Er zijn dagen, dat ik heel serieus schaatsles geef. Het zijn er niet veel, dat geef ik volmondig toe, maar ze zijn er wel. Vandaag was zo'n dag.
Ik had de afzet, en dan met name de zijwaartse afzet tot hoofdonderdeel van mijn les gebombardeerd. Het belang ervan heb ik leren kennen in Thialf, waar Herco Liem tijdens een "Krasse Knarrenkamp" de middagsessie hier aan wijdde. Tot die dag verkeerde ik in de waan, dat ik keurig zijwaarts afzette....
Soms is het goed, dat iemand je op je fouten wijst, maar het is nog veel beter, als je dan met oefeningen leert, wat je wel moet doen. Eigenlijk kun je met de zijwaartse afzet niet genoeg overdrijven.
Vaak heb je namelijk het gevoel, dat je netjes vanuit je heup zijwaarts afzet, maar in de praktijk zet je dan toch nog vrij ver naar achteren af. Het resultaat is, dat je afzet minder effectief is. Een deel van de afzetkracht verdwijnt letterlijk in het luchtledige. Bij de puur zijwaartse afzet is dat niet het geval. Alle kracht kun je benutten om je tegen het ijs af te zetten.
Als je dan ook nog eens het motto "Niet wegtrappen, maar wegduwen" hanteert, dan gaat je afzet met sprongen vooruit. En jijzelf ook!
Hoe breng je dit op kinderen over? Daar komen een paar aspecten aan de orde.
De kinderen moeten het verschil leren ervaren tussen de achterwaartse en de zijwaartse afzet. Je laat ze eerst "steppen", om ze pal erna zijwaartse af te laten zetten. Ze hebben al snel in de gaten, dat ze dan harder gaan.
Voor je hier echter aan toekomt, moet je de kinderen leren om terug te sturen. Bij de inzet van een slag glij je immers niet recht naar voren, maar een beetje schuin. Je moet dus zo ver terugsturen, dat je standbeen recht naar voren wijst. Dan pas kun je aanvangen met de puur zijwaartse afzet.
Maar ja, voor je terug kunt sturen, moet je "achterop zitten". Je moet dus heel veel druk op je hiel hebben. En de ideale oefening, om dat voor elkaar te krijgen, is grote stappen maken met het been zo hoog mogelijk boven het ijs. Ik noem dat altijd "de clownstap".
U ziet het, ik was heel serieus bezig.
Maar niet zo serieus als bij de trainingsgroep naast me. Daar viel een kind plat op haar gezicht en liep ze een bloedneus op.
Dat is het verschil: ik was serieus, de andere trainer was bloedserieus!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten