vrijdag 8 februari 2013

Biomedische studenten

Waar ik op andere donderdagen 's ochtends naar de Leidse IJshal ga om met de "Krasse knarren" te gaan schaatsen, was het gisteren anders. Voor mijn werk moest ik naar een vergadering van BiebPanel in Utrecht.
Zodoende kon ik een keer op donderdagavond de kluunschaatsen aantrekken. Het was de drukste avond, die ik dit seizoen heb meegemaakt. Dat kwam, doordat er een grote groep studenten rondreed. De meesten van hen waren in te delen in de categorie "ongeoefende schaatsers".
Er was echter één uitzondering. Een studente had een zeer goede techniek. Aan het eind van de training raakten Wierd Wagenmakers en ik met haar aan de praat. Ze bleek in haar jeugd een paar keer meegedaan te hebben met het Nederlands kampioenschap marathonschaatsen en was nu met een grote groep biomedische studenten naar de IJshal gekomen om gezellig te gaan schaatsen.

Het was voor mij niet alleen gezellig, maar het was zo'n avond, waarop je vleugels hebt. Ik kon een uur lang gas blijven geven. Het peloton dubbelde ik 15 tot 20 keer. Alleen de snelste groep met Mart Moraal als motor ging te snel voor me. Zo reed ik als kopman van de tweede groep of alleen het peloton inhalend een uur lang mijn rondjes. Een wereld van verschil met het schaatsen op klapschaatsen.
Aansluitend reed ik 10 minuten achter Wierd, die mooi ging schaatsen. Door in zijn slag te rijden probeer ik mijn eigen techniek te verbeteren. Monnikenwerk, want het resultaat is slechts op de lange termijn merkbaar. Maar dat is het leuke van schaatsen: ook op latere leeftijd kun je nog steeds beter worden, als je je techniek weet te verbeteren.
Aan het slot van deze donderdagavondtraining (leuk Scrabblewoord trouwens) gaf ik twee biomedische studenten wat technische tips, waardoor zij in het vervolg beter kunnen gaan schaatsen. Bij de vrouwelijke marathonschaatster was dit niet nodig. Eerlijk gezegd kan ik nog heel wat leren van haar bochtentechniek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten