Na een goede nachtrust wilden we op Stille Zaterdag onze gastheer en -vrouw niet storen. We bleven dus een uur lezen.
Ada ging verder in "En dan nog iets" van Paulien Cornelisse, ikzelf in "Wie heeft er wél een boek bij zich?" van Johan Goossens.
Na een stevig ontbijt vertrokken we om half 12 voor een stevige wandeling. We daalden af via de Stevenshof van Caterham om al snel weer te gaan klimmen naar Kenley Common, een vliegveld uit de Tweede Wereldoorlog, dat nu als een groene buffer tussen de diverse dorpen er omheen dienst deed als recreatiegebied. Diverse hardlopers liepen hier rondjes van een mijl. In de verte zag je de krijtrotsen van een afgraving van the North Downs.
Het gespetter bij het vertrek had plaatsgemaakt voor dichte bewolking, maar het was droog. Dat kon niet gezegd worden van het pad, dat we afdaalden. De schoenen werden steeds modderiger vanwege de modderige paden.
We liepen door een bos met aardig wat omgewaaide bomen, die langzaam vergingen, overwoekerd door mos en klimop. Over een smal public footpath achter de diepe tuinen van grote huizen klommen we weer omhoog. Tussen de rasterhekken zagen we een paar herten op nog geen 100 meter van ons stilstaan.
Minutenlang bleven zij en wij stilstaan tot de flits van een foto hen deed wegrennen. Later zagen we ze door een bos dartelen. Wij deden dat ook, maar het was meer soppen dan dartelen. Het deed ons denken aan Dartmoor.
Een Nederlands gedicht bevat de zinsnede "En de boer, hij ploegde voort". Nou, dat deden wij ook. Aan de voetsporen kon je precies zien, waar we gelopen hadden over dit smalle bospad.
We kwamen weer uit op het pad naar Kenley Common. Een stuk of 5 gevelde bomen deden dienst als zitplek voor de lunch.
Het zonnetje deed zijn best, maar het lukte niet om door de bewolking heen te breken, terwijl wij vlak voor het voormalige vliegveld een public footpath namen door de bossen. Eerst zag het er droog uit. De modderspatten ter hoogte van de knieën vertelden het echte verhaal. Het was desondanks een prachtige wandeling, die ons over stille paden en langs prachtige buitenhuizen naar Old Coulsdon bracht.
We kwamen uit in het centrum van Old Coulsdon, waar op het grote grasveld eieren zoeken plaatsvond. Ana en Siebe waren nu weer op bekend terrein en langs de drukke lokale weg wandelden we naar Caterham toe, waar we om 4 uur onze baggerschoenen buiten uittrokken.
Bij de thee werd er druk gelezen in "Dans met mij" van Jean Kwok, ons geschenk aan Ana, in "Dit kan niet waar zijn" en in "En dan nog iets", terwijl ik het dagboek van de mooie maar zware wandeltocht bijwerkte, alvorens te gaan lezen in "If only they could talk" van James Herriot.
We aten rijst met zwarte bonen en spinazie met yoghurt toe. Na de afwas speelden we "De legenden van Andor", waarbij we de overmacht aan monsters wisten te verslaan door een goede samenwerking hun verborgen burcht in te nemen in dit ingewikkelde, maar leuke spel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten