Om kwart over 8 zaten we aan het ontbijt. Frau Schmidt vroeg, of we ook "Butterbrot" wilden. We dachten, dat ze croissantjes bedoelde, maar het bleek brood voor onderweg te zijn. Als echte Hollanders namen we dus wat mee.
Om kwart over 9 vertrokken we vanaf das Bauernhof.
We zaten meteen op de route en begonnen met klimmen. Bij Birkelbach staken we de Eder over en over een onverhard pad klommen en daalden we kilometers lang, genietend van het uitzicht. Dit klimmen en dalen ging met korte onderbrekingen door tot Berghausen.
Een blik op de kaart leerde ons, dat in Raumland voorlopig de laatste mogelijkheid was om wat te drinken. De zon was door de bewolking gebroken en op het terras van Hotel Raumland met zijn prachtige mineralen in de vitrine, dronken we koffie, melk en aten twee Käse-Sahne Torte.
Het afdalen ging beginnen. Heel langzaam, maar wel zeker. Over een onverhard pad volgden we de sterk meanderende Eder naar Arfeld.
Hier vond Ada, dat de beschrijving in het boekje van de Oranjeroute niet klopte met de werkelijkheid. Dat klopte, want wij volgden de zomervariant, die ruim 2 km langer was. Na een smalle houten brug kwamen beide varianten weer bij elkaar. We volgden de ook als Ederauen-Radweg aangegeven route tot Beddelhausen in ons regenpak, want het regende behoorlijk door.
Vanaf deze plaats volgden we de R8 tot Holzhausen. Radweg 8 had gloednieuw skeelerasfalt. Her en der ontbraken de teksten op de bordjes nog bij de oude spoorlijn, die was omgetoverd tot fietspad. Zo schoten we flink op. Om 1 uur nuttigden we in Reddinghausen op een bankje onder 2 treurberken ons "Butterbrot".
Na een flinke bocht van de rivier kwamen we om half 2 langs de fraai gelegen camping bij Dodenau, die we in eerste instantie als ons reisdoel voor vandaag op het oog hadden. Daar we zo vroeg waren, besloten we om door te rijden naar de Edersee.
Dodenau is een leuk dorp. We passeerden Battenberg, bekend van de Engelse Lord Mountbatten, die oorspronkelijk Battenberg heette, maar na de Eeerste Wereldoorlog liever niet aan zijn Duitse achtergrond herinnerd wilde worden.
Het Edertal werd hier veel breder en met de wind in de rug stampten we flink door tot Frankenberg, waar we proviand in sloegen.
We moesten een paar km langs een drukke provinciale weg fietsen, tot we bij Viermünden de veel bredere Eder over staken.
Over een onverhard pad klommen en daalden we kilometers lang, tot we bij Ederbringhausen aan het laatste onverharde stuk naar Kirchlotheim begonnen.
We fietsten door naar Asel Süd langs de Edersee. Het zag er echter niet zo uit. In het midden meanderde de Eder voort te midden van zeer veel planten. Na wat klim- en daalwerk reden we om 10 voor 6 camping Asel Süd op. De receptie was al gesloten, maar er hing een briefje met nummers, die nog vrij waren. Zo kozen we na 106 km fietsen nummer 44, aan een voetbalveldje.
Daar de lucht begon te betrekken en we in de verte het gerommel van Gewitter hoorden, ruimden we de tent in met donkerpaarse wolken in het westen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten