Het overkomt je niet iedere dag, dat je als eerzaam dienstweigeraar een geweldenaar genoemd wordt.
Desondanks kreeg ik een mailtje van Jaap de Gorter, met daarin de volgende tekst:
"Ha die Bert,
Ik heb je verslag gelezen. Ik krijg al pijn als ik het lees. Wat een geweldenaar ben je toch."
Het gekke is, dat ik mezelf helemaal geen geweldenaar voel. Eerlijk gezegd vond ik de Elfstedentocht van 11 februari een stuk zwaarder, om over die van 1997 maar te zwijgen.
Die laatstgenoemde haalde ik op mijn tandvlees, maar dat was pas de tweede keer, dat ik een schaatstocht van 200 km uitreed.
De 1000 rondjes van Leiden was inmiddels de tiende keer. En daar zit nog een hele serie schaatstochten bij van boven de 100 km. Kortom, duurwerk is echt mijn stiel.
Schaatsers, die zich specialiseren op een bepaalde afstand, hebben het dan over: "Je moet in die afstand wonen!"
Welnu, kennelijk woon ik in afstanden tussen de 100 en 200 km. Dat komt, doordat ik gezegend ben met een overdosis aan duurvezels in combinatie met een ijzeren wil om niet op te willen geven. Daarmee kom je inderdaad een heel eind.
Gisterenavond was ik in de behoorlijk drukke Leidse IJshal. Opmerkelijk was, dat er zeer veel vrouwen rondreden. Meestal zijn er namelijk meer mannen, nu was de verhouding ongeveer fifty/fifty. Veel van hen zag ik voor het eerst op het ijs.
Zelf heb ik al heel wat kilometers op deze 200-meterbaan afgelegd. Gisteren kwamen er daar weer wat bij. Deze hersteltraining ging beter, dan ik had gedacht. De eerste paar ronden gingen wat stroef, maar al snel kon ik heerlijk op techniek rijden. Alleen tempoversnellingen liet ik wel uit mijn hoofd.
Tussen de bedrijven door gaf ik een aantal schaatsers individueel wat aanwijzingen, waarmee ook zij beter konden gaan schaatsen. Meestal rijd ik een uur of langer non-stop door en heb ik daar niet zo veel tijd voor, op deze laatste dinsdagavond van 2012, waarop ik kon schaatsen, had ik daar de tijd voor. Je kunt immers niet altijd geweldenaar zijn....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten