Vanmorgen viel dit op de site van Jan Visser, een weerman, die ik heel hoog heb zitten, te lezen:
"De meteorologische herfst lijkt zich thermisch vrijwel exact te gaan houden aan het klimatologisch spoorboekje. Tot en met 28 november bedraagt het langjarig gemiddelde op het KNMI in De Bilt 10,6º. Dat is exact gelijk aan normaal: gebaseerd op de dertigjarige vergelijkingsperiode 1981-2010. Onder invloed van een te koude slotdag zou het herfstgemiddelde nog 0,1º lager kunnen uitvallen maar ook 10,5º valt feitelijk binnen de marge normaal. Een doorsnee herfst is niet zelden het resultaat van perioden met nazomerwarmte "gecompenseerd" door koude tijdvakken. Dat was bijvoorbeeld in 2010 het geval. September verliep toen overwegend te koel, oktober bracht aanvankelijk opvallend veel nazomerwarmte en in november wisselden koude en zachte perioden elkaar af maar verliep de slotfase zeer koud. Dit jaar hielden echter alle maanden zich aan het spoorboekje. Het septembergemiddelde kwam uit op 14,2º (afwijking -0,3º), oktober noteerde gemiddeld 10,5 (-0,2º) en november staat nu op 7,1 (+0,4º)."
Dit verhaal van Jan Visser wordt bevestigd door het KNMI.
Dit sluit volledig aan op wat ik deze winter ook verwacht: een thermisch normale winter. Eentje zoals de winter van 1979-1980. Geen bijzonder koude winter, maar wel eentje met een week natuurijs. In januari 1980 reed ik, als 24-jarige, voor het eerst van mijn leven een Molentocht van 50 km uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten