Om een uur of 7 werden we wakker na een verkwikkende nachtrust. In alle rust pakten we alles weer in de fietstassen, die we naar beneden sjouwden en op de fietsen mochten doen voor we gingen ontbijten.
Een Deens stel zat aan onze tafel bij het ontbijt. Hij wandelde veel in de bergen. Ze zaten 2 weken in het hotel. De eerste week was het elke dag 37 graden.
Het was prachtig weer, maar vanmiddag zouden er buien komen. Na Hotel "Bismarck" op de foto gezet te hebben, beklommen we om 9 uur de fiets, in eerste instantie om de R1 weer te vinden.
Deze vonden we na een lange klim richting Ilsenburg.
Door een mooi eeuwenoud bos klommen we verder, daalden we, klommen we opnieuw om na een afdaling bij Eckertal de voormalige DDR-grens over te steken.
Onze eerste maal samen achter het voormalige IJzeren Gordijn werd door een passerende wandelaar op de foto vastgelegd.
Het volgende deel van de route was volgens het boek "sehr holprig".
Nou, dat was zachtjes uitgedrukt. Zeer hobbelig? We klommen over een beekbedding met aan alle kanten waterstroompjes, die hun weg omlaag zochten. Dat werd dus grotendeels lopen.
Ada kreeg de smaak te pakken, want bij de eerstkomende driesprong koos zij voor een beekbedding omlaag. Het hotste en botste wat minder dan omhoog, maar aangenaam was anders.
Zo bereikten we Ilsenburg, maar aan een andere kant dan gedacht. We hadden toch het andere pad bij de driesprong moeten kiezen.
In Ilsenburg zagen we op zondagmorgen heel veel gemeenteambtenaren werken. Ze waren de wegen van grond aan het ontdoen. Het noodweer had hier kennelijk flinke modderstromen veroorzaakt afgelopen avond en nacht.
Dat verklaarde waarschijnlijk ook de beek op de R1.
Ilsenburg is trouwens een erg leuk plaatsje. Via Drübeck vervolgden we de weg naar Wernigerode, een onverwachte parel op onze route. De binnenstad is schitterend!
Bij een Bäckerei aan de grote markt met een mooie fontein zaten we op het terras, terwijl bij het Rathaus een man in 16e eeuwse kledij uitleg stond te geven aan een groep toeristen.
Maar het hoogtepunt van de dag was de Duitse oma, die met haar 3 kleinkinderen een gezellig dagje uit was.Door de telefoon zat ze constant haar beklag te doen.
De kinderen mochten een spaghetti-ijs bestellen, waarna oma geregeld had, dat een omstander dit gezellige tafereel op de foto mocht zetten. Een kleinzoon wenste hier niet aan mee te werken. Hij liet zich van zijn stoel zakken, toen de foto gemaakt werd.
Even later vertrok hij met zijn zusje of nichtje naar de fontein om heerlijk in het water te spetteren.
De hele familie stond daar, toen het Spaghetti-Eis bezorgd werd. De serveerster zag niet, op welke tafel het moest.
Oma stond inmiddels aan de andere kant van het plein.
"Haben Sie € 20,- bezahlt?", kreeg Grossmutter te horen.
"Es hat mich zu lange gedauert", riep ze terug en liep weg.
Je zult maar gezegend zijn met zo'n oma....
Wij betaalden netjes de aardbeiengebakjes, de Milchkaffee en de met ijs gekoelde chocolademelk.
Met een rondje door de binnenstad en het pinnen van leefgeld voor de komende dagen verlieten we Wernigerode.
We hoorden veel sirenes. Aan de rand van de stad waren 2 auto's op elkaar geknald. Als er diverse ambulances én een brandweerwagen op af komen, kan dat maar 1 ding betekenen: er moet iemand uit de auto gezaagd worden.
Daar de weg was afgezet, was het erg rustig naar Benzingerode. Hier spraken we een fietser uit Keulen, die last had van zijn bovenbeen. We hadden wat spiroflor voor deze Duitser.
Langs een beek en door een prachtig bos reden we naar Kloster Michaelstein. De lucht begon te betrekken en het rommelde al aardig, toen we tussen de Middeleeuwse kloostergebouwen door fietsten.
Na een rit door het bos en enkele klimmen kwamen we bij Schloss Blankenburg uit.
Na wat foto's te hebben genomen, aten we onder een afdak van een fabriekje.
Dat was geen overbodige luxe. Het onweer kwam steeds nadrukkelijker dichterbij.
Eerst spetterde het, terwijl we lunchten, maar weldra brak het noodweer los.
De weg veranderde in een mum van tijd in een bruine beek. Het duurde een half uur, voordat we verder konden gaan.
We klommen en daalden over bospaden, die af en toe flink drassig waren. Via Thale, waar ik de achterrem wat strakker zette, reden we door zeer glooiend boerenland naar Bad Suderade.
Bij Bückeberg dronken we koffie en jus d'orange voor we over onverharde paden naar Gernrode fietsten om door een wederom prachtig bos richting Ballenstedt te koersen.
Bij een uitzichtspunt aten we onze appels op, waarna eern vrij drassig onverhard pad ons bij Schloss Ballenstedt bracht.
Het was inmiddels half 6. Tijd om een onderdak te zoeken. Na 3 vergeefse pogingen was het bij de vierde prijs. In de tuin van een huis aan de Heinestrasse konden we terecht in een trekkershut. En dat voor € 24,- p.p. inclusief Frühstück.
We laadden de fietsen af en gingen om beurten douchen.
Tegen zevenen daalden we over de enorme Allee af naar die Altstadt, waar we op het terras van Treffpunkt konden eten. We hadden allebei spaghetti met Pfifferlinge. Ada had er gebraden kipreepjes bij, ik garnalen. Het dessert was compleet gelijk: ijs met diverse vruchten. Inclusief Riessling en Ur-Köstritzer was het totaal € 45,50.
Via een rondje door Ballenstedt in het schemerduister kwamen we om kwart voor 10 bij de Heinestrasse uit na 79 kilometer fietsen over grotendeels onverharde paden.
Ada las verder in "Het leven is verrukkuluk" van Remco Campert, terwijl ik ging beginnen aan "De verrekijker" van Kees van Kooten, die Ada al uit had.
Om 11 uur gingen we naar DDRomenland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten