De schaatslessen in de Leidse IJshal werden vanmorgen door ongeveer 140 kinderen bezocht. Het was wat dat aangaat net zo druk als gisterenmorgen.
Daar het schaatsen in de schoolvakanties voor 100% draait op vrijwilligers, zie je iedere dag andere gezichten. Vandaag had ik een groep met Leen van der Niet samen, terwijl de kleinzoon van René Strelzyn zich na een kwartier op de buitenbaan ook bij ons aansloot. Met Gé van Goozen, Fer Vergeer en John Val als trainers waren de "Krasse knarren" goed vertegenwoordigd.
Onze groep bestond uit 13 kinderen, die een gevarieerde les kregen voorgeschoteld met diep zitten, zijwaartse afzet, valoefeningen, slalom en balansoefeningen als voornaamste oefenstof. Dit werd verpakt in allerlei speelse vormen, zoals een ober, die een dienblad met glazen naar de overkant moest brengen. Daarna moest hij door een lage deuropening met dat dienblad. Tenslotte struikelde hij.
"Laten we dat glas liggen?"
Natuurlijk niet, dus met stoffer en blik werd het glas van het ijs geveegd. Daar we dorst hadden, gingen we bij gebrek aan glazen maar zelf koeien melken op een laag krukje.
En zo kun je met een verhaaltje een hele serie oefeningen aan elkaar rijgen.
We besloten de les, die voorbij vloog, met een estafette met pilonnen. Eerst moest je met de pilon op het ijs naar de overkant schaatsen en weer terug en deze dan doorgeven aan de volgende van je groep. De variant hierop was moeilijker. Je moest met de pilon op je rug naar de overkant rijden en weer terug. Een uitstekende balansoefening!
In de kleedkamer kwam donderdagmorgen ter sprake, als ik weer voor rendier mag spelen.
Henk Heuzen, de Kerstman van de IJshal, had het er over, dat hij om te oefenen met de rendieren eigenlijk naar Lapland af zou moeten reizen.
Dit bracht mij tot de vraag: "Dus je wordt opgelapt?"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten