zaterdag 25 september 2010

Soms valt het mee



Op mijn vrije dag fietste ik om half 10 toch naar Katwijk, waar ik me in de Boorsmazaal in ging schrijven voor de Halve marathon van Katwijk, de zwaarste van Nederland. Gezien het weer zou deze editie nog zwaarder worden dan normaal. Buienradar gaf flink wat buien, waarvan een flinke vlak voor de start. Bovendien stond er een flinke noordwester, dus de laatste 6 km moesten we op het strand tegen de wind in zwoegen bij hoog water.
Twee jaar geleden had ik bij betere omstandigheden een tijd gelopen van 1.49.46 bruto, dus ik ging maar uit van een tijd van 1.55. Temeer, daar het parcours wat veranderd was, waardoor het snelle gedeelte op het asfalt rond de Princestraat plaats had gemaakt voor een extra stuk duin.
Mijn collega's stonden gek te kijken, toen ik om kwart over 10 de bibliotheek binnen kwam om mijn fiets droog te stallen en me in het kantoor te verkleden. Ik wachtte nog even de zwaarste bui af voor ik me om 10 voor 11 naar de startstreep aan de Boulevard begaf. In het startvak liep ik gelijk op met Marc Witteman, de ex-wethouder van Sport, die in die hoedanigheid de Leidse IJshal vorig jaar van de ondergang heeft gered door daadkrachtig optreden.Daar we vrij ver naar achteren startten, was het in de eerste kilometer rustig inlopen en langzaam naar voren sluipen. In de duinen gekomen kon ik gas gaan geven en kon de inhaalrace in het bontgekleurde lint beginnen, al moest je daarvoor af en toe om de vele diepe plassen heen slalommen. Daar ik veel in de duinen heb getraind met de droogtrainingsgroep van de IJVL, maar vooral met Hans Boers, wist ik in de klimmen veel mensen in te halen.

Maar de grootste slag sloeg ik in de afdalingen. Hans heeft me deze truc geleerd: de armen slap langs het lijf houden en dan met grote stappen naar beneden. Door de zwaartekracht krijg je zo extra snelheid. Afhankelijk van de afdaling sla je zo een gat van 20 tot 50 meter. Probeer het zelf maar eens!

De route liep dit jaar door het Panbos. Het was droog en zelfs zonnig, dus het dunne hardloopjack knoopte ik om mijn middel. Het was genieten in dit prachtige duingebied. We hebben gewoon een klein paradijsje om de hoek.

Inmiddels lag ik, tot mijn stomme verbazing, na 12 km nog steeds op een schema van 1.45. De laatste maanden had ik betrekkelijk weinig gelopen, maar kennelijk voldoet veel fietsen en skeeleren ook om voldoende Ausdauer te kweken voor het hardlopen.

Maar goed, het zwaarste gedeelte moest nog komen: het strand.

Met een vrouw, waarvan ik dacht dat ze startnummer 4 had en dus aan de wedstrijd meedeed, liep ik bij Wassenaarse slag naar de branding toe. Soms valt het mee, want waar ik op mul zand had gerekend, was er een strook van zo'n 10 meter breed, waarop je prima kon lopen. Met de harde noordwestenwind als grootste tegenstander nam ik Jacqueline van Duijn op sleeptouw met de afspraak, dat ze de laatste kilometer van me weg kon sprinten. Dat onderdeel zit niet in mijn genen.

Af en toe werden we ingehaald door snellere lopers, maar we "raapten" meer lopers op in een gelijkmatig tempo. Ter hoogte van Willy Zuid barstte de bui, die we al een tijd dreigend hadden zien hangen boven zee, tenslotte toch los. Gelukkig was het niet ver meer. Vlak voorbij de voormalige Witte kerk was het keerpunt en konden we de laatste kilometer met de wind in de rug naar de finish lopen. Geheel volgens afspraak sprintte Jacqueline van Duijn bij me weg. Niet dat ik daar mee zit. Als je 15 jaar met Jaap de Gorter traint, dan ben je niet anders gewend. Als een volleerd meesterknecht hou ik hem kilometers lang uit de wind, waarna hij het in de sprint netjes afmaakt. Wat dat aangaat ken ik mijn taak als de Mark Renshaw van kopman Jaap de Gorter.

Met een brutotijd van 1.49.08, wat netto uitkwam op 1.48.11, was ik sneller aan de finish dan gedacht, als 188e in de einduitslag. Daar was ik uiteraard zeer tevreden over: een minuut of 7 sneller dan gepland. Soms zit het mee. Waar ik niet zo tevreden over was, was dat ik als Ajax-fan op de laatste 100 meter gepasseerd werd door iemand in een Feyenoord-shirt.
In de bibliotheek at ik nog even een hapje en deed ik droge kleren aan. Mijn advies voor de nieuwbouw: een douche graag! Om kwart voor 2 was ik thuis, waar ik de welverdiende warme douche wel kon pakken.
Om kwart over 3 zat ik weer op de fiets naar Hillegom, waar mijn zus Corrie en haar man Henk hun verjaardag vierden. Onderweg was het een mengeling van buien en felle opklaringen. In Hillegom zagen we een dubbele regenboog.
Het was erg gezellig, hoewel wij als katholieke familie onder elkaar uiteraard wel getroffen werden door het bericht, dat de mis wegens ziekte helaas niet door kon gaan: de pastoor lag met een snotneus in bed....
Om half 10 waren we weer thuis. Naast de zwaarste halve marathon van Nederland had ik ook nog 62 km gefietst. Er zijn dagen, dat ik minder doe. Morgenochtend nog de Bulttijdrit van de IJVL. Ik ben benieuwd, hoe mijn beenspieren deze trainingsarbeid dan verteerd hebben. Maar wie weet: soms valt het mee....

2 opmerkingen:

  1. Hey Bert,

    Wij hebben jou met zn 3en op het strand ingehaald (Rinus,Ton en ik) je liep erg goed. Ondanks de omstandigheden goed gelopen!!

    Grten
    Sebastiaan Kemps
    www.runningnow.tk

    BeantwoordenVerwijderen