Buienradar beloofde gisterenavond na alle plensbuien van de afgelopen week toch weer een vrij natte zondag voor het westen van het land. Nu is de 24-uursvoorspelling niet echt accuraat, maar het geeft toch wel een trend aan. Eentje waar we niet op zaten te wachten.
Toen ik om 10 voor 8 op de racefiets stapte, regende het lichtjes. Langs de Leidse IJshal fietste ik naar de Langegracht en vandaar naar de Lage Rijndijk om via Oud-Ade en Rijpwetering langs de Koppoel naar Nieuwe Wetering te trappen. Langs de Ringvaart en de Westeinderplassen, waar ik met "Porta Vitae" ooit mijn eerste schaatsmedaille haalde bij een toertocht van 30 kilometer, reed ik naar Aalsmeerderbrug. Het werd langzamerhand steeds drukker met deelnemers aan Ride for the Roses.
In de enorme veilinghallen van Aalsmeer zouden we met 11.000 deelnemers van start gaan. Net als in 2011 reed ik mee met "De Wokken". Van voorzitter Cees van Luling hadden we een mailtje gekregen met o.a. deze zin: "Maar wij zijn groep TC de Wokken met een eigen startvak, om hier in te komen heb je een grijs polsbandje nodig, en die grijze polsbandje heb ik."
Dit grijze bandje had ik afgelopen woensdag op moeten halen op het moment, dat ik skeelerde. Derhalve viel ik terug op mijn kennis der klassieken.
De list was snel gevonden. Bij het binnenrijden van de veilinghal volgde ik de grijze pijlen. Er stonden 3 personen te controleren, maar ik zag, dat er ruimte genoeg was om er gewoon langs te fietsen. Als fietser ben je immers veelal sneller dan een loper. Zonder dat de controleurs iets in de gaten hadden, reed ik met 35 kilometer op de teller het startvak van "De Wokken" binnen. Niet lang daarna gingen de voorrijders naar een ander startvak toe. Zij zouden in blauwe wielershirts voor de rest van de in rode shirts gehulde "Wokken" uit rijden.
Nu is dingen op papier regelen één ding, de praktijk is meestal iets weerbarstiger. Dat bleek wel, nadat "The Rose" van Bette Midler voorafgaand aan de officiële start was gespeeld.
Het duurde bijna een kwartier, voordat wij daadwerkelijk van start mochten gaan. We reden rusting naar de uitgang van de immense hal en zagen onze voorrijders nog keurig in hun startvak staan. In de Bijbel staat het zo raak omschreven: "De eersten zullen de laatsten zijn!"
Maar waar later op de dag het in Turkije al vanaf het begin gruwelijk mis ging voor Oranje, daar konden de voorrijders van "De Wokken" de schade nog herstellen. Waar wij op de provinciale weg richting Hoofddorp rond de 30 kilometer reden, daar moesten de voorrijders vanaf de start vol in de beugels om ons voor de Ringvaart nog in te halen.
Op de Ringdijk van de Haarlemmermeer werd het wat smaller, zodat we alerter moesten rijden. In Rijsenhout had je diverse wegversmallingen, waardoor we harmonica reden en zelfs af en toe stil moesten staan. Door dit onregelmatige rijden drongen steeds meer andere fietsers zich tussen ons in.
Zo reed ik al aan het staartje van het "Wokblok", toen ik Henk Peetoom tegenkwam, die de wielrenners waarschuwde voor een paaltje bij een wegversmalling. Uiteraard praatte ik een paar minuten met mijn zwager, zodat ik definitief het contact met "De Wokken" verloor.
Op de Lisserweg kregen we in de vlakke Haarlemmermeer voor het eerst te maken met een vrij forse tegenwind. Vergeleken met vrij veel andere fietsers bleek ik hier goed tegenin te kunnen trappen. Maar ja, ik heb dan ook heel veel polderkilometers weggetrapt.
Op de Hoofdweg liet een van de voorrijders van een ander team zich 400 meter door een motoragente voorttrekken. Toen ik later naast hem kwam rijden, moest ik hem het unanieme oordeel na dit gevalletje Nibali van de jury mededelen: "De jury heeft besloten, dat je de tocht moet verlaten!"
Een paar kilometer verder volgde mijn thuiswedstrijd. We reden door mijn geboorteplaats Nieuw-Vennep. Af en toe werd mijn bijnaam "Kikker" gescandeerd, een reden voor mij om in de groene kikker op mijn triatlonstuur te knijpen. Ik had meteen de lachers op mijn hand. De resterende 80 kilometer van Ride for the Roses deed ik dat voor het publiek als de veiligheid het toestond, zeker als er kinderen in de buurt waren. Ik voelde me met recht de clown van het peloton, maar dat ben ik wel gewend.
Over de Calatravabrug over de Hoofdvaart reden we en masse naar de Driemerenweg. In de kale polder heb je dan vergezichten. Zodoende zagen we zo ver als het oog reikte fietsers richting Hoofddorp gaan. Ondanks dat het een brede tweebaansweg was, kregen we te maken met een opstopping. Een mooi moment voor een plaspauze en het pakken van de eerste mueslibol.
Na een minuut of 10 stilstaan en af en toe een stukje langzaam rijden konden we verder naar het noorden. De oorzaak van de opstopping kwam aan het licht: we gingen van 2 rijbanen naar één. Met de wind tegen verbrokkelde het peloton in allerhande groepen en groepjes. Ik voelde me heel sterk en hopte van groepje naar groepje. Af en toe reed ik in mijn eentje 33 kilometer per uur.
Bij het binnenrijden van Vijfhuizen was er wederom een opstopping. Dit ontlokte aan mij de opmerking: "Hier krijgen we een paspoortcontrole."
Via de Kromme Spieringerweg trapten we naar Haarlem, waar we een miezerbuitje over ons heen kregen, voordat we op Zwanenburg aan koersten. Hierdoor kregen we de wind in de rug, dus de ketting ging op het grote blad. Op de Ringvaartdijk was wederom een opstopping. Een fietser uit Hulst schatte in, dat mijn Peugeot Avoriaz minstens 30 jaar oud was. Ik vond dat een redelijke schatting. De Zeeuw had er meer kijk op dan de toeschouwer, die een kilometer eerder zei: "Kijk, een retrofiets!"
Onderweg naar Amsterdam reed ik op met een Aalsmeerder, die een paar jaar geleden nog 100 kilo woog. Dat vond hij zelf te gortig worden. Hij begon met spinnen, daarna volgde korte toertochten en langzaam maar zeker werden de afstanden langer en langer. Inmiddels is hij 15 kilo kwijtgeraakt. Dus te zware mensen: afvallen door te gaan sporten kan heel goed!
In Mokum volgde een flinke opstopping. Van een tweebaansweg moesten we over een smal bruggetje, waar je hooguit met zijn drieën over kon. Het duurde dus even, voor we aan de beurt waren. Een mooi moment voor een plaspauze, een mueslibol en een energiedrank.
Via de Zuidas reden we naar de Bosbaan. Door het Amsterdamse bos trapten we naar Amstelveen toe. Bij de wegversmallingen en paaltjes stonden veel allochtonen om ons te waarschuwen voor dit obstakel. Voor het vertrek in Aalsmeer had de speaker de opmerking geplaatst, dat er weinig allochtonen meereden. Nou, in en om Amsterdam regelden zij in groten getale het verkeer voor ons. Zonder deze medewerkers was Ride for the Roses niet mogelijk geweest.
Met de wind in de rug pedaleerden we langs de kronkelige Amstel naar Uithoorn om aansluitend over de provinciale weg naar Aalsmeer te rijden, waar we langs de Westeinder plassen voor de zoveelste keer met een opstopping te maken kregen. Hier zag ik de enige valpartij. Een vrouw uit Oostzaan viel uit stilstand, doordat zij met haar schoen niet los kon komen van haar pedaal. U ziet het, ik verkeerde in de omgeving van een gevallen vrouw.
In Aalsmeer mochten we onder een poort van rozen door fietsen. Het enige wat ontbrak was muziek van Aalsmeers trots, de Hobo String Band.
De laatste 5 kilometer ging ik uitbollen. Er stond veel meer publiek langs de kant van de weg en vooral ook veel meer kinderen. De toeter in de vorm van een kikker werd veelvuldig gebruikt. Naast veel lachende gezichten kreeg ik diverse keren van kinderen een enthousiast "Kikkertje" toegeroepen en vlak voor de veilinghallen zelfs een lied met de tekst "Kikkertje" op de wijs van van de yell "Here we go".
Bij de veilinghal kwam ik Richard de Moor tegen, zodat 3 kwartier nadat de grootste groep "Wokken" gefinisht waren, reden we na ruim 105 kilometer toch nog 2 rode Wokshirts over de eindstreep. Feitelijk hebben Richard en ik het het beste gedaan: wij waren immers het langs in beeld.
In de hal kocht ik een wielerbroek van Ride for the Roses. Met deze aankoop steunde ik het goede doel.
Voor de terugweg koos ik een andere route. Via De Kwakel en Kudelstaart reed ik naar Bilderdam. Wie kent dat niet? Bij Rijnsaterswoude nam ik het pontje naar Oude Wetering om bij Nieuwe Wetering bij "Tussen Kaag & Braassem" een ijsje te nemen. Tot mijn stomme verbazing was ik de enige gast.
Vanaf Nieuwe Wetering volgde ik een flink stuk marathonparcours, zodat ik om 6 uur na 184 kilometer thuis kwam met een gemiddelde van 23,7 kilometer per uur. De vele opstoppingen waar we stapvoets moesten rijden drukten het gemiddelde behoorlijk fors.
Mijn vrouw was in de keuken net bezig om het avondmaal te koken, toen ik van haar een "Kiss for a rose" kreeg. Voordat we aan tafe konden gaan, douchte ik me even. Op de radio hoorde ik, dat Oranje al met 2-0 achterstond tegen de Turken. Ik liet de televisie maar uit. De leuke fietsdag wilde ik niet in mineur afsluiten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten