Vanochtend ben ik voor het zomerkapsel naar de kapper gegaan. Het is inmiddels een vast ritueel. Aan het begin van de zomer laat ik nog één keer mijn haar kort knippen, voor alle sportactiviteiten zoals hardlopen, skeeleren en zeer veel fietsen in de zomermaanden. Daarna laat ik het met het oog op eventueel natuurijs gewoon zo lang mogelijk groeien. In juli neem ik dan ook afscheid van kapper Eric met "Tot volgend jaar".
's Middags ging ik een blokje van 10 km hardlopen. Eerst loste ik mijn schuld bij Jos Drabbels in voor de skeelers, daarna liep ik het vaste rondje door het bos van Ter Wadding, langs de Korte Vliet, langs de sportvelden in Voorschoten en langs de buitenrand van de Stevenshof.
Hier kwam ik PvdA-fractievoorzitter Henny Keereweer tegen. Politici krijgen vaak genoeg te horen, dat ze iets fout gedaan hebben. Dan moet je hen ook complimenteren, als ze iets goeds gedaan hebben. Al wandelend kon ik Henny persoonlijk bedanken voor de € 100.000,- subsidie, die de Leidse IJshal jaarlijks krijgt nu de Perspectiefnota in de gemeenteraad is aangenomen. Dat geeft ons schaatsers immers weer perspectief!
Eén van de leukste programma's op de Nederlandse radio is Radio Tour de France. Gedurende 3 weken word je als luisteraar getracteerd op verrassende ontwikkelingen in deze zwaarste wielerwedstrijd te wereld. Daarnaast hoor je veel muziek, die in de rest van het jaar niet of nauwelijks aan bod komt. Voorals Franstalige muziek wordt in de maand juli gedraaid. En daar zitten heel wat pareltjes tussen.
Er is echter een blinde vlek bij de programmamakers voor de muziek van Alan Stivell. Deze Bretonse zanger/harpist, die de traditionele Keltische muziek uit het wielergekke Bretagne (of Breizh, zoals de Bretonnen zel zeggen) opnieuw tot leven wekte met tot folkrock bewerkte nummers, werd in Nederland een beetje bekend door een prima optreden op Pinkpop in 1975.
Nu zullen de meeste Nederlanders zeggen, dat ze niets van Stivell kennen, maar vrijwel iedereen kent wel het liedje "Wat zullen we drinken, zeven dagen lang" van de Eindhovense popgroep Bots. Oorspronkelijk is het een nummer van Alan Stivell, getiteld "Son ar Christr".
Alan heeft nog veel meer mooie muziek gemaakt, van melancholiek en mystiek tot opzwepend.
Een prachtig voorbeeld van het laatste is "Ian Morrison Reel".
Voor de liefhebbers van mystieke muziek, passend bij de benevelde bergen van Ierland en Bretagne, is hier de uitvoering van Alan Stivell van "Suite Irlandaise".
Ik had een mailtje gehad van Dries Breugom, dat deze zomer de binnenmuren van de IJshal aan de Vondellaan geschilderd zouden worden. Daar er duizenden euro's te besparen zijn als je het schilderwerk met vrijwilligers doet, vroeg Dries aan mij, of ik het mailtje rond wilde sturen. Uiteraard gaf ik mezelf ook op om te komen helpen.
Op een grijze donderdagochtend in juli is het heel vreemd om in een verder lege IJshal te staan met een kwast of een verfroller in de hand. Er waren in totaal 7 schilders aanwezig, dus het werk schoot best wel op. Dries had gezorgd voor arbeidsvitaminen met muziek uit de jaren '60 en wij maakten de stenen muren wit.
De stemming zat er trouwens toch goed in, want Hermien Ravensbergen vertelde dat gisteren de Perspectiefnota in de gemeenteraad van Leiden behandeld is en de jaarlijkse subsidie van € 100.000,- is goedgekeurd.
Dit betekent niet, dat we op onze lauweren kunnen gaan rusten. De IJshal draait op vrijwilligers en op zich is daar niks mis mee. Als je naar de gemeente toe laat zien, dat je zelf allerhande klussen aanpakt en probeert om de kosten zo laag mogelijk te houden, kweek je goodwill. Dit werkt op den duur beter, dan dat je constant op de stoep van het gemeentehuis staat met allerlei problemen, die je zelf ook op had kunnen lossen. Als ze zien, dat je zelf ook de handen uit de mouwen steekt, is de gemeenteraad eerder geneigd om je te helpen als de nood aan de man is, zoals onlangs is gebleken toen de energienota verdubbeld werd.
Daarnaast is het ook gezellig om met een stel schaatsers te klussen. Net zo goed als dat het nuttig én gezellig is om in de wintermaanden als vrijwilliger schaatsles te geven.
Hoewel er geen Rembrandt van Rijn in ons schuilt, zag hetgeen we gedaan hadden er toch best wel goed uit. Wel moest ik meesterschilder Jaap de Gorter eerlijk bekennen, dat ik in de Leidse IJshal nog nooit zo lang over een rondje had gedaan!
Nu we het toch over Rembrandt van Rijn hebben, kan ik het niet nalaten om 2 schelmenromans aan te bevelen: "De Nachtwacht op avontuur" en "De restauratie" van F.H. Kreuger. In "De Nachtwacht op avontuur" rooft een drietal Delftenaren de Nachtwacht, maar blijkt het trio een kopie in handen te hebben. "De Restauratie" heeft de verdwenen stroken van de Nachtwacht als onderwerp. In beide humoristische boeken leidt dit tot hilarische taferelen. Ideale boeken om mee te nemen op vakantie!
Op een grijze, bewolkte woensdagavond ging ik met de van Jos Drabbels geleende skeelers naar De Bult. Op het wielerparcours deed ik de Ampere-skeelers aan en reed mijn eerste onwennige rondje. De Amperes gleden veel makkelijker dan de Bauers, waardoor je met dezelfde afzetkracht veel harder ging.
Jaap de Gorter gaf de training en hij had een paar leuke oefeningen bedacht. Eerst 3 rondjes van ruim een kilometer inrijden, daarna in tweetallen "opgelegd rijden". Je houdt de hand, die je voorganger op zijn of haar rug heeft vast en probeert precies dezelfde slagen te maken als je voorganger. Het resultaat is, dat je samen harder rijdt, dan dat je dat los van elkaar zou doen. Het is dus niet verbazingwekkend, dat het voor wedstrijdrijders in de Elfstedentocht verboden is om opgelegd te schaatsen.
Deze oefening deden we 6 rondjes, waarbij je om beurten een rondje op kop moest rijden.
De volgende oefeningen was een nuttige: remmen. Jaap had een speelse variant op deze oefening bedacht. De groep van 8 personen werd in tweeën gesplitst en in een estafette moesten we om een pilon heen. Als je te veel vaart maakte, moest je heel veel extra meters rijden!
De aankondiging van Jaap, dat we 3 rondjes in teamverband zouden rijden, werd door Gera verkeerd uitgelegd: "Gaan we intiem rijden?" Als dat geen klacht bij de vertrouwenspersoon van de IJVL wordt....
Tot slot had Jaap nog een technische oefening bedacht: je moest op één been rijden tussen 2 pilonnen, die ongeveer 10 meter uit elkaar stonden. Op de vraag hoe, zie Jaap spontaan: "Doe maar wat!"
Daar dat bij een technische oefening toch wat onhandig is, gaf deze topcoach toch nog enige uitleg van wat de bedoeling was.
Het was een leuke, gezellige training. De Amperes bevielen prima. Ik kon deze skeelers na afloop van de training voor een vriendenprijsje overnemen van Jos Drabbels, om voortaan lekker te kunnen skeeleren onder het motto "Doe maar wat!"
Na het ontbijt vertrokken Ike en haar vriendin Ditte voor een fietsvakantie door Duitsland met Berlijn als einddoel. Hun vakantie begon in ieder geval met zonnig weer en een temperatuur van een graad of 23. De andere aanwezige jeugd was vertrokken naar Avonturenpark Hellendoorn. Ik regelde intussen een paar kano's bij Wilgenweard in Nijverdal. Om 12 uur konden we daar terecht.
Op het terras aten we bij de koffie en thee met een stuk taart, voor we om 20 voor 12 met 8 personen op de fiets naar Nijverdal zaten. Om even over 12 waren we bij Wilgenweard, waar we, na de gezondheidsverklaring getekend te hebben, 3 kano's te water konden laten. Vooraf kregen we nog wat uitleg, waarbij vooral de regel, dat je geen andere kano's mocht hinderen tot de nodige hilariteit aanleiding gaf.
In kano 6 zaten Ada en Dik, in 12 Marja, Annemarie en Bert, terwijl Jeroen, Elsa en een zingende dochter boot 12 bevolkten.
Het was een mooie tocht over de Regge. Het was windstil en zonnig, terwijl wij van Nijverdal naar Hellendoorn peddelden. We roeiden tot vlak bij de stuw, waar boot 11 als eerste aankwam. Bij de stuw hielden we een korte pauze, waarna we in anders samengestelde teams over de vrij brede Regge langs de prachtige oevers terug roeiden naar het beginpunt. Jeroen probeerde even uit, hoe ver je in je eentje komt zonder peddels. Niet ver dus.
Boot 12, met aan boord Elsa en Bert, was het eerst terug bij de aanlegplaats. Om 2 uur zaten we op het terras bij de Wilgenweard, alwaar koffie, ijs, patat, kroket en omelet werden besteld. Gezellig koutend zaten we daar een half uur, alvorens Ada een andere, maar ook mooie terugweg wist naar "de Hellendoornse Berg".
Tijdens het Buijzenweekend ging ik op zaterdagmiddag hardlopen. Het was zonnig weer en de temperatuur was met een graad of 23 aangenaam. Ik zwierf door de bossen richting Nijverdal. Het is een mooi en afwisselend gebied. Glooiend, bossen, kleine weilanden, heidevelden en af en toe een boerderij. Op de terugweg hoorde iemand roepen: "Hé Bert, wat doe jij hier?" IJVL-lid Herco Liem liep met Marco, een schoolvriend, een stuk van het Pieterpad. "We maken allemaal leuke dingen mee" zei Herco: "Gisteren kwamen we in Deventer, waar net het festival "Deventer op stelten"aan de gang was, met theaterkunst op 4 podia. Vanochtend kwamen we in Holten, waar net het EK triatlon gehouden werd. En nu treffen we midden in het bos deze ijscokar." Die had ik intussen ook ontdekt en daar ik lid ben van de IJssport Vereniging Leiden deed ik de naam van de club eer aan. De laatste keer, dat ik Herco gezien heb was op het natuurijs op de Vogelplas met Nieuwjaarsdag, toen Herco ook nog een Nieuwjaarsduik nam in de Noordzee. (Zie op deze blog in januari). Herco en Marco zouden naar Nijverdal wandelen voor de overnachting. Met "Tot op het natuurijs" namen we afscheid van elkaar.
Het is niet mijn gewoonte om om 5 uur op te staan, maar op deze warme juli-morgen deed ik het toch. Ik wilde zo vroeg mogelijk vertrekken gezien de weersvoorspellingen. Het zou zeer warm worden, met in de middag kans op lokale onweersbuien. Om kwart over 6 zat ik op de fiets om in Zoeterwoude bij 't Geertje de LF4a op te pakken.
Daar ik deze al diverse keren gereden heb, liet ik de mooie omweg via Hazerswoude voor wat die was en ging langs de drukke provinciale weg rechtstreeks naar Boskoop. Tot voorbij Woerden was de route volledig bekend. Na Woerden was de LF4a echter totaal anders. Vroeger liep deze door Harmelen, maar door de aanleg van Leidsche Rijn is er voor een nieuwe route gekozen.
Het eerste stuk was hetzelfde als van de LF Rondom de Dom (rechtsom). Vlak onder Kockengen boog de LF 4a weer terug naar Utrecht. Ik koos er voor om via Kockengen naar Breukelen te fietsen en daar het Amsterdam-Rijn-kanaal over te steken. In Breukelen kocht ik 4 mueslibollen om vervolgens de Vecht over te steken. Op een bankje at ik de eerste bol op.
Het begon steeds warmer te worden, maar er kwam ook sluierbeolking, een teken dat het een broeierige dag zou worden. Aan de Zuidzijde van de Breukeleveense plassen reed ik richting Tienhoven. Over een onverhard pas kon je hier naar Hollandsche Rading rijden. Via de mooie natuur langs de Tienhovenses plassen en de fraaie omgeving van Lage Vuursche pedaleerde ik naar Soest, waar ik mijn oud-klasgenote Nicolette Kühnen-Smit met een bliksembezoek overrompelde.
De route in de hitte liep door Amersfoort en Leusden naar Achterveld en Barneveld. De Gelderse Vallei is toch een saaie omgeving, maar op weg naar de Veluwe moet je deze toch oversteken. Ik had me intussen flink ingesmeerd met zonnebrandolie, want op de kale stukken was het flink warm. Het water in de bidons was intussen lauw geworden.
In Kootwijkerbroek vond ik, dat ik wel een ijsje verdiend had. Bij de snackbar vroeg ik, of ik mijn bidons mocht vullen. De vrouw achter de balie overtrof de verwachtingen van de klant. Ze kwam terug met 2 bidons met ijsklontjes erin. Je mag het in deze Bijbelgordel ook Christelijke naastenliefde noemen. Met het aardbeienijsje in de hand zette ik koers naar Stroe.
Dat deed ik niet alleen, dat deden de wolken ook. Het begon steeds meer te betrekken. Bij Stroe sloeg ik af naar Kootwijk en vandaar richting Hoog-Soeren. De wolken helaas ook. Het is heel mooi op de Veluwe, met een afwisseling van bossen en heide. De wolken vertoonden een afwisseling van grijstinten, donkerblauw, paars en pikzwart. Er was kortom een flinke bui op komst.
Je hoorde het al rommelen. De bui kwam sneller nader dan mij lief was. Een kilometer of 5 voor Apeldoorn barstte de bui los. Ik had de Asseltse heide achter de rug en reed gelukkig in de bossen. Onder een plataan ging ik schuilen. In het Duits is er een gezegde over onweer: "Eichen müss man weichen, Buchen müss man suchen". Nu waren er langs dit pad heel veel eiken, maar helaas geen beuken. De keuze viel dus op de plataan, doch het ging steeds harder regenen.
Ik sprong dus op de fiets om te kijken, of er soms een beuk was. De hemelsluizen gingen nu pas echt open. Je kon geen 10 meter ver zien. Ik dook onder een paar grove dennen, terwijl de hagelstenen naar beneden kwamen. Ruim een kwartier wachtte ik onder het groepje dennen. Het droge zandpad was binnen 10 minuten veranderd in een snel stromende beek.
Toen het minder hard begon te regenen en de onweer ook wat minder werd, daalde en klom en daalde ik naar Apeldoorn. Af en toe reed ik door plassen van een decimeter diep. Niet bepaald dagelijkse kost. In Apeldoorn begon het weer harder te regenen, terwijl de onweer ook weer dichterbij kwam. Tijd om maar weer eens te gaan schuilen.
In 't Pannenkoekenhuis bestelde ik een warme chocolademelk en appelgebak met slagroom. Het was door de bui flink afgekoeld: van 28 graden naar 18 graden Celsius. Volgens de serveerster was er zelfs een weeralarm afgegeven. Net toen ik dacht, dat ik weer verder kon fietsen, begon het opnieuw te hozen. Naar binnen maar weer. Al met al bleef ik 3 kwartier in 't Pannenkoekenhuis, voor ik via het mooie Twello met zijn statige huizen naar Deventer reed.
De regenjas kon weer uit, daar de zon door de wolken brak. Via Schalkhaar zigzagde ik door het coulissenlandschap van Salland naar plaatsjes als Okkenbroek en Nieuw-Heeten naar Haarle toe. Het was weer begonnen met regenen. Ook onweerde het weer. Om half 7 reed ik, na een afstand van 186,92 kilometer gereden te hebben, naar ons huisje voor 20 personen, waar mijn schoonouders, mijn vrouw en een van mijn dochters al waren. Ondanks dat ik vaak genoeg nat geworden was, ging ik, voor de rest van de familie in kleine groepjes binnen kwam druppelen, toch maar even douchen....
Na de droogtraining op dinsdagavond met veel sprongoefeningen, stond ik op de zoveelste warme zomeravond met mijn Bauers om 7 uur bij de kantine van Swift. De training zou gegeven worden door Jens Postma, maar waar ik gerekend had op een aantal rondjes op het wielerparcours, had Jens heel andere plannen. We vertrokken met zijn zessen naar het industrieterrein van Zoeterwoude-Rijndijk om vervolgens over het fietspad langs de Rijndijk naar Hazerswoude-Rijndijk te skeeleren. Het gaat steeds lekkerder. We haalden zelfs een paar fietsers in! Het asfalt was van goede skeelerkwaliteit. Jens besloot dan ook, dat we met het skeeleren terug op de heenweg zouden gaan bij het keerpunt aan de oostzijde van de bebouwde kom van Hazerswoude-Rijndijk. Een wijs besluit. Met een kilometer of 20 skeeleren achter de rug hadden we volop genoten van deze prachtige juli-avond. 's Ochtends eerst even wat boodschappen gedaan om daarna nog 3 kwartier te gaan lopen in de hitte. Daar het bijna 30 graden was in de schaduw, liep ik naar het Ter Waddingerbos, waar ik dik een half uur over de bospaden liep met een ietwat aangepast tempo. Je moet je immers aanpassen aan de omstandigheden.