Met het oog op de Zevenheuvelenloop, die over 2 weken op het programma staat, hadden Hans Boers en ik vandaag een duin- en strandtraining op het programma staan. Na vanmorgen met Ada naar de volkstuin gefietst te zijn op deze onverwachts zonnige dag, waarop met name veel wielrenners nog profiteerden van deze mooie novemberdag, fietste ik om kwart voor 12 naar station Voorschoten, waar Hans me oppikte.
Vanaf ons vaste vertrekpunt in Wassenaar liepen we door het prachtige herfstbos naar "De Klip". Deze klim is redelijk vergelijkbaar met de zwaarste uit de Zevenheuvelenloop, dus wat dat aangaat een goede training. Maar er volgden nog wat korte felle klimmetjes op het schelpenpad langs het fietspad naar Den Haag.
Op dit deel werden we ingehaald door een andere loper, die al snel 20 meter voorsprong op ons nam. Dit lieten Hans en ik niet op ons zitten. Kop over kop probeerden we het gat te dichten, maar wat we ook probeerden, de achterstand kregen we niet weggepoetst. Maar het was vel een mooie intervaltraining halverwege de loop.
Ter hoogte van Meijendel liep onze haas rechtdoor, terwijl wij afbogen naar het strand. Na de zeereep beklommen te hebben volgde de afdaling naar zee. Ik weet niet, hoe het komt, maar vaak zit het nummer "Waiting for the sun" van "The Doors" in mijn hoofd.
"At first flash of Eden, we race down to the sea."
Het strand was breed en hard en met de vrij harde wind in de rug hadden we een uitzicht tot aan de haven van IJmuiden aan toe. Bij Wassenaarse Slag klommen we naar het fietspad toe om door het bos bij Ganzenhoek naar "De Klip" toe. Na de afdaling temporiseerden we even om van het mooie duinlandschap te genieten. Juist op dat moment kwam er een wandelaar langs, die de opmerking van de dag had: "Als jullie iemand in willen halen, dan moeten jullie harder hollen!"
Bij de Zevenheuvelenloop zullen we dit advies ter harte nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten