Op deze sombere en bewolkte Derde Kerstdag werd in het vernieuwde "Thialf" in Heerenveen het Nederlands kampioenschap verreden op de 1500 meter bij de dames en de 500 en 5000 meter bij de mannen. Met Jorien ter Mors en Sven Kramer kwamen de verwachte winnaars uit de bus.
In iets mindere mate gold dit ook voor de sprint, waar Kai Verbij de macht greep. Dat deed hij door tweemaal een 34-er op de klokken te zetten. Vooral op de eerste 500 meter gebeurde dat op spectaculaire wijze. Hij kon door de hoge snelheid de binnenbocht niet houden en en kwam zodoende achter zijn directe tegenstander Daidai Ntab op de buitenbaan. Achter diens rug vandaan sprintte de Hoogmadenaar op het laatste rechte eind alsnog naar de zege.
Door als enige schaatser ook op de tweede 500 een 34-er neer te zetten werd Verbij de terechte Nederlandse kampioen. Hij versloeg zo in zijn eentje het complete erepodium van de 500 meter op de Olympische Spelen in Sotsji. Kai onttroont dus de oude garde.
Denk nu niet, dat hij dit voor de eerste keer doet. Het zal een jaar of 9 geleden zijn, dat wij op een donderdag in de Leidse IJshal met de "Krasse knarren" aan het schaatsen waren op de buitenbaan. Er kwam een klas van een school uit de geboorteplaats van mijn moeder aan. Alle kinderen gingen naar de buitenbaan, behalve een klein opdondertje, dat zonder problemen meereed met ons peloton.
Hij werd door de snelste schaatsers van de "Krasse knarren" uitgedaagd om de kop te nemen. Hij kreeg zelfs een voorsprong van 5 tot 10 meter. Kop over kop rijdend kregen snelle mannen als Wierd Wagenmakers, Arthur van Winsen en Cor Vergeer het gat niet dichtgereden.
In de eerstvolgende pauze in onze piramide reed ik naar de onderwijzer om de naam van dit supertalent te vragen. "Kai Verbij", kreeg ik als antwoord.
Ik wist toen al, dat we deze naam nog vaak zouden gaan horen. En Kai wist al vroeg, hoe je de oude garde moet onttronen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten