Ik was gisterenavond zeer benieuwd, hoe het schaatsen zou gaan na de kramp in de rechterkuit in de nacht.
Overdag voelde ik het vooral, als ik opstond, nadat ik een tijdje gezeten had. Daar ik bij mijn werk regelmatig dingen op een computer op moet zoeken, was dit zitten onvermijdelijk.
Daar ik ongewis was, hoe het zou gaan, had ik me voorgenomen om vooral op techniek te gaan schaatsen. Veiligheidshalve had ik compressiekousen aangetrokken om het melkzuur eerder uit de kuiten af te voeren.
In het begin ging het rustig. Er reed een groep van ongeveer 15 nieuwelingen op de baan, die nog niet bekend waren met de regel, dat de snelle schaatsers in de Leidse IJshal aan de rechterkant schaatsen en de langzame aan de linkerkant: precies andersom in vergelijking met een binnenbaan. Doordat diverse nieuwelingen zich aanvankelijk niet aan deze regel hielden, moesten we af en toe in de remmen. Eerlijk gezegd vond ik dat niet zo heel erg: zo kon ik de spieren rustig los rijden.
Tot mijn stomme verbazing kwam ik daarna een kwartier op kop van het snelle peloton te rijden, terwijl ik voelde, dat ik minder hard reed dan gebruikelijk dit seizoen. De rest van de snelle groep dacht daar ook zo over, want op een gegeven moment werd ik door het hele peloton ingehaald en kon ik niet aanhaken.
Maar ik had nog wel zo'n snelheid, dat ik in mijn eentje het gewone peloton een aantal keren dubbelde. Langzamer dan de rest, maar toch....
Een klassiek voorbeeld van het gezegde "tussen servet en tafellaken".
Daar ik het niet constant vol kon houden om in mijn eentje telkens rondjes te pakken, sloot ik me na een half uur aan bij het peloton. In deze groep van een kleine 20 man kon ik in een iets langzamer tempo ineens wel technisch goed schaatsen. Het ging dan weer zo lekker, dat ik af en toe een rondje pakte op het peloton om dan weer een aantal ronden in de luwte mee te rijden. Zo "zwom" ik de rest van de tijd tussen de snelle groep en het peloton.
Af en toe voelde het alsof ik een beetje pap in de benen had. De power ontbrak gewoon. Niet zo prettig, anderhalve week voor de 1000 rondjes van Leiden.
Toch vond ik het een goede training. Ik heb immers geen garantie, dat het op zondag 15 december wel lekker loopt. En dan moet je ook doorgaan. Juist dan!
Derhalve schaatste ik een uur en een kwartier onafgebroken door, op het laatst door achter de technisch zeer verzorgd schaatsende Wierd Wagenmakers aan te rijden.
Het laatste kwartier besteedde ik door Paul, de student die bij SKITS schaatst, de fijne kneepjes bij te brengen van de bochtentechniek, die je nodig hebt om de 2000 bochten op 15 december te kunnen overleven. Kort samengevat komt dit neer op zo min mogelijk pootje over doen. Hierbij komt immers veel druk op het linkerbeen te staan, waardoor dit been vrij snel verzuurt.
Je kunt het beste vanaf het begin zo lang mogelijk op je rechterbeen in de bocht doorglijden, maar op een gegeven moment kun je het beste tweebenig de bocht in glijden, twee slagen rechtuit doen en dan weer tweebenig de bocht uit glijden. Een beproefde techniek, die helpt om de 1000 rondjes van Leiden te volbrengen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten