De wekker stond donderdag op kwart voor 7, maar om 6 uur waren we al wakker. De afgelopen nacht ware er nog wat buien overgetrokken, maar het einde van de natte en winderige weer kwam eindelijk in zicht. Het weer leek veel op dat van onze huwelijksreis in Belgiƫ, toen we ook te maken kregen met storm op storm en openstaande hemelsluizen. Ja, we kregen veel zegen van boven.
We aten een kiwi en wandelden naar de Vink, waar we de trein van half 8 naar Leiden hadden. In de trein naar Rotterdam namen we een boterham met kaas en een mueslibol als ontbijt. In Rotterdam hadden we een half uur overstaptijd, zodat we bij de Broodzaak koffie en warme chocolademelk namen met wat lekkers, voor we om 8 over 9 op weg gingen naar Brussel-Midi.
Daar we een half uur van te voren aanwezig moesten zijn om in te checken, hadden we ruim de tijd genomen, zodat we ons een vertraging met de trein konden veroorloven. Deze hadden we niet.
Bij de controle moesten we traditiegetrouw de reistas op wieltjes op wieltjes uitpakken. Men wilde weten, welk ijzer er in zat.
"Dat zijn vast de deksels van de potten pindakaas", zei ik, hetgeen klopte.
We mochten doorlopen. Dat deden we ook naar een "terras". Bij de Luikse wafels hadden we cappuccino en chocolademelk van witte chocolade. Obelix wist het al: "Rare jongens, die Belgen!"
Om half 1 mochten we in de rij gaan staan om de Eurostar te betreden. We hadden stoel 65 en 66 in rijtuig 15. Deze voerde ons door het landschap van de Groene Valleien fietsroute naar Calais, dat we herkenden van de Noordzeeroute met de kinderen.
In de tunnel lazen we verder in de meegebrachte boeken.
Ada las "Dit kan niet waar zijn" van Joris Luyendijk, terwijl ik me verdiepte in "Rare kostgangers" van Tom Sharpe.
Je moet je vakliteratuur bijhouden, nietwaar.
In de buurt van Dover kwamen we weer boven. Af en toe had je prachtige vergezichten in de tuin van Engeland. Via Ebbsfleet reden we London binnen. Via St. Pancras namen we de trein naar East Croydon. Over een brug staken we the Thames over, zodat we een prachtig uitzicht over het hart van de stad hadden. In East Croydon stapten we over op de trein naar Caterham. Je zag de huizen en vooral de tuinen groter worden naarmate je verder van London af kwam.
In Caterham stond Ana al op ons te wachten. Met haar wandelden we naar hun appartement. We liepen door een typisch Engels stadje met veel bakstenen huizen. Daar we in the North Downs zaten, moest er geklommen worden. Met een rugzak op de rug en een reiskoffer op wieltjes, die naar boven gesleept moest worden, was de vrij steile klim een heuse krachttraining.
We kregen thee met casadielles. Dat ging er wel in. We konden bijpraten tot Siebe thuiskwam van zijn werk. Met zijn vieren maakten we om 6 uur een avondwandeling door Caterham en over de met public footpaths doorsneden golfbaan. Wat een mooi uitzicht had je hier.
Via een ander deel van dit kleine stadje liepen we weer op ons tijdelijke adres af. We aten de boerenkool, die we hadden meegebracht van de volkstuin. De stamppot smaakte heerlijk.
's Avonds speelden we een voor ons nieuw spel. De legenden van Andor speelt in een Tolkien-achtige wereld, waarbij je als spelers samen moet werken om de monsters te verslaan.
Om middernacht zochten we de slaapbank op. Dat klopte, want de slaapbank kwam snel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten