Heb je een vrije dag, en dan gaat de wekker om 6 uur af. Gelukkig sliep ik de slaap der rechtvaardigen en hoorde ik het sein om op te staan niet. Drie kwartier later moest ik er echter wel degelijk uit. Na me in mijn schaatskleren gehesen te hebben, vertrok ik met Ada naar het Van der Werfpark, waar om 8 uur de jaarlijkse koraalmuziek zou weerklinken onder leiding van Wim de Ru.
Dat klinkt heel vertrouwd, maar na de ziekte van Wim in de afgelopen winter was het geen vanzelfsprekendheid, dat Wim weer zou kunnen dirigeren. Gelukkig was dat wel het geval en zo kon een duizendkoppig koor tal van vaderlandse liederen ten gehore brengen op de zoveelste mooie dag op rij.
Na de lichtvoetige toespraak van Joost den Tonckelaar en de burgemeester van Leiden volgden het Wilhelmus. Over het Rapenburg en de Morsstraat fietste ik naar de Leidse IJshal, waar ik een 20-rittenkaart kocht en de eerste schaatsles van het seizoen nam.
Het ijs was ondanks het warme weer keihard en gleed super. Er was een twintigtal man op de baan. Geen gekke score voor 3 oktober.
Met een drietal andere mannen kreeg ik les van Paula van Hoek. We kregen diverse oefeningen rond het thema balans. Technisch liep het allemaal behoorlijk goed. Op een gegeven moment kwam Karel de Jong naar me toe en zei: "Je bochten zijn een stuk beter dan vorig jaar."
Ik kon dat beamen. "Dat komt door de lezing van Wilf O'Reilly", antwoordde ik. "Daar heb ik geleerd, dat het geen enkele zin heeft om je been onderlangs na te strekken, als je er geen druk op zet."
En zo vielen deze zomer alle puzzelstukjes goed in elkaar. Tijdens de droogtraining van de IJVL oefenden we op dinsdagavond regelmatig de bochtstappen, waarbij we krachtig af moesten zetten. De dag erna skeelerden we op de skeelerbaan in Leiderdorp en daar moesten we veel bochten lopen.
Het is toch leuk, dat dat er dan uit komt.
Na een uur geschaatst te hebben fietste ik naar huis op de warmste 3 oktober sinds 1908. Drie maanden later werd de eerste Elfstedentocht verreden....
Thuis gekomen kleedde ik me snel om, zodat ik dus luchtiger gekleed naar het Stedelijk Gymnasium kon fietsen. Het gebouw was me bekend. Drie van de vier kinderen hebben er hun diploma gehaald, dus ik ben op menig ouderavond aanwezig geweest.
Nu leek het meer op een enorme kleedkamer voor een enorm toneelstuk. Dat klopte ook, want hier werden deelnemers aan de 3 oktober optocht gekleed in de meest fraaie uitdossingen. Tim de Beer zou genoten hebben van deze enorme verkleedpartij.
Zelf hoefde ik niets meer te doen, behalve een Unox-muts pakken.
Met een zevental andere IJVL-ers waren we in clubkleding gestoken en zouden we de Nieuwjaarsduik uitbeelden. De hilariteit was dan ook erg groot, toen men ons op deze zomerse oktoberdag zag verschijnen met een ijsmuts op. Er is immers geen schoner vermaak dan leedvermaak.
Onder bezielende leiding van Henk Broekzitter begaven Karin van der Haak, Mark Damen, Thijs van Zwieten, Ime Dekker, Richard Hansen en Thijs Lecram en ik ons naar de Burggravenlaan, waar we ons om 12 uur op moesten stellen. Daar we niet wisten, waar onze plek precies was, zochten we zelf maar een plekje tussen de Mona-toetjes en de motor met een koe in de zijspan.
Vlak achter ons stond de "praalwagen" van Barry Badpak opgesteld: een oude Mercedes, die op een boom geknald was en werd weggetakeld.
Maar eerlijk is eerlijk: noch voor noch tijdens de optocht hebben we last gehad van Barry Badpak.
Het lange wachten ging beginnen. We doodden de tijd met meligheid en het uitproberen, hoe we als figuranten het publiek een beetje konden vermaken. Nu was die figurantenrol mij wel op het lijf geschreven. Op een enkele uitzondering na ben ik verder bij iedere sportwedstrijd figurant. En dan probeer ik daar af en toe een komische noot aan toe te voegen om het publiek, dat desondanks blijft kijken naar de grauwe middelmaat, een beetje te vermaken.
Deze jarenlange ervaring zou me vandaag goed van pas komen. Het begon al tijdens het wachten op de Burggravenlaan. Een van de twee verrukkelijke Mona-toetjes klaagde over de tie-raps, die niet afgeknipt waren en die nu al striemen gaven op haar benen, terwijl ze nog nauwelijks gelopen had. Als volleerd bedelaar ging ik bij bewoners in de buurt op zoek naar een schaar en gelegen op de grond onder de hoepel van het Mona-meisje knipte ik zorgvuldig de tie-raps af.
Om 1 uur begon de stoet te lopen. Het duurde nog ruim een half uur, voordat wij ons ook in beweging konden zetten. Ter hoogte van het Bonaventura College hadden wij onze eerste sprint van de Nieuwjaarsduik al uitgevoerd, toen we weer moesten wachten.
Het duurde een half uur lang.
Via een official van de 3 oktober vereniging hoorden we, dat een van de steltlopers was gevallen en dat deze ongelukkige met een ambulance was afgevoerd. Meteen waren er weer de geintjes: "Het duurde ook zo lang, doordat ze de stelten niet in de ambulance kregen!"
En onze gemeenschappelijke conclusie luidde: volgend jaar de steltlopers helemaal achteraan!
Ondertussen speelde het fanfarekorps uit Winchester diverse nummers, terwijl een deel van het publiek het al voor gezien hield. Ook bij ons sloeg de landerigheid toe. We hadden ons hele arsenaal aan geintjes uitgevoerd, waaronder het op de meegebrachte handdoek liggen op het asfalt. Vooral Ime en Thijs, die in blote bast meeliepen, trokken veel bekijks, vooral van jonge meiden, met hun afgetrainde torso.
Achter ons stond de door paarden getrokken antieke Heinekenkar, met als begeleider Harry Boot uit Nieuw-Vennep.
Maar om half 3 zetten we ons weer in beweging en konden we beginnen aan een serie sprintjes over een meter of 60 tot 100, om uit te beelden, dat we de zee in zouden rennen.
Het begon met aftellen, waarna de sprint volgde. Zo werd de optocht voor deze IJVL-ers een heuse sprinttraining. En wie mij een beetje kent weet: bij een sprint is de laatste plek voor mij!
Bij het Plantsoen trof ik Ada, Ana en Siebe, die wat foto's nam.
De stoet bleef een harmonica. Op zich was dat niet zo heel erg, omdat je tijd had om van de sprintjes te herstellen.
Maar gaandeweg de tocht kom je steeds meer in je rol. "Gelukkig Nieuwjaar" wensten wij de mensen toe. Ik droogde me zorgvuldig af met de handdoek, waar ik zeer vaak mee op de straat had liggen zonnen en stapte dan op verbouwereerde vrouwen af met de vraag: "Zou u mijn rug even af willen drogen?"
Ik kan u verzekeren, je krijgt dan leuke en snedige antwoorden!
Het fanfarekorps uit Winchester speelde diverse keren "Zorba". In het begin dansten we heel langzaam mee, maar het wordt sneller en sneller. Daar het nummer het bij het massaal toegestroomde publiek erg goed deed, speelden ze het in totaal 7 keer. Gevoegd bij het sprintwerk ging je je kuiten toch wel voelen.
Op de Witte Singel koos ik ervoor om met schaatsstappen te beginnen, die bij het snellere stuk overgingen in schaatssprongen. Zo had ik nog een extra droogtraining op deze warme dag, waarbij we gelukkig genoeg water te drinken kregen om al deze inspanningen vol te kunnen houden.
Diverse omstanders wezen op de Singel, waar we onze Nieuwjaarsduik uit zouden moeten voeren. Ze moesten eens weten, wat wij van plan waren. Na de Zoeterwoudse Singel grotendeels afgewandeld en gesprint te hebben, volgde na de 25e sprint de ultieme. De ECHTE Nieuwjaarsduik!
Ter hoogte van de ereloge van de burgemeester en het bestuur van de 3 oktober vereniging, doken we bijna allemaal het water van de Singel in.
Ik heb er in het verre verleden, toen ik nog aan de Witte Rozenstraat en de Dahliastraat woonde, behoorlijk vaak geschaatst. Maar dit was toch echt de eerste keer, dat ik in de Zoeterwoudse Singel zwom.
Er werden toen diverse foto's van deze serieus genomen figurantenrol genomen. Daar een vrouw van de 3 oktober vereniging nog een extra waterfoto wilde, dook ik nogmaals in de Singel.
Ik schudde in mijn onderbroek nog even de hand met Nico Koek, met wie ik in een grijs verleden nog schaatsles heb gegeven in de Leidse IJshal. En daar de burgemeester naast hem stond, gaf ik beleefdheidshalve ook een hand.
Ja ik ben netjes opgevoed. Maar om een trainingsmaat te citeren: "En, waar is het mis gegaan?"
De Heinekenkar was ons nu gepasseerd en Henk Broekzitter en ik liepen als laatsten van het IJVL-smaldeel naar het Stedelijk Gymnasium, waar ik om een pleister moest vragen. Ik had een vinger open gehaald bij de tweede Nieuwjaarsduik.
Na de natte onderbroek uitgedaan te hebben en me in droge kleding te hebben gehesen, namen we nog een afzakkertje in de gezellige kantine van het Stedelijk, waarna ieder zijns weegs ging.
Na bijna 32 jaar in Leiden te hebben gewoond had ik eindelijk mijn inburgeringsexamen gehaald: meelopen in de 3 oktober optocht, met aan het slot een heuse doop.
En om de sfeer van 3 oktober te vervolmaken: Ana kookte voor ons een tortilla en andere verrukkelijke Spaanse gerechten.
En dat ging er wel in, na deze zware sprinttraining en de afsluitende Nieuwjaarsduik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten