donderdag 18 december 2008

Veiligheid

Het probleem met natuurijs is, dat je nooit voor 100% zeker weet, of het betrouwbaar is. Wel kun je, als er door de KNSB toertochten uitgeschreven zijn, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid stellen, dat het betrouwbaar is. Toch moet je ook dan altijd alert blijven. Er kunnen wakken liggen, door onderstromen of bemaling kan het ijs aan de onderzijde dunner worden, terwijl het nog vriest, en bij kluunplaatsen wordt het ijs aan de bovenzijde gegarandeerd dunner, doordat iedereen daar afremt. Er verdwijnt dan een minuscuul laagje ijs, maar na duizenden schaatsers kan er toch zo maar een paar centimeter ijs afgeschaafd zijn. Gebruik je ogen en oren dus goed! Nu is het al 12 jaar geleden, dat er in deze omgeving door de KNSB toertochten zoals de Molen- en Merentocht georganiseerd zijn. De liefhebbers van natuurijs moesten het dus doen met onbetrouwbaar ijs, en dan kom je uit bij de ondiepe wateren. In onze omgeving is dat bijvoorbeeld de Vogelplas tussen Voorschoten en Leidschendam, wat verder weg, maar zeer zeker de moeite waard is de Oostvaardersplassen. Over het algemeen is het water maximaal een meter diep, dus je kunt wel een nat pak oplopen, maar echt gevaarlijk is het er niet. Als voorzorg voor het geval dat, neem ik altijd een compleet set schaatskleren extra mee. Hoe sneller je je kunt hullen in droge kleren, hoe beter het is, waarna je jezelf warm kunt gaan lopen! 
Tip 1: Vergewis je ervan dat lokale mensen al op het ijs gereden hebben. Zij kunnen zien waar het ijs het eerst dicht lag en waar het het langste open lag. Op www.schaatsforum.nl kun je voor Noord-, Midden- en Zuid-Nederland nakijken, waar er al geschaatst kan worden, evenals op http://www.schaats-en-skate.nl/ijsmeld.htm Lokaal bekende mensen kunnen zien, waar het ijs het eerst dicht lag en waar het het langste open lag. Dit zijn niet onbelangrijke details. Zelf ben ik eens met een groepje IJVL-ers naar Giethoorn getrokken, waar we zo stom waren om de kennis van mensen uit de buurt niet ter harte te nemen. Vier van de negen schaatsers zakten door het ijs, waarbij één zelfs onder het ijs schoot! Maagdelijk ijs is prachtig, maar vaak ook twijfelachtig! 
Tip 2: Waar andere mensen al geschaatst hebben, is het over het algemeen veilig. Als het een ander al gedragen heeft, zal het jou ook wel kunnen dragen. Schaats dus rustig over de soms wat afgetrapte sporen. Het zijn gebaande paden, het is wat minder spannend, maar je hebt een veel grotere kans om droge kleren te houden.

Tip 3: Ga nooit alleen schaatsen! Als er een tocht door de KNSB georganiseerd wordt, kun je het er wel op wagen, maar doe het anders niet. Als je door het ijs zakt, heb je vaak hulp van anderen nodig. Ga dus altijd met een groepje uit schaatsen.
Tip 4: Zorg dat er een paar mensen een stevig touw hebben om de ongelukkige zo nodig uit het water te trekken. Dit dient dan liggend te gebeuren. Het ijs is op die plek immers niet betrouwbaar. Er is immers niet voor niks iemand doorheen gezakt! Op de Oostvaardersplassen heb ik een keer iemand gezien, die tot zijn middel in het water stond en die een spoor van wel 100 brekend ijs trok, voor dat het zo dik was, dat hij zichzelf uit het water kon hijsen! Het is natuurlijk wel handig, als de mensen, die het touw over de borstkas hebben, niet dicht bij elkaar schaatsen. Als zij allebei door het ijs gaan, is het wat lastig om dan het touw naar de redders te gooien. Van boven het ijs gaat het wat makkelijker dan vanaf het wak.

Tip 5: De ijspriem. Dit is een tweetal ijzeren prikpennen, die in veilig in elkaars houten of plastic handvaten prikken en die je veilig om je nek kunt hangen. Mocht je door het ijs gaan, dan schuif je het elastiek er vanaf en je kunt met de ijzeren spijkers jezelf op je buik op het ijs trekken. Blijf dat dan een stukje doen, want rondom een wak is het meestal zwak.

Tip 6: Het spreekt voor zich, dat helder daglicht ook de veiligheid vergroot. Je kunt immers meer zien. In het donker of in de mist weet je letterlijk niet, wat je kunt verwachten.
Tip 7: Een ander hulpmiddel voor de veiligheid, dat al behandeld is bij kleding, maar dat ik hier niet ongenoemd wil laten, is een paar scheen- en kniebeschermers. Op natuurijs vinden meer valpartijen plaats dan op kunstijs vanwege scheuren, strootjes, oneffenheden, plotselinge stroeve plekken en dergelijke. Kniebeschermers voorkomen dan pijnlijke knieën (ik heb op Nieuwkoopse plassen een keer 90 km met een gekneusde knie gereden, doordat ik geen kniebeschermers dacht nodig te hebben), de snijvaste scheenbeschermers kunnen vervelende blessures voorkomen: je voorganger kan immers vallen en dan met zijn schaats lelijke wonden veroorzaken, want over het algemeen zijn schaatsen scherp....
Tip 8: Soms heb je het geluk, dat een zwembad een cursus wakzwemmen organiseert. Ik heb hier 2 keer aan meegedaan, en het was zeer leerzaam. Je zwemt dan met kleren aan in redelijk warm water onder plastic zeilen door met in het midden een gat. Nu gaat het ontspannen, want indien het niet snel genoeg gaat, kun je het zeil optillen. Met ijs is dat wel anders! Je bent plotseling in ijskoud water en toch wel een beetje in paniek. Nu ben je over het algemeen niet verder dan 1 of 2 meter van het wak af! Bij onder het ijs schieten dank je vaak aan vele meters, maar dat valt mee.
Tip 9: Let op kleurverschillen: als het gesneeuwd heeft, moet je naar de lichte plek. De sneeuw ligt als een deken op het ijs en weerkaatst het licht. Ligt er geen sneeuw, dan moet je juist naar de donkere plek. Zoek dus het contrast!
Tip 10: De oneffenheden onder water. Je weet en ziet, dat het ijs aan de bovenzijde mooi glad is, maar aan de onderzijde niet. Ik heb een keer het ijs in een emmer regenwater omgedraaid: er zaten een soort pegels van ijskristallen aan. Heel mooi om te zien, maar alleen als je er niet onder zit. Het ijs aan de onderzijde is dus ruw. Het is wel iets, om te onthouden!
Tip 11: Iemand onder water zoeken: als je alleen bent en je schiet onder het ijs, heb je een groter probleem, dan wanneer je met een groep bent. Iemand kan met een touw in het wak afdalen en de paar meter om het ijs voelen. Met het touw weet je immers altijd, welke kant je uit moet! Dit is de veiligste methode om je schaatsmaat weer boven water te krijgen.
Tip 12: Een handige methode, die ik geleerd heb met het wakzwemmen is, hoe je iemand het handigste uit het water kunt halen: dit is ruggelings. Met een touw of een paar ijspriemen gaat het handiger op de buik, maar indien er geen touw of ijspriemen voorhanden is, is iemand ruggelings uit het water halen de snelste en minst zware methode. Meer informatie over veilig natuurijs is te vinden op de website http://www.xs4all.nl/~heuzen/ van de Stichting Veilig Natuurijsverkeer. Hopelijk hebben jullie deze tips nooit nodig, maar neem ze toch ter harte. Voorkomen is immers beter dan genezen.....


Geen opmerkingen:

Een reactie posten