Iedere duursporter krijgt er wel een keer mee te maken: je bent een aardig eind van huis en je moet naar de w.c. Met plassen is dat voor mannen geen probleem: er zijn altijd wel een paar bomen of wat struiken te vinden. Als je een flinke afstand traint, dan ben je altijd wel een keer een wildplasser.
Het wordt echter een heel ander verhaal, als je moet poepen. Dat had ik op deze prachtige ochtend. Ik was vroeg gaan hardlopen, omdat mijn vrouw vandaag jarig was en ik de uren van mijn vaste donderdagavond vanochtend wilde maken. Ik was afgelopen maandag en dinsdag niet thuis, dus het leek me wel geslaagd om op Ada's verjaardag 's avonds thuis te zijn. Om kwart voor 8 liep ik langs de rand van de Stevenshof en ik keek naar de nevelflarden, die als een muur van mist in de verte boven de weilanden hingen, beschenen door de ochtendzon. Ik liep richting stad en ik voelde, dat ik moest poepen.
Nu had ik natuurlijk kunnen doen, wat mijn vriend Tim de Beer ooit deed, toen hij in zijn jeugdjaren in Boedapest diarree kreeg: hij sprong over een heg, trok zijn broek naar beneden en toen hij zichzelf verlost had van de hoge nood zag hij, dat hij op een vol terras zat.
Zo hoog was mijn nood nog niet, maar of ik het tot thuis gered zou hebben, betwijfel ik. En om nou te zeggen, dat je lekker loopt, als je moeite moet doen alles binnenboord te houden.....
Je gaat niet zomaar bij iemand aanbellen en openbare instellingen als de bibliotheek waren zo vroeg in de ochtend nog niet open. Het enige alternatief was naar mijn huisarts lopen, waar 's ochtends inloopspreekuur was. Ik kwam dus hardlopend binnen en ik was zeer blij, dat ik kon gaan zitten.
Het was zo'n 3 jaar geleden, dat ik voor het laatst naar de huisartsenpraktijk geweest was. Als je je zo fit voelt als een hoentje, dan heb je geen noodzaak, om je huisarts te bezoeken. Nu was die noodzaak er wel. De huisarts heb ik niet gezien, alleen de assistente, en die vond het maar raar....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten