Gisteren was een dag met stront aan de knikker. 's Morgens heb ik de w.c.'s schoongemaakt, dus de remsporen werden ook vakkundig verwijderd.
Na de lunch zou ik met Ada naar de volkstuin fietsen. Ik schudde nog even het tafelkleed uit in de tuin. Toen ik de kamer binnen stapte, zaten er bladeren aan mijn zolen. Deze haalde ik er af. Toen zag ik, dat ik in een kattendrol getrapt. Voordat we weg konden, moest het schoeisel gereinigd worden.
Zodoende fietsten mijn vrouw en ik wat later naar de volkstuin dan gedacht. Mijn taak was om wat kruiwagens met paardenmest van de ingang van het volkstuincomplex naar onze moestuin te rijden, waar het in grote hopen onder plastic kon gaan broeien.
Ik kan niet anders dan het te erkennen: ik was stronteigenwijs. Voor één dag dan....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten