Het is altijd een van de mooiste momenten van het jaar: voor het eerst na een zomer hard trainen weer op het ijs staan met de schaatsen aan. Na een trainersvergadering van de IJVL konden we de ijzers weer onderbinden en onze eerste rondjes rijden in de Leidse IJshal. De eerste klap is immers een daalder waard.
Het gekke is nu: het eerste rondje loopt helemaal niet. Je zwabbert een beetje over de baan, doordat je even aan het zoeken bent naar het juiste drukpunt. De eerste slag is dus niet meteen de eerste klap, laat staan de eerste rake klap. Die komt pas na een paar rondjes. De eerste sneden stonden toen al in het ijs gegroefd.
Om nu te zeggen, dat de eerste groef meteen de diepste is, is ietwat overdreven. Het ijs was hard en glad, dus zo diep sneed je er niet in.
Na een paar rondjes zweefde je als het waren over het zoals bijna altijd goede ijs in de Leidse IJshal. Af en toe moesten we plaats maken voor de Zamboni. De nieuwe dweilers werden ingewerkt. Maar het ijs was daarna nóg gladder. Zo glad, dat ik op het rechte stuk bijna onderuit ging door een flinke mispeer.
Ik hou van fruit, maar de mispeer blijft hopelijk verder achterwege. Maar het kan nog wel eens gebeuren. De finetuning ontbreekt in het begin van een seizoen immers.
Aan het eind van ruim een uur schaatsen hadden Jos Drabbels, Jens Postma, Frank en Mark Damen en ik het nog over technische oefeningen en hoe je dat aan anderen over kon brengen. Onder het schaatsen door probeerde je die oefeningen zelf uit. Zeer moeizaam, maar wel heel leerzaam. Dit zouden we vaker moeten doen! Op het werk zouden we dan spreken van collegiale consultatie.
Met een afzakkertje aan de fris geschilderde bar sloten we de eerste avond in de Leidse IJshal gezellig af.
De eerste klap was inderdaad een daalder waard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten