Op 1 maart begint de meteorologische lente.
Niet dat we daar veel van merken. Vannacht heeft het licht gevroren. Om 6 uur werden we wakker van de overbuurman, die de ruit van zijn auto stond te krabben. Op weg naar de Leidse IJshal fietste ik langs de oude boerensloten in de Stevenshof, waar her en der een dun vliesje ijs op lag.
Een heel wat dikkere laag ijs lag er op de betonnen vloer aan de Vondellaan, waar we met een kleine 20 "Krasse knarren" onze wekelijkse piramide reden na een week pauze vanwege de Krokusvakantie. Er was ook sprake van de terugkeer van 2 schaatsers, die eerder in het seizoen met een behoorlijke vaart in aanraking gekomen waren met de boarding.
Het schaatsen gaat steeds beter. Tot 25 kilometer kan ik de bochten nu goed lopen, daarboven wordt het toch wat onzekerder. Wat dat aangaat is de snelheidsmeter een uitkomst. Tijdens het rijden met het vrij grote peloton kwam ik er achter, dat 27 kilometer een snelheid is, die iedereen bij kan houden. Als we dit als maximumsnelheid aanhouden, dan gaat er niemand boven zijn kunnen rijden met mogelijke valpartijen als gevolg.
De training verliep dan ook net zoals het ijs in de IJshal: gladjes.
Dat kon niet gezegd worden van de nu afgelopen meteorologische winter.
Deze is veel te warm verlopen.
En niet alleen in Europa was er sprake van een veel te warme winter, eigenlijk speelde deze oververhitting wereldwijd.
Wat dat aangaat was de gemiddelde temperatuur van de afgelopen 3 "winters" exact gelijk aan de flutwinters van 1988, 1989 en 1990.
Laat dat een schrale troost voor ons zijn. Na een warme zomer in 1990 volgde in 1991 een heel aardige winter met een behoorlijke natuurijsperiode in de eerste helft van 1991. Datzelfde ging op voor de warme zomer van 1975 met de eerste hittegolf in 25 jaar! De winter van 1976 was ook een winter met aardig wat natuurijs.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten