zaterdag 28 september 2013

Shorttrackclinic


Vorig seizoen gaf de IHCL een paar shorttrackclinics in de Leidse IJshal. Het was een doorslaand succes.
Bij theatervoorstellingen zie je dan een bord verschijnen met de tekst: "Wegens succes geprolongeerd".
Een paar jaar geleden heb ik een lezing over shorttrack van Wilf O'Reilley georganiseerd. Dat was de theorie.
Ik had me voor de praktijk bijtijds aangemeld en met Jos Drabbels en Jaap de Gorter was ik ingedeeld in de eerste zaterdaggroep. In het bevestigingsmailtje stond, dat je je een half uur voor de start van de shorttracktraining aan moest melden in verband met het passen van de schaatsen. Daar was geen woord bij gelogen!
Iedere Nederlander kent de uitdrukking "Wie de schoen past, trekt hem aan" wel. Welnu, in mijn geval ging dat niet helemaal op. Bij het eerste paar ontbrak de schoenlip bij de rechterschoen, bij het tweede paar een ring om de bovenflap vast te kunnen zetten, waardoor de kans op een val sterk vergroot zou worden. Het derde paar was veel te smal bij mijn hielen, terwijl bij het vierde paar eveneens een schoenlip ontbrak.

Het vijfde paar paste tenslotte zonder ontbrekende delen. De KNSB mag wel eens beter controleren, of de materialen in orde zijn, voordat ze het doorsturen naar de schaatsvereniging, die deze leenschaatsen heeft besteld!
Zo kwam ik de binnenbaan op, terwijl de shorttrackclinic al begonnen was.
Wankel rijdend op de vaste shortrackschaatsen begaf ik me naar het midden van de baan, waar Cees Juffermans ons uitleg gaf en oefeningen voordeed. Eén van de eerste oefeningen was steppend met het rechterbeen de bocht doorkomen. Dit moesten we 3 rondjes doen. Je voelde, dat je meer grip kreeg en wat zekerder op de hogere schaatsen stond. Bovendien waren het vaste schaatsen. Sinds 1998 had ik niet meer op vaste ijzers gereden, dus het was dubbel wennen.
De training stak heel goed in elkaar. We moesten in tweetallen rondjes gaan rijden, waarbij de buitenste schaatser de ander in de bochten tegenhield, zodat je goed in de bochten kon hangen. Dat lukte prima. Daar ik bij een ervaren lid van de IHCL was ingedeeld, hoefde ik niet naar buiten, waardoor ik dubbel zo lang op het schuin hangen in de bocht kon oefenen.

De oefening werd wat moeilijker gemaakt. We moesten in de bocht veel langer op het linkerbeen glijden. Ook hier had ik het voordeel van de dubbele hoeveelheid binnenbochten. Dat kwam mooi uit bij het zelf bochten lopen, waarbij we de eerste helft van de bocht op links moesten glijden en de tweede helft twee overstappen moesten maken. Het begon zowaar een beetje op shorttracken te lijken! Dat vond oud-Olympiër Cees Juffermans ook.
We kregen de Canadese bocht voor onze kiezen. Kort door de bocht in het kwadraat. Binnen 10 meter moesten we proberen op een volledige bocht te lopen. De eerste paar keer ging het moeilijk, maar nadat er een klein blokje was neergelegd, waar we met het linkerbeen moesten gaan glijden om aansluitend met rechts een behoorlijk haakse bocht te maken, lukte bet stukken beter.

Na nog een paar "gewone" bochten gelopen te hebben, mochten we een relay doen, waarbij je je teamgenoot met een flinke duw op weg moet helpen. Hier ging ik, door het niet goed inschatten van mijn eigen snelheid ten opzichte van Jaap, de eerste keer de mist in. Gelukkig mochten we nog even door, zodat ik een herkansing kreeg, waarbij het wel lukte.
De shorttrackclinic was letterlijk en figuurlijk omgevlogen. Ik vond het veel leuker dan ik vooraf had gedacht. Het is wel zwaarder dan gewoon schaatsen doordat er veel meer druk op je benen komt te staan. Je benen lopen eerder "vol".
Als blijk van waardering gaf ik aan trainer Cees Juffermans een exemplaar van "Molen- en Merentocht".

"Wie is die voorste schaatser op de foto?" kreeg ik als vraag.
"Dat ben ik", antwoordde ik geheel naar waarheid.
"Hoe kom je aan dat TNT-pak?"
"Dat heb ik gekregen van je broer Joost!"
De wereld is soms maar klein. Net als een shorttrackbaan....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten