Vanmiddag hadden we in de Lokhorstkerk de tweewekelijkse repetitie van de Leidse Koorprojecten. Na thuis gegeten te hebben, fietsten we er naar toe. We zetten onze fietsen aan een hek vast en wandelden naar de voormalige schuilkerk toe. Op dat stukje van 100 meter hoorde ik: "Jij moet Bert Breed zijn!"
Het was Eddy Breed, de zoon van mijn neef Nico. Via internet hadden we al diverse keren contact met elkaar gehad en nu kwamen we elkaar onverwachts tegen.
Net als ik is Eddy een verwoede schaatser. Het schaatsvirus is een bekend verschijnsel in de familie. Voormalig Nederlands kampioen marathonschaatsen Peter Baars is een gemeenschappelijk familielid van ons.
Helaas konden we niet lang met elkaar praten in het centrum van de Sleutelstad, want Wim de Ru wachtte op me met de G- en de F-sleutels.
Na het inzingen begonnen we met de herhaling van "Patria oppressa" van Giuseppe Verdi, dat we 2 weken geleden voor het eerst geoefend hadden.
Daarna mochten we terugbladeren in "Grosse Opernchöre" van Verdi om te gaan beginnen aan "Vedi le fosche".
In de pauze, die begon na het doorzingen van "Vedi le fosche", verrokken Ada en ik met stille trom. We reden naar het Centraal station, waar we de trein naar Nieuw-Vennep pakten. Vandaar fietsten we door naar Burgerveen, waar we in "Rozen & Radijs" een feest hadden.
Mijn zus Joke was 65 geworden. Na dit gezellige familiefeest fietsten mijn vrouw en ik via de Ringvaartdijk, Rijpwetering, Oud-Ade en Leiderdorp terug naar de Sleutelstad, waar de kilometerteller aangaf, dat Ada en ik vandaag 40 kilometer hadden gefietst.
Zo kon ik de spieren soepel rijden nadat ik de afgelopen week 350 kilometer had geschaatst op natuurijs en kunstijs. Ik ben niet snel, maar een doordouwer ben ik wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten