Om half 11 stapte ik op deze zonnige Driekoningen op de fiets, met in mijn fietstas aan de ene kant de kerstboom en aan de andere kant de schaatsen van Hans Boers. Op mijn rug had ik nog een kleine rugzak. Ik was dus redelijk beladen.
Over de Velostrada reed ik naar Voorschoten. Hier haalde ik bij de tennisbanen een zestal lopers in, waaronder een drietal trainingsmaten van me: Wim en Frits van Huis en Richard Dieke.
Na even gepraat te hebben, gingen de lopers linksaf en de fietser met kerstboom rechtsaf richting kasteel Duivenvoorden, waar de spar werd neergezet om opnieuw geplant te worden. Met meer dan honderd andere kerstbomen was het niet bepaald een "lonesome tree".
Ik fietste door naar Leidschendam, waar ik de geslepen schaatsen van Hans Boers bij de rechtmatige eigenaar terug bezorgde, alvorens ik via de Kniplaan langs de Vogelplas naar Stompwijk fietste, waar ik me naar de kantine van de lokale voetbalclub begaf. Hier schreef ik me, net als vorig jaar, in voor de 10 km van de Meerhorstloop.
Met startnummer 192 begaf ik me naar het begin van het parcours. Hier kwam ik de IJVL-ers Kobus Turk en Jordi Snelders tegen.
Om 12 uur ging de 5 km van start, 5 minuten later mochten de deelnemers aan de 10 km vertrekken.
Het was onder de vleugels van een hogedrukgebied met 1030 hPa compleet lenteweer. Onder het lopen zei een van de lopers: "Het is goed weer voor een zonnebril!"
Hij had groot gelijk.
Het lopen ging best wel goed. Na een behoorlijk snel begin, veroorzaakt doordat ik op de tweede startrij stond, kwam ik al snel in mijn eigen ritme.
Ik zwom op de fietspaden in de polder een beetje tussen twee groepen in. Het was dus niet zo, dat ik fluitend naar mijn voorgangers liep.
Bij de enige drinkpost ongeveer halverwege het parcours was ik heel dicht bij dit kwartet, maar zij namen niets en ik wel, dus de inhaalrace begon dus van voren af aan.
Inmiddels was ik wel bijgehaald door een andere loper en samen liepen we richting "Het Geertje", waar het al weer behoorlijk druk was op deze laatste dag van de Kerstvakantie.
Er volgde een paar afdalingen bij de dijken, zodat ik met de armen slap langs het lijf hangend zoveel extra vaart wist te maken, dat wij bij onze 4 voorgangers konden komen.
Met zijn zessen liepen we door de polder naar de provinciale weg tussen Zoeterwoude en Stompwijk. Tot de tunnel liepen we dicht bij elkaar, daarna volgden een paar demarrages, waarbij ik het antwoord schuldig moest blijven.
De laatste 2 km naar de finish liep ik goeddeels in mijn eentje. Een paar andere voorgangers wist ik in te halen. Een van hen kon aanhaken en me in de eindsprint kloppen. Waar heb ik dat meer gezien?
Over mijn tijd van 46.51 was ik dik tevreden, al wekte de speaker wel enige verwarring onder het publiek met de zinsnede: "Hier is Bert Breed", onmiddellijk gevolgd door "De derde vrouw".
Het bleek niet aan mijn schouderlange haar te liggen. De speaker nam de twijfel na een seconde of 5 weg: "Daar komt de derde vrouw van de 10 km op de finish af."
Na me in de kleedkamer wat warmer aangekleed te hebben, daar ik tegen de noordwestenwind in moest fietsen, zag ik in de kantine van Stompwijk '92 de huldiging van de 10 km bij zowel de dames als de heren. Ik werd dan ook niet naar voren geroepen.
Met deze geruststellende gedachte fietste ik via de Vlietlanden en langs de ijsbaan van Voorschoten op huis aan, waar ik om 2 uur met Ada kon lunchen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten