Het was zowaar eens een zonnige dag na de vele regens van de afgelopen maand.
Het was heerlijk weer om te gaan hardlopen. Hans Boers was verhinderd, dus ik ging in mijn eentje van huis uit lopen.
Langs de Schenksloot liep ik naar de Rijndijk en vandaar naar het Valkenburgse Meer.
Ik liep door naar de Wassenaarse Zijl over het met veel wandelaars in bezit genomen fietspad. Ongeveer 100 meter voor me liep een andere hardloper in een oranje trainingsjack. Hoe ik ook mijn best deed, om dichterbij te komen, het lukte me aanvankelijk niet om dichterbij te komen. Dat lukte uiteindelijk door het trainingsschema van deze loper. Om de kilometer stopte hij een seconde of 10, kennelijk om zijn kilometergegevens vast te leggen in een trainingslogboek. Na een tweetal van deze stops had ik hem bijgehaald.
Ondertussen waren we langs de Wassenaarse Zijl een tiental veelal in het geel gehulde lopers en fietsers tegengekomen. Aan de hand van de opdruk "Roparun" op één van de shirts was hun trainingsdoel duidelijk te traceren.
Bij de jachthaven van Wassenaar sloeg ik linksaf om langs het Adelbert College en de Amerikaanse school over de Via 44 weer naar Leiden terug te lopen. Ter hoogte van de laatstgenoemde school kwamen een vader en zijn zoontje me tegemoet gereden. Het jongetje vroeg aan zijn vader: "Hoe komt het, dat we alweer tegenwind hebben?"
Waar heb ik dat eerder gehoord?
Langs de Haagsche Schouw en de Rijndijk liep ik het fietspad langs de Schenksloot af tot bij de molen, waar ik een prachtig uitzicht had over de weilanden en aan de hemel de kleurenpracht van vele pasteltinten in de sluierbewolking.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten