Er zijn van die weekenden, die helemaal volgepland staan met leuke dingen. Dit was er zo eentje. In juni had ik me al ingeschreven voor de Zevenheuvelenloop, een paar maanden geleden kwam daar de reünie van jongerenkoor Oktopus bij. Zo op het eerste oog geen ideale combinatie.
"Dan maar een paar minuten later finishen", was mijn motto. Sommige koorleden heb ik 30 jaar gelden voor het laatst gezien, dus dat had nu voorrang. Vooral omdat ik in het organisatiecomité zat. Dit betekende echter niet, dat ik een gedegen voorbereiding oversloeg.
Integendeel. Gisteren was ik er druk mee in de weer. Alles moest klaar staan en liggen, zodat ik op zondagmorgen meteen na het ontbijt kon vertrekken. Alle proviand zat erin, tot aan de gesmeerde sneetjes mueslibrood aan toe.
Daarnaast maakte ik de tas met spullen voor de Oktopus-reünie in orde. Ik nam de nodige spullen mee: van de lijst met namen tot een stapel boeken. Na me geschoren en gedoucht te hebben fietste ik naar het Transferium in Leiden, waar ik om kwart over 5 opgepikt werd door Joop en Gea Beenakker. De voorpret begon al meteen in de auto.
Normaal gesproken zou ik rustig op de fiets naar Nieuw-Vennep zijn gegaan, maar gezien de 15 km, die ik in Nijmegen mocht gaan lopen, leek mij een fietsrit van 20 km om 2 uur 's nachts toch niet zo'n geslaagd idee.
Tussen alle geintjes in de auto hadden we het ook nog over de bisschoppen, die in hun ijver om de Katholieke kerk zo sektarisch mogelijk te maken, besloten hebben om "Stille nacht, heilige nacht" en "De herdertjes lagen bij nachte" uit het liedboek te schrappen.
Heren bisschoppen: wanneer zit de Katholieke kerk nog vol? Met de Kerstnachtdiensten. En wat wordt er dan gezongen? Inderdaad. Deze liedjes. Ze behoren wat dat aangaat tot ons culturele erfgoed. Heb je als kerk nog een lijntje naar zeer veel (voormalige) gelovigen, dan moet je dat juist koesteren!
Onder de naam "Oktoplus" gaven wij het goede voorbeeld. De kerk zat weer eens helemaal vol en waar de eerste repetitie zeer matig verliep, de tweede al aardig wat beter, maar nog lang niet goed, daar zongen we nu vol enthousiasme. Dat was altijd al ons handelsmerk, maar het is leuk, als het dan bij de uitvoering nog lukt ook!
Met een kleine 70 koorleden hadden we het qua omvang grootste "Oktopus" geëvenaard. In de 10 jaar van het bestaan was het net een duiventil. De een kwam, de ander ging.
In schril contrast met ons enthousiast gezang stonden de lezingen. Deze stonden bol vol hel en verdoemenis: apocalyptische teksten. Deze stonden al vast en met kapelaan Ruben Torres viel daar niet over te onderhandelen. Wij lieten ons hier niet door weerhouden om heerlijk ouderwets te knallen met ons gezang.
Dirigent Joop Beenakker vroeg later op de terugweg naar Leiden hoe het mogelijk was, dat het bij de repetities niet liep en nu ineens wel.
"Ach Joop", antwoordde ik: "Datzelfde heb ik regelmatig met sporten. In trainingen loopt het minder en als je er moet zijn voor het leveren van een topprestatie, dan komen er plotseling onvermoede krachten naar boven. Je stijgt dan als het ware boven jezelf uit. Een kwestie van concentratie. Bij het oefenen lukt het op een of andere manier niet, maar wel als het er echt om gaat."
Na het zingen gingen we in een euforische stemming naar "De Ring", waar we een gezellige avond zouden hebben met elkaar. Als penningmeester was ik een van de eersten. Ik moest van de laatkomers nog geld innen en, nog belangrijker, de consumptiebonnen uitdelen. Dit tweede deel nam Els van Kerkwijk van mij over.
Na ons een half uur aan deze taken gekweten te hebben, wachtte de penningmeester van Oktopus nog een tweede taak. Het in het zonnetje zetten van diverse mensen.
Ik begon met de dirigent. Behalve een enkele roos kreeg hij het boek "Octopussen".
Daarna was kapelaan Wim Al aan de beurt, in de beginjaren van Oktopus de steun en toeverlaat van het jongerenkoor. Hij gaf ons de ruimte om te experimenteren. Kom daar nu nog eens om in de Katholieke kerk.
Van kapelaan Al kregen we de uitnodiging om een keer in Haarlem te komen zingen. Daar willen we graag gehoor aan geven. Oktoplus op herhaling!
De drie comboleden Aad Mesman en Jan en Fred Kolman kwamen gedrieën aan de beurt. Tot slot was er een bos bloemen voor Conny Langelaan, degene, die van het organisatiecomité verreweg het meeste werk heeft verricht.
Na de toespraakjes kon het feest echt beginnen.
Ik sprak met diverse mensen, waaronder enkele koorleden, die net als ik fervente schaatsliefhebbers waren.
Marga Blom, Piet Verhoeven en Monique Nijssen kregen "Molen- en Merentocht" met het verzoek om geld te storten op giro 555 ten behoeve van de slachtoffers van de orkaan op de Filippijnen.
Ik herkende zeer veel in de woorden van laatstgenoemde: "Mijn baas weet, dat ik met natuurijs weg ben."
Waar heb ik dit eerder gehoord?
Verder praatte ik wat langer met mijn oud-klasgenoten Gerard Sessink en Agatha Kortekaas en verder met Marion Mense, terwijl er tussentijds gedanst en gezongen werd met als onbetwiste hoogtepunt het door Bas Warnink en Tim de Beer a capella gezongen Totus Floreo in de bewerking van Ougenweide.
De sfeer van deze zeer gezellige reünie is verder prima weergegeven in deze fotoselectie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten