De wekker was niet nodig. Ada was er om 6 uur al uit op wat de warmste dag van het jaar zou worden. Bij het ochtendgloren was het al een graad of 20. Ik laadde mijn fiets op, terwijl Ada nog een was draaide. We ontbeten samen, waarna Ada haar fiets oplaadde.
Om kwart over 7 fietsten we naar Zoeterwoude. Althans, dat was de bedoeling. Langs de Korte Vliet vroeg ik aan mijn verstrooide professor: "Waar is je bidon?"
"Thuis", was het eerlijke antwoord en dat werd onze eerste bestemming. Met de voorspelling, dat het tropisch warm zou worden, kun je niet zonder water.
Met marathonschaatsen wordt altijd begonnen met een loze ronde van 400 meter. Welnu, die van ons was 4000 meter.
Om half 8 begonnen we opnieuw aan onze fietstocht naar Praag. Via Zoeterwoude, Hazerswoude en Boskoop reden we naar Bodegraven, waar we om kwart voor 10 na 40 km fietsen wat wilden drinken. Helaas, alles was nog dicht. Derhalve fietsten we over de LF4a naar Woerden, waar we in de schaduw bij een High Tea-zaak cappuccino en koude chocolademelk bestelden met een stuk citroentaart.
Om 11 uur fietsten we richting Utrecht. Behalve dat we veel stoplichten tegen hadden in Leidsche Rijn, ging alles goed tot we in het centrum van de Domstad kwamen.
Alles was opengebroken rondom het station, zodat we én de LF4a én de knooppunten kwijt waren. Kom dan maar eens goed uit een grote stad.
De stad uitkomen lukte wel, maar veel te noordelijk. We pasten bij De Bilt bij het eten ons reisdoel aan. In plaats van een camping bij Wageningen kozen we nu voor een kampeerterrein bij Lunteren.
De route voerde voor een flink deel door de bossen en dat was met deze tropische temperaturen zeer aangenaam. We wilden een stukje afsnijden, omdat de knooppunten soms rare bochten maken, maar dan is het bijzonder lastig om de route te vinden. Via Austerlitz reden we naar Woudenberg, waar we een ijsje namen.
De Gelderse Vallei is wat kaler, dus ook meteen veel warmer. Op weg naar Scherpenzeel kwamen we langs de wandelpaden naar landgoed Lambalgen, ons niet geheel onbekend.
Via Renswoude fietsten we naar Doesburgerbuurt, waar een paar capings moesten zijn. Bij een ervan moesten we of over een zandpad met mul zand fietsen, of een stuk omrijden. We kozen voor de tweede optie. De beloofde borden halverwege bleven achterwege. Zo belandden we na 122 kilometer fietsen niet bij "'t Gelloo", maar bij "De Scheleberg", een camping die ons bekend was.
Op het bloedhete veld zetten we om 4 uur de tent op, douchten ons om beurten en om 5 uur zaten we op de fiets naar Ede. Een oom en een tante van Ada waren 50 jaar getrouwd. Langs drukke wegen trapten we via het centrum van Ede naar landgoed Hoekelum. In het statige theehuis en het aanpalende terras was het feest.
"Jullie hebben de groepsfoto gemist", kregen we te horen.
Maar ja, het feest begon om 4 uur en het was inmiddels half 6 geweest. Ada deed haar nieuwe jurk aan, terwijl ik met deze en gene praatte op het terras. Op het grasveld onder de boom speelde een neef op de accordeon.
Een half uur na onze aankomst konden we aan tafel. Er was een lopend buffet met vel soorten vis en een paar soorten vlees. Ada zat aan tafel met veel neven en nichten, ik was aangeschoven bij mijn schoonvader. Na nog een tweede portie gehaald te hebben, begaven we ons na het terras, waar de muzikale neef nu op de gitaar relaxte muziek speelde.
Om 9 uur was het feest afgelopen en fietsten we in de schemering naar "De Scheleberg" terug, waar de kilometerteller op 142.36 stopte. Ik vermoed, dat we de begindag niet meer zullen overtreffen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten