Het staat een beetje in een kwade reuk: berekenend rijden. Je kent ze wel, de wielrenners, die in een kopgroep meefietsen en vrijwel geen meter kopwerk voor hun rekening nemen om er in de laatste kilometer als een haas vandoor te gaan.
Normaal gesproken bezondig ik mij niet aan berekenend rijden, maar vandaag moest ik er toch aan geloven. Ik was niet echt tevreden over de tijd, die ik gelopen had bij de halve marathon van gisteren. En dan rest slechts één ding: meten is weten!
Het was prachtig weer, dus ik zat vanmorgen al om 8 uur op de fiets. Ik reed, zo goed en zo kwaad als het gaat, op weg naar mijn werk in Katwijk, de route die ik gisteren gelopen had naar de Wassenaarse Slag. Helemaal exact was dit niet te meten, daar ik in de Ganzenhoek over onverharde duinpaden heb gelopen. Door over het fietspad naar Den Haag te rijden tot waar dit pad het fietspad kruist, kon ik deze extra lus wel redelijk berekenen.
Zo kwam ik uit op 12,5 km. Heen en terug zou dat dus neerkomen op 25 km. Er was echter een maar. Ik had op de heenweg deels anders gelopen dan op de terugweg. Voor het gemak trok ik er 2 km vanaf: het fietspad van mijn huis naar de Rijndijk en weer terug. Dat hield in, dat ik 23 km gelopen zou hebben.
Daar het zulk lekker fietsweer was, besloot ik om 's middags ook door de duinen naar huis te fietsen. Ik reed van Katwijk naar de Wassenaarse Slag om via Rijksdorp en de volkstuin naar de loopbrug over de nu zeer drukke A44. De teller stond op 10,3 km.
Na omgereden te zijn via de Haagsche Schouw bleek bij het nameten van het traject naar mijn huis daar nog 1,7 km bij te komen. Totaal dus 12 km. Gevoegd bij de 12,5 km van de heenweg bleek mijn halve marathon 24,5 km lang te zijn geweest.
Ik was tevreden, want dit zijn toch de beste trainingen: behoorlijk wat meer doen, dan je van plan was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten