zondag 24 maart 2013

Een échte winterbiatlon


Afgelopen vrijdag kregen we een mailtje:
Dag allen,

De weersverwachting voor zondag belooft omstandigheden een winterbiatlon waardig. Zorg ervoor dat je goed beschermd bent tegen de kou, we willen iedereen graag weer gezond over de finish zien komen.

Tot zondag!
De winterbiatloncommissie

Nu was ik dat toch al van plan. Want dat is meestal het probleem bij de winterbiatlon. Buiten is het dan een stuk warmer dan in de Leidse IJshal. Dan komt de vraag naar de kledingkeuze veel nadrukkelijker aan de orde. Als je je te warm kleedt, krijg je daar last van bij het lopen, indien je jezelf te dun kleedt, kun je in de IJshal een klap van de kou krijgen.
Wat dat aangaat was de keuze dit jaar heel makkelijk. Met 1 laag minder dan ik op natuurijs placht te schaatsen, begon ik aan de start van de winterbiatlon.
Niet verder vertellen, maar heel stilletjes vond ik het niet jammer, dat het dit jaar geen wintertriatlon was. Drie km fietsen naar de IJshal was al behoorlijk koud: 45 km fietsen met een windchillfactor van -10 is nou niet bepaald mijn meest geliefde hobby.
Daar dacht één van de deelnemers aan de winterbiatlon heel anders over. Deze loper van een estafetteteam verscheen aan de start in korte broek en in een shirt met korte mouwen! Daar stond dit watje dan met zijn thermisch ondergoed met windbreker, een dunne fleece en het TNT-trainingspak.
Om 9 uur gaf Raymond, de beheerder van de schaatswinkel van Ooms Sport, de hoofdsponsor van de winterbiatlon, het startschot.
Het eerste stuk liep ik gelijk op met Jos Drabbels en Hans Boers, die samen al spoedig een tempoversnelling plaatsten. Jos zag ik steeds verder van me weglopen, maar Hans maakte er een veredelde intervaltraining van door tot 3 keer toe met losse veters te lopen. Tot de brug over de Rijn liepen mijn trainingsmaat en ik samen, waarna Hans versnelde. Hij haalde Rien Bakker in, zodat tussen de kassen bij Valkenburg drie startnummers keurig op een rijtje liepen: Rien Bakker met 1, deze diesel met 2 en Fons Delforterie met 3. Jos Drabbels met 4 trok zich niets aan van deze keurige volgorde, maar ja, hij had dan ook de gele trui aan.
Tot de viaduct over de Tjalmaweg ging het lopen makkelijk. We hadden de harde wind dan ook in de rug. Na dit keerpunt was het bikkelen geblazen. Vooral op de Torenvlietbrug over de Rijn ving je alle wind. Door zo dicht mogelijk langs de reling te lopen, probeerde ik dit ijzerwerk de wind een beetje te laten breken. Het hielp iets, maar niet veel.
Het gat met Rien Bakker, die al vrij snel ruim 100 meter voor me liep, bleef ongeveer even groot. Een meter of 100 achter me liep een tweetal andere lopers.
Op het laatste lange stuk met tegenwind kwam Leo van der Hoeven naast me fietsen. "Je loopt 11 km per uur" kreeg ik te horen. Normaal zou ik hiermee niet tevreden zijn, maar in deze winterse weersomstandigheden was ik dat wel. Als ik deze kilometer voluit zou lopen, zou ik mezelf slopen voordat ik aan mijn specialiteit kon beginnen: 100 rondjes schaatsen.
Ada zou mij weer tellen. Ik zette na 49.38 looptijd mijn helm op, trok mijn kluunschaatsen aan, dronk nog even wat sportdrank en begon aan de 100 rondjes.
De eerste 50 rondjes gingen, zoals gewoonlijk, behoorlijk gelijkmatig. De meeste kilometers gingen net boven de 2 minuten. De 2e 10 kilometer kwam ik echter pas los. Hen van den Haak en Andrea Landman, die me een aantal keren met een klein peloton op een ronde hadden gezet, kwamen niet meer langs me en op kop van wat nu de snelste groep was, daar de snelste biatleten al gefinisht waren, begon ik aan een aflopend schema. Het ging steeds lekkerder, technisch liep het goed met lange slagen op het rechte eind en terwijl ik nog wat "over" had, mocht ik finishen in 1.32.15. Vermoedelijk heb ik met een schaatstijd van 42.37 nog een rondje te veel gereden ook, want het bericht klonk door de speakers, toen ik al voor de ingang van de binnenbaan reed.
Al met al was ik zeer content, temeer daar in die 42.37 ook nog eens de tijd zit van het schaatsen aandoen. De tweede 10 km ging immers in minder dan 20 minuten! De totaaltijd lag iets boven die van vorig jaar, maar dat had alles te maken met de veel zwaardere omstandigheden met het lopen. Dat kon ik net niet compenseren met een aflopend schema en de buikschuiver, waarmee ik over de finishlijn ging.
In de gezellig drukke kantine was de prijsuitreiking. Andrea Landman mocht 3 prijzen in ontvangst nemen. De eerste prijs bij de vrouwen op de hele biatlon, de daarbij behorende wisselbeker en de Leidse sleutel als laatst aangekomen individuele deelnemer in 1.39.25.
Eerlijk gezegd had ik verwacht, dat het estafetteteam van Ingeborg Verstappen en Maria Nieuwenhuis, die als laatste schaatster over de eindstreep kwam, deze poedelprijs hadden gewonnen. In een grijs verleden ontging mij deze minst begeerde prijs, doordat een na mij geëindigd estafetteteam de Leidse sleutel kreeg overhandigd. Toen was ik toch echt de langzaamste individuele deelnemer aan de wintertriatlon! Maar ook hier geldt: niet verder vertellen, hoor!

Floris Weverling was de algehele winnaar met een totaaltijd van 1.13.36.

Ik neem mijn pet, pardon, mijn Fryslân-muts, voor hem af.
Ook Jan Pieter Tensen ging met een beker naar huis: die van winnaar van de 1000 rondjes van Leiden.
"Nu moet je hem wel verdedigen", zei ik tegen deze geboren en getogen Venneper.
Hij ging de uitdaging aan, zodat op 15 december 2013 in ieder geval de nummers 1 en 2 van het afgelopen jaar aan de start staan.
Om een uur of 12 vertrokken Jos van Teijlingen, Huub van Ingen Schenau en ik naar het Da Vinci om spullen terug te brengen. Aansluitend reden we door naar Nieuw-Vennep, waar bij het transportbedrijf van mijn broers Leo en Paul de matten weer opgeslagen werden op de hooizolder.

Op de Hoofdweg zagen we een drietal wielrenners zwoegen en ploeteren tegen de harde noordoostenwind in. Dat was ons vandaag bespaard gebleven.
Om half 2 waren we terug bij de Leidse IJshal. De 25e keer, dat de IJVL een wintertriatlon, run-skate-run of winterbiatlon organiseerde, zat er op.
Ook al kon je hier niet schaatsen op natuurijs, zoals in Fryslân en ook al was hier geen pak sneeuw gevallen zoals in Zeeland Limburg, het was, met her en der een vliesje ijs in de sloten, toch wel degelijk een échte winterbiatlon!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten