Voordat ik vanmorgen naar de Leidse IJshal aan de Vondellaan vertrok, las ik op de site van de NOS een alarmerend bericht over het hard dalende ledental van de schaatsverenigingen in Nederland. Als trainer bij de IJVL heb ik dit al jaren kunnen constateren. Het duurt steeds langer, voor er een redelijk aantal kinderen op vrijdagmiddag komt schaatsen.
"Het grootste probleem is volgens de verenigingen het gebrek aan natuurijs. Door de zachte winters in Nederland heeft er al twee jaar geen goed ijs in de sloten en plassen gelegen. Daardoor wordt het "schaatsvuur" bij kinderen niet aangewakkerd. Er komen dus weinig jonge schaatsers bij, maar tegelijkertijd haken ook vooral twintigers af op de schaatsbaan."
Dat mag dan gelden voor de jongere leeftijdscategorie, doch daarvan is geen sprake bij de "Krasse knarren". Met 60 levensjaren ben ik een jonkie. Desondanks is er bij ons tot nu toe ook sprake van een behoorlijke daling van "ons" peloton. Of zoals Henk Distelvelt het uitdrukte: "De opkomst is karig!"
Hij heeft volkomen gelijk. Het opkomstpercentage kan wedijveren met het opkomstpercentage van de Europese verkiezingen.
Het is volkomen onterecht, want het ijs in de Leidse IJshal is nog beter dan de afgelopen seizoenen, toen het ook al goed was. Keihard en superglad.
Het tempo lag vandaag dan ook behoorlijk hoog. Maar zolang er niemand afhaakt en iedereen het bij kan houden, zie ik geen enkele reden om het tempo te matigen. Vandaag was er slechts 1 schaatser, die het tempo niet bij kon benen. Dat was ik. En de reden lag niet in de conditie en ook niet in de techniek. Ik ben namelijk behoorlijk verkouden.
Ik had gewoon minder adem dan gebruikelijk en als het tempo werd opgeschroefd aan het eind van een serie, moest ik een gaatje van een meter of 20 laten vallen.
De Engelsen zeggen dan: "So what?"
Zo denk ik er ook over. De verkoudheid gaat wel weer over. Wat mij meer zorgen baart is de karige opkomst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten