Vanmorgen was het gras achter ons huis weer berijpt. Voor de zoveelste keer de afgelopen weken. De wind zit vrijwel constant in de noordoosthoek, de nachten zijn vaak onbewolkt en er is weinig neerslag gevallen. Een maand eerder zulke weersomstandigheden en we zouden de Vogelplas op kunnen en wellicht nog een tochtje schaatsen op natuurijs.
Maar helaas voor ons: dit luchtdrukpatroon komt te laat. Zodoende zaten we voor het tweede jaar op rij opgescheept met een winter van niks. Dit betekent, dat ik er met mijn definitieve winterverwachting er behoorlijk naast zat. Ik verwachtte, dat het wel een latertje zou worden. Dat klopt, maar maart is gewoon te laat. Ik had het te optimistisch bekeken, mede door natuurverschijnselen als rood kroos.
Nu kun je aan de hand van zo'n voorbeeld de volksweerkunde meteen afserveren, maar daarmee doe je de mensen, die dicht bij de natuur staan, te kort. Mijn ervaring is, dat er in veel weerspreuken een grote kern van waarheid zit. Het is kennis, die in de loop der eeuwen is verzameld. Deze kennis is niet zomaar doorgegeven aan volgende generaties, maar ieder jaar weer getoetst op betrouwbaarheid.
In die tijd beschikten de mensen niet over weersatellieten en computeranimaties. Ze moesten aan de natuurverschijnselen aflezen, wat voor winter het zou gaan worden en daar patronen in proberen te ontdekken. Dat heb ik dus ook gedaan. Maar ja, met welk jaar wil je het warmste jaar ooit gaan vergelijken?
Het gekke is echter, dat ik dat in eerste instantie wel had gedaan. Op 16 september beschreef ik een reƫler beeld van de afgelopen winter dan op 1 december. Maar ja, als schaatser verlang je ieder jaar zo naar natuurijs, dat je die roze bril toch weer opzet!
Denk nu niet, dat er wat mij betreft sprake is van een mislukt seizoen. Ik heb me in de Leidse IJshal prima vermaakt met de "Krasse knarren" en met een behoorlijke hoeveelheid schaatslessen.
Daar kon het materiaalpech, dat ik dit seizoen regelmatig had en de valpartijen door onbetrouwbare bindingen niets aan veranderen. Wat dat aangaat: het ene schaatsseizoen heb je veel pech, het andere jaar lacht het geluk je toe.
Ook al kwam ik in de verste verte niet aan een persoonlijk record, bij zowel de 1000 rondjes van Leiden als de Bert Grotenhuis Bokaal wist ik de afstand van een Elfstedentocht met een snelheid van ruim 27 kilometer per uur af te leggen.
Ik ga meteen na het schaatsseizoen door met de training voor de marathon van Leiden. Dan kan ik mezelf achteraf in ieder geval niet verwijten, dat ik te laat begonnen ben aan de training voor het schaatsseizoen 2015-2016.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten