zaterdag 24 oktober 2015

Spinazieloop

Vanmiddag fietste ik met Ada naar de volkstuin toe, waar we met de kruiwagen de boomstam op een plek in de tuin legden, waar het langzaam maar zeker helemaal kan vermolmen. De meest duurzame vorm van CO2-opslag.

Terwijl ik de planten in de kas water gaf, plukte Ada de Nieuw-Zeelandse spinazie, die ik naar mijn schoonouders zou brengen. Dat zou ik hardlopend doen. Vanaf de volkstuin was het 5 kilometer, dus volgens Bartjens was de totale afstand derhalve 10 kilometer. Niet alleen volgens Bartjens trouwens, maar ook volgens Bertje.

Het eerste stuk van de loop ging lekker soepel. Dat gold niet voor de laatste 500 meter voor het huis van mijn schoonouders. Ik voelde mijn linkerkuit. Het was net, alsof ik tegen de kramp aan zat. Teneinde geen enkel risico te nemen, wandelde ik deze laatste halve kilometer.

Na de Nieuw-Zeelandse spinazie te hebben afgegeven, begon ik voorzichtig weer te rennen. Dat ging gelukkig weer probleemloos. Het is een compleet raadsel voor me, dat ik na nog geen 5 kilometer het gevoel had, dat ik tegen de kramp aan zat. Ik heb niet bepaald overdreven hard gelopen en mijn conditie is op een dusdanig hoog peil, dat ik na ruim 4 kilometer nergens last van zou mogen hebben.
Gelukkig is het vanzelf weg getrokken. Nu het grauwe wolkendek, dat er al dagenlang hangt nog....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten