Vandaag stond de laatste echte test voor de marathon van Leiden: de Omloop van Noordwijkerhout. Deze slotloop van het Zorg en Zekerheid Circuit heb ik al diverse keren gelopen. Normaal gesproken loop je dan langs de in volle bloei staande tulpenvelden, maar dit jaar waren deze uitgebloeid en gekopt.
Om half 10 fietste ik via Oegstgeest en de slingerweg langs camping "Koningshof" naar Voorhout om langs de Leidse Vaart naar "De Schelft" in Noordwijkerhout toe. Hier schreef ik me in voor de 21,1 km, waarna ik me om ging kleden in een van de kleedkamers.
Na een laatste toiletbezoek begaf ik me met nummer 2339 op de buik naar het startvak. De zon brak door het schapenwolkendek heen en het werd een stuk warmer. Ik stroopte mijn mouwen maar meteen op.
Om 11 uur klonk het startschot en vanuit de achterste rijen werkte ik me langzaam maar zeker naar voren. Na een paar kilometer hopte ik van groepje naar groepje. Tegen de wind in liep ik vaak op kop. Op weg naar de enige zware klim op 4 km kwam Peter Diebels naast me lopen. Hij genoot van mijn blog: "Jij schrijft altijd leuke sfeerverslagen!"
Op de lastige klim liep hij met speels gemak van me weg. Hij zou uiteindelijk in 1.31.57 de finish halen. Meegaan in zijn tempo zou zelfmoord betekenen.
Daar de rest van de groep ook in zijn tempo meeging, kwam ik met een andere loper te zwemmen tussen 2 groepen in te "zwemmen". De eerste 5 km ging in 23.10. Behoorlijk snel dus.
Over de schelpenpaden kon je de ideale lijn volgen, maar dat gold niet voor de bochtige fietspaden, waar we ook overheen liepen. Het was behoorlijk druk met toerfietsers en groepjes wielrenners. Je moest dus goed uitkijken.
Op 9 kilometer was de tweede drinkpost. Hier nam ik 2 bekers water. Ik werd zodoende bijgehaald door een groep lopers, met wie ik op zou lopen tot de volgende drinkpost. Het grootste deel van die 5 km liep ik op kop. Er was iemand, die af en toe de kilometertijd aangaf: 4.35.
Dat klopte ook wel met de tussentijd op de 10 km: 46.50. Groot was mijn verbazing, toen ik de tijd bij de 15 km zag: 51.40. In dit tempo zou ik de Kenianen er dik uitgelopen hebben. Dat klopte dus niet. Het was dan ook de klok van de 10 kilometerloop.
Desondanks had ik het idee, dat ik nog steeds op het schema van 1.40 liep. Door de drinkpost, waar ik een Squeezy-gel nam, dat ik wegspoelde met water, had ik het contact met de groep lopers verloren. Met een paar andere lopers liep ik naar de Leidse Vaart, waar we de matige wind tegen kregen. Op de spoorbaan aan de overzijde van het water stond een trein stil.
"Kijk, de eretribune", zei ik tegen mijn metgezel.
Een kilometer verderop stopte een tweede trein.
"Die passagiers willen ook op de eretribune zitten", kreeg ik als snedig antwoord terug.
Dat wordt dan ook de nieuwe slogan van de NS bij vertragingen. Het wordt niet meer: "De NS zet bussen in", maar "De NS zet de eretribune in!"
En gelijk had hij. Nu de bollenvelden uitgebloeid waren, moesten de hardlopers voor het kleurige lint door het land zorgen.
Mijn metgezel had iets in huis, wat ik ten enen male ontbeer: hij kon versnellen. Zodoende werd ik bij de Pilarenweg bijgehaald door een trio andere lopers, die dit ook hebben. Op karakter kon ik in de laatste kilometer aanhaken met 1.35.00 op de klokken bij de 20 km.
Het zou er om hangen, of ik wel of niet onder de 1.40 zou duiken. De brutotijd werd uiteindelijk 1.40.16. Het zou er om hangen, of de nettotijd net wel of net niet onder mijn streeftijd uit zou komen.
Toen ik 's avonds op de computer de uitslagen bekeek, dat ik, dat het nipt gelukt was: 1.39.58. Ik had met een gemiddelde snelheid van 12,6 km per uur nog exact 1 seconde speling....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten