In Trouw staat sinds begin 2013 iedere woensdag een serie over belangrijke momenten uit de geschiedenis van het Koninkrijk der Nederlanden. Deze bestaat dit jaar 200 jaar.
Waren we ten tijde van de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën een uitzondering te midden van de koninkrijken, nu zijn we een van de circa 10 koninkrijken te midden van de republieken.
Maar in Engeland, waar alles met veel meer pracht en praal in stand wordt gehouden, hebben ze een zeer raak getypeerd understatement voor "Holland": een republiek met een kroontje.
Vandaag stond het jaar 1909 centraal: op 2 januari werd de allereerste Elfstedentocht verreden, die gewonnen werd door Minne Hoekstra.
Onder de kop "Ezels die op het ijs dansen" wordt het ontstaan van de nog maar 15 keer verreden Tocht der Tochten beschreven.
Pim Mulier had in december 1890 de 200 km geschaatst en hij wilde deze eeuwenoude traditie van het per schaats op één dag aandoen van alle Friese steden in georganiseerd verband vorm geven.
Wat dat aangaat staat ons op eigen houtje rijden van de Elfstedentocht in februari 2012 in een lange traditie.
In het artikel wordt de Elfstedentocht geplaatst in de geschiedenis van het schaatsen in ons lage land vanaf de Kleine IJstijd tot het heden, met zijn kunstijsbanen: "Maar het plezier op die voorzieningen laat zich niet vergelijken met de nationale euforie in het geval van natuurijs. Er zijn maar weinig talen die woorden kennen voor begrippen als "ijstransplantatie" en "glijweerstand". Tegelijk is er ook altijd een prettige zweem van nuchterheid. "It giet oan" of "It giet net oan"."
Aan die nationale euforie doe ik met alle liefde mee. Sterker nog, ik wakker ze graag aan!
Ik beveel iedereen aan om "Ezels die op het ijs dansen" te lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten