Als kind keek je op de lagere school altijd uit naar de laatste gymnastiekles in de zaal. Dan stond er steevast apekooien op het programma.
Alle beschikbare gymnastiektoestellen waren door de meester of juf klaargezet en dan begon het tikkertje, waarbij je op alle mogelijke manieren probeerde te ontsnappen. Soms is het heel handig, als je de kleinste van de klas bent!
Vanmorgen was de laatste training van de "Krasse knarren" van dit seizoen. Na de traditionele groepsfoto vroeg Arthur van Winsen aan me: "Gaan we apekooien?"
Nou, daar leek het niet helemaal op, maar met een schema, beginnend met 15 rondjes, 2 rust, 14 rondjes, 2 rust en zo langzaam teruglopend naar 1 ronde had het alles in zich om de boel een beetje te ontregelen. Nu is dat met Wim van Huis in de gelederen niet zo heel moeilijk, al moet ik eerlijk bekennen, dat mij dat in mijn functie als coördinator bij tijd en wijle ook behoorlijk goed afgaat.
Het was gezellig druk. We reden met een peloton ruim 20 man, terwijl er nog een klein peloton "Krasse knarren" in een langzamer tempo rondjes schaatste. Want dat gebeurt bij een aflopend schema gegarandeerd: het aantal rondjes wordt lager, maar het tempo wordt steeds hoger. Aan het eind wordt er behoorlijk gesprint.
Hier moest ik een paar keer passen. Met kluunschaatsen kun je behoorlijk hard, maar scherpe bochten lopen op topsnelheid gaat niet, doordat je schoenen dan op het ijs komen en je weg kunt glijden. Dan kun je beter een gaatje laten vallen.
Dat deed ik dan ook in de series van de laatste rondjes, toen de door Henk Krol en zijn 50Plus gekoesterde doelgroep als een stel jonge honden over het ijs stoof.
Terwijl wij het ijs verlieten, kwamen de echte jonge honden het ijs op: de kinderen van de Emmausschool kwamen, net als vorige week, in groten getale schaatsen.
Wij vertrokken met zijn allen naar de kantine, waar we de jaarlijkse afsluiting van het schaatsseizoen hadden. Hierbij zetten we de ijsmeester en de vrijwilligers van de Leidse IJshal in het zonnetje.
Als dank voor hun inzet kregen ze, net als Martien Wijnands, de coördinator van dinsdagmorgen, het prachtige boek "Alles over ijs" van Fred Geers en Baukje Brugman.
Daar ik dit jaar de cadeaus kocht en bovenstaand boek zelf al gekocht had, viel mijn keus op een boek, dat deze winter uitgekomen was over de Elfstedentocht van 1963 van de hand van Johannes Lolkama. Hierin stonden ook een paar wedstrijdschaatsers, die de barre tocht hadden uitgereden, maar die soms slechts een paar minuten te laat binnen gekomen waren voor het befaamde kruisje.
Nu wil het toeval, dat dit jaar het Boekenweekgeschenk geschreven is door Kees van Kooten. Met "De verrekijker" mag je komende zondag gratis reizen in de trein.
Nu is Kees van Kooten samen met Wim de Bie de bedenker van de term "Krasse knarren".
Eén exemplaar ging naar Ans van Dijk, die ons vanwege haar 75e verjaardag getrakteerd had op appeltaart. Daarbij vertelde ze nog een leuke anekdote. Ze woonde in haar jeugd in Zwolle en kocht haar eerste noren bij Reinier Paping: "Die zal er wel verstand van hebben!"
Peter Witteman kreeg er eveneens eentje als de grootste doorzetter. Vorig jaar nog in de kreukels, nu schaatste deze doordouwer weer! Ook Jeen de Boer, die een paar maanden ouder was dan Ton Togni, viel in de prijzen, net als Wim van Huis, die samen met Martin Langbroek en de coördinator van de donderdagmorgen meedeed met het spelletje "Wie van de drie". In dit geval: wie is de grootste ontregelaar?
Helaas was de bedenker van de term "Kabouterschaatsen" niet aanwezig, want de combinatie van Piramide en Kabouterfeest leek me een zeer toepasselijke blijk van waardering voor zijn inzet in dit seizoen.
Onderweg naar huis speelde ik voor postbode en bezorgde de theezakjes. Ik reed dan ook in mijn TNT-pak.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten