijten. Om half 8 klom ik op mijn oude Peugeot-racefiets om naar de school aan de Vondellaan te rijden om mijn startnummer op te halen. Op nummer 56, mijn nummer, hing al een andere fiets. Dat bleek te kloppen, want ik had een ander nummer gekregen: nummer 63.
Zoals gewoonlijk was deze feestelijke afsluiting van het schaatsseizoen een reunie van mensen, die je elk jaar op dit evenement treft. Ontspannen liep ik naar de startstreep. Ik was vanaf de Weissensee nog steeds niet in vorm. De clubwedstrijden 2 weken voor de triatlon spraken boekdelen: ruim 16 seconden boven mijn p.r. op de 1500 meter.
Om half 9 klonk het startschot en konden we een kleine 10 kilometer gaan lopen. In het begin ging het erg hard. Bij de flats aangekomen ging ik temporiseren. Tot de Rhijnhofweg liep ik in een groepje van een man of 10. Hier viel het groepje uiteen in 2 groepen: één die te snel voor mij liep, en één te langzaam. Ik hing daar precies tussen. In mijn eentje liep ik naar de IJshal terug, waar ik in 43.17 doorkwam, één van mijn betere tijden. Even wat gedronken, het trainingsjack aan en de helm op en daarna op de fiets voor de 3 rondjes om vliegveld Valkenburg.
Op het eerste stuk na het viaduct werd ik ingehaald door Jos Fugers (“erop en erover”), maar in het kielzog van een andere deelnemer wist ik Jos halverwege weer in te halen. Daar wij als erkende stayers niet mochten stayeren, gingen we ons voorbeeldig aan de regels houden: om beurten haalden we elkaar in. Dat mag wel, je mag iemand inhalen. En je mag ook ingehaald worden.
Met een gemiddelde van 30.8 kilometer reden we de eerste ronde. In de tweede ronde pakte ik mijn bidon. Helaas ging er wat fout met het tuitje. Al fietsend wist ik dit te repareren, maar verloor zo het contact met Jos, die ruim 100 meter voor me reed. Hoe ik ook mijn best deed, ik kwam niet dichterbij. Er kwam ook niemand meer langs, die mij naar Jos, 17-voudig deelnemer aan de triatlon, toe kon “brengen”. Halverwege de tweede ronde werd ik op een ronde gezet door zowel de eerste individuele als groepstriatleet.
In de laatste ronde nam ik Sjaak Hoogweg, die alle Leidse wintertriatlons heeft volbracht, op sleeptouw. Bij de brug over de Rijn zagen we een tweetal deelnemers verkeerd rijden. Met roepen konden we hen op het juiste pad brengen, dat ons naar de Vondellaan bracht. De kilometerteller stond op 47,4 met een maximum van 40 en een gemiddelde van 30,1 kilometer per uur. Ik heb er wel eens langer over gedaan. De omstandigheden waren dan ook ideaal: vrij weinig wind uit het oosten, droog en niet te warm.
Na 2 uur 20 stapte ik van de fiets en liep naar de ijsbaan, waar de 100 rondjes in een mooi strak tempo gingen. Gretha de Vries hield mijn rondetijden bij. Halverwege begon een spier onder mijn linkerknie even dwars te liggen, maar in zulke omstandigheden moet je proberen iets meer op techniek te gaan rijden. Meestal verdwijnt de pijn daarna vanzelf. Hetgeen nu ook geschiedde. Met 43.22 als schaatstijd inclusief schaatsen aandoen kwam ik uit op 3 uur 5 minuten en 54 seconden: een persoonlijk record.
Nu had ik op mijn trouwdag op een hoop gerekend, maar niet hierop. Na 7 weken gezocht te hebben naar iets wat op “vorm”leek, was het daar op precies het goede moment. Joris van den Bergh heeft er een mooi boek over geschreven: “De mysterieuze krachten in de sport”. Gretha liet me de schaatstijden per 5 ronden zien: allemaal tussen de 2 minuten en 2 minuten 10. De zuivere schaatstijd was 40.23.
In het totaalklassement was ik bij de heren 23e geworden. Laat 23 nu net mijn geluksgetal zijn. Bij de veteranen was ik 11e. Inderdaad, het gekkengetal!
In het restaurant van de IJshal smaakte de Palm prima. Wil Verbeij en Annemarie Vonk hadden hun 3 weken oude dochter Marieke voor het eerst meegenomen naar de ijsbaan. Je moet het boompje buigen als het jong is. Na de prijsuitreiking en de overhandiging van de Leidse sleutel aan Chris van Dijk, die met 3.25 de snelste nummer laatst ooit was, verlieten de meesten de ijshal. Met de “jonge” vader Wil nam ik nog een afzakkertje, daar ik nog moest wachten op Huub en de twee Jossen om de vloerkleden en wat andere spullen weg te brengen naar het transportbedrijf Bert Breed & Zonen in Nieuw-Vennep. Bij het bedrijf van 2 broers van me ligt het hoog en droog opgeslagen voor de volgende wintertriatlon.
Na het sjouwen zat schaatsseizoen 2004-2005 er definitief op en kon ik op de fiets naar Ada, om eindelijk een beetje aandacht te besteden aan onze trouwdag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten