donderdag 6 augustus 2015

Essex


Om half 5 waren wij op. Britse tijd wel te verstaan, maar dan is het nog vroeg. We zagen de kust van Engeland al liggen onder een licht bewolkte hemel.

Een uur later kregen we het sein, dat we konden gaan ontbijten. We namen een croissantje en koffie en thee voor we de trap afdaalden naar dek 3.

Om 7 uur werden we ontscheept en na de paspoortcontrole fietsten we links van de weg Harwich binnen. Al vrij snel zag ik op een fietspad tussen de heggen een ree zich razendsnel omkeren. Hij vond de bepakte fiets te imposant.
Via Dovercourt reden we naar de route toe. Deze viel voor een groot deel samen met Cycleroute 51 naar Colchester. Het was een mooie route door typisch Engels landschap. Met het mooie weer genoten we er met volle teugen van.

In Little Bentley namen we de eerste pauze van de vakantie. Op een bank op het driehoekige grasveld voor pub "The Bricklayer" aten we brood met kaas en rozijnen-notenbrood. De rode telefooncel completeerde het beeld.


Over drukke wegen trapten we naar Wivenhoe, de feministische variant van Ivanhoe.

Wivenhoe is een prachtig plaatsje aan de boorden van de zeearm met meer verschil tussen eb en vloed als in de Waddenzee.
Over een onverhard fietspad langs de Coine reden we Colchester binnen, waar we ponden pinden. In deze wat grotere stad was van alles aangegeven, behalve de richting naar het centrum. Na een niet gewenste bocht kwamen we alsnog in het drukke centrum.
Bij Greggs dronken we cappuccino en warme chocolademelk alvorens we redelijk snel de weg uit het centrum wisten te vinden. Na een korte omweg vonden we de route naar Birch. Over een onverhard pad door een prachtig bos reden we naar een beek toe.

Ada weet wat het is om met een slaapverwekkend persoon getrouwd te zijn, want al fietsend viel ze bijna in slaap. Een hazenslaapje aan de beek deed wonderen. De afdaling tussen de manshoge brandnetels was behoorlijk uitdagend. Een klein stuurfoutje op dit weinig bereden pad en je had de hele dag jeuk.
Op de village green van Triptee namen we onze lunchpauze. Hier berekenden we, dat we de veerpont naar Gravesend konden bereiken. Dat betekende in de middagzon meer buffelen. We namen zelfs het asfaltalternatief naar Heybridge om flink af te kunnen snijden.


In het leuke Maldon deden we hetzelfde. De tocht naar de baai lieten we achterwege. We reden meer in open akkerland en de zon stond aardig te branden. Het werd flink warm. De bidons raakten aardig leeg, terwijl de drukke en rustige wegen elkaar in rap tempo opvolgden.
Tot Lindon ging alles redelijk voorspoedig. We besloten om daar ook een bocht af te snijden, maar dat pakte anders uit. Na bij de McDonald een bevroren strawberryshake te hebben genomen, begon de zwerftocht door Laindon, die dubbel zo veel tijd kostte als de afgesneden bocht.

Maar uiteindelijk kwamen we op de zware klim naar Stanford-le-Hope. Ik reed inmiddels in mijn trainingsjack, daar ik behoorlijk verbrand was. Mijn sterrenbeeld correspondeerde volledig met het gezegde "zo rood als een kreeft".

Doordat we vooral afdaalden naar de Thamesvallei leken we de laatste veerpont met gemak te halen. Maar dan moet er geen ketting aflopen. Met toiletpapier werd deze er weer op gelegd. Bij aankomst kregen we te horen, dat de laatste boot al weg was. Balend reden we de kade op: 130 kilometer voor niets doorgebuffeld!


Gelukkig kwam de boot volgens afspraak om 19.10. We werden afgezet in Gravesend. Gratis.

Het probleem was nu om onderdak te vinden. De eerste camping lag 8 kilometer voornamelijk klimmen verderop. We opteerden voor een Bed & Breakfast of een goedkoop hotel. Na een half uur heen en weer rijden kozen we uiteindelijk voor "Overcliffe Hotel". Het kostte ons £ 95,-.
Om te besparen op de kosten wandelde ik naar de Tesco om de hoek, waar een coleslaw en San Miguel de honger en dorst snel stilden na 135 kilometer fietsen in zomers Essex.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten