Afgelopen zaterdag overleed op 82-jarige leeftijd Petrus Simon Touw. In Nieuw-Vennep stond Piet te boek als een rasechte regelneef, die allerhande activiteiten organiseerde, die het leven van de mensen in dit deel van de Haarlemmermeer veraangenaamde.
Als geboren en getogen Venneper kende ik Piet oppervlakkig, maar dat veranderde, toen Bas Warnink en ik mee gingen helpen met het Midwinterfestival.
Zoals ik nu iedere schoolvakantie in de Leidse IJshal help bij de schaatslessen voor kinderen voor de somma van 1 consumptiebon, zo waren we in onze jonge jaren in de Kerstvakantie actief in de Vespohal in ons polderdorp. Alleen bleef het dan niet bij een enkele consumptiebon. Een gevleugelde uitdrukking in die tijd was: "Piet, heb je nog bonnen?"
Slechts zelden werd dit verzoek terzijde gelegd. Piet was royaal. Maar hierdoor won hij de medewerkers van het MWF voor zich. Met Joep Kapiteyn en de veel te jong overleden Peter Dol reden we met Piet op de zaterdag voor Kerstmis naar Amsterdam, waar we met een vrachtwagen marktkramen ophaalden voor de knutselactiviteiten. Op Tweede Kerstdag stonden we om een uur of 6 's avonds al klaar om de boel op te bouwen.
Na 3 dagen instuif tussen Kerst en Oud en Nieuw gingen we 's avonds eten bij de lokale Chinees "Koen Nam", waarna het bovengenoemde kleine clubje een dag later de marktkramen weer terugbracht naar Mokum. En dat allemaal voor consumptiebonnen. Die dagen leefden we op bier en broodjes kroket!
Maar ook buiten het Midwinterfestival wist Piet ons te vinden. Als hij ons nodig had, dan kwam hij naar jongerencentrum "De Hobbit", waar de kans, dat we er in het weekeinde niet zaten, niet zo heel groot was.
Zo regelde hij zijn hulptroepen weer als hij klusjes voor ons had bij de scouting, de fietstocht over de dijken van de Haarlemmermeer of bij een sportdag. Bij het laatste was Bas verhinderd, omdat het vaderland hem dacht nodig te hebben als dienstplichtige. Joep en ik waren wel van de partij. Na afloop zouden we gaan eten bij "De Parel" in Burgerveen.
Joep zou rijden. Toen Piet zag, dat Joep een Mini had, zei hij: "Ach Joep, dan rij je toch 2 keer!"
Met geintjes kom je een heel eind. En dan moet je soms incasseren. Zo was ik de man van de openingsacts van het Midwinterfestival. Ieder jaar iets anders. Eenmaal mocht Piet in zijn functie als voorzitter het MWF op officiële wijze openen door op het podium met alle kinderen om hem heen een lint door te knippen. Wat was het vervelend, dat een of andere onverlaat een ijzerdraad in het holle lint had verstopt.
Gelukkig werd het sportief opgevat: "Ik wist, dat me een rotgeintje te wachten stond!"
Na mijn verhuizing uit Nieuw-Vennep zag ik Piet veel minder. Een van de keren, dat ik hem uitgebreid sprak was bij de reünie ter gelegenheid van het eeuwfeest van de Sint-Antoniusschool.
Bij de familie Touw hing een tegeltje aan de wand met de tekst: "Het is beter rijk te leven dan rijk te sterven". En een rijk leven heeft hij gehad. Een rijkdom, die hij deelde met anderen, soms in de vorm van consumptiebonnen, maar veel vaker gewoon in de vorm van gezelligheid.
Bij het organiseren van activiteiten liet hij zich nimmer uit het veld slaan als er iets niet liep zoals gedacht. Hij zei "Zo is het en niet anders" en maakte zich niet druk om dingen, die je toch niet kunt veranderen.
En nu is deze gezellige regelneef er niet meer.
Piet, bedankt voor alles. We zullen je missen.
Zo is het en niet anders!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten