Na het herfstweer met veel regen in de voorafgaande week, was het op deze zondagmorgen prachtig weer. Een strakblauwe lucht. Om half 10 vertrok ik in mijn sportkleren naar Rotterdam, waar de halve marathon op het programma stond. In de trein zat ik met een andere loper, die in mei in Leiden 1.42 op de halve had gelopen: een superdebuut.
In de sportzaal van het Albedacollege lieten we onze sporttassen achter en we begaven ons naar de Coolsingel, waar de elite om 11 uur al was vertrokken. Het startschot voor de minder getalenteerden klonk om 10 voor 12. Terwijl we richting Maasboulevard liepen, zagen we de Kenianen al op de finish afstormen: binnen het uur de halve marathon. Meer dan 21 km per uur: op een gewone fiets moet je flink doortrappen om dat te halen.
We liepen een kleine 5 kilometer over de Maasboulevard tegen de wind in. Het was behoorlijk warm en het werd nog veel warmer met de wind in de rug na het keerpunt. We liepen naar de Coolsingel en begonnen aan de tweede ronde. Met 2 keer een 5 km net in de 25 minuten lag ik goed op schema, maar halverwege had ik toch een kleine inzinking. Op het traject naar de Coolsingel stond geen drinkpost, alleen een sponzentocht. Toch kan ik dit de organisatie niet aanrekenen. Zelf had ik gewoon een flesje water mee moeten nemen! De drinkpost bij de Coolsingel en een energiegel brachten me echter vrij snel weer een beetje op schema.
Bij de Maasboulevard aangekomen hoorde ik mijn naam roepen. Mijn zus Tineke en mijn zwager Johan kwamen mij aanmoedigen. Deze supporters even de hand geschud, heel eventjes gepraat en daarna maar weer op zijn Rotterdams: geen woorden maar daden. Met bijna 27 minuten ging deze 5 km wat trager, maar met 1 uur 49 minuten 26 bleef ik keurig binnen mijn doelstelling: binnen de 1.50. Ik had te weinig kilometers in de benen voor een snellere tijd.
Bij het Albeda College aangekomen zag ik Jos Dohle, Marieke van Hoek en Suzanne Mulder, die de hele marathon gingen skeeleren bij Rotterdam on Wheels. Met Arthur van Winsen, die ook aan dit evenement meedeed, kon ik de volgende ochtend in zijn praktijk bij de halfjaarlijkse controle de ervaringen uitwisselen over deze prachtige sportdag in Rotterdam. Arthur was in het begin met het snelste peloton mee gegaan en moest op een gegeven moment lossen. Er zat echter niemand achter hem. Bij het wielrennen hebben ze daar een mooie uitdrukking voor: "Hij zwemt". Dus Arthur moest wachten op een achteropkomende groep, die hij in de laatste ronde ook moest laten gaan. Zijn tijd was 1.30, terwijl hij ook wel eens 1.22 gehaald had. Typisch een geval van jezelf opblazen. Iedere duursporter maakt dit wel eens mee: je gaat heel lang mee in een net iets te hoog tempo, en ineens is het over en uit en moet je afhaken.
Hoewel traplopen de eerste dagen niet mijn favoriete bezigheid was, ga ik de goed georganiseerde halve marathon van Rotterdam zeker nog een keer lopen, want het is toch wel een bijzondere ervaring om als Ajax-fan zo'n hartelijk onthaal te krijgen op de Coolsingel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten