Vanmorgen haalde ik mijn schaatsen op in de winkel van Ooms Sport in de Leidse IJshal. Marjolein Donkerbroek had flink staan zwoegen op de nieuwe ronding. De diameter was van 23 meter naar 21 meter teruggebracht.
De eerste paar rondjes was het even wennen, maar na 2 rondjes reed ik er weer op, alsof ik niet anders gewend ben. Over zoveel subtiliteit, dat ik het verschil tussen 21 en 23 meter voel, beschik ik kennelijk niet.
Die subtiliteit had ik niet nodig om te constateren, dat er op het rechte eind aan de kant van de spoorbaan water op het ijs druppelde. Er ontstond op het ijs een plasje met in het midden een klein putje. Nu zijn de "Krasse knarren" ervaren genoeg om deze plek mis te houden. Ik schatte in, dat er minstens 7 eeuwen schaatervaring rondreed in het peloton, dus wij wisten goed, wat we moesten doen en vooral moesten laten.
Zeven eeuwen terug zouden we uitkomen bij dit soort taferelen.
Desondanks reden we rond als een stel jonge honden. Het tempo lag flink hoog. Het ging een stuk harder dan afgelopen dinsdag. Maar zolang er geen afhakers zijn, is het kennelijk het goede tempo voor deze groep. Ondanks dit tempo reden we keurig om de lekplek heen.
Dat kon een der aanwezigen in de kantine niet, toen hij een melding kreeg van de benedenburen thuis. Er was een flinke lekkage. Kennelijk stonden de sterren niet zo gunstig voor lekwater, of juist wel. Het is maar, hoe je het bekijkt!
Nu we het toch over water hebben: van Wierd Wagenmakers hoorde ik, dat Kees Borst tegen hem gezegd had, dat er dit jaar veel rood kroos in de sloten lag.
Op andere jaren met veel rood kroos volgde een koude winter. Na het goede mastjaar het tweede sein, dat de winter wel eens kouder uit zou kunnen pakken, dat je op grond van de hoge zeewatertemperatuur zou mogen verwachten.
Met Sinterklaas en Zwarte Piet op komst zou ik zeggen: "Vol verwachting klopt ons hart...."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten