Om een uur of 7 werd ik wakker na de eerste keer, dat ik in een kasteel heb geslapen.
Ada had wat minder vast geslapen dan ik, terwijl kasteelvrouwen nogal eens heel diep plachten te slapen.
We ruimden alles netjes weg en deden om half 8 de fietstassen op de fiets. Het was droog maar zwaar bewolkt. We haalden de lakens van de matrassen, deden het matras, dat op de vloer lag, weer terug op het bovenbed en wandelden rustig naar de ontbijtzaal, waar we tot 8 uur moesten wachten voor we wat konden eten.
Tijdens het wachten las ik een folder over de Monschau Marathon op zondag 13 augustus. Als je het profiel van het parcours zag, dan wist je, dat deze een stuk zwaarder is dan de vlakke marathon van Leiden.
Om half 9 hadden we ontbeten. We namen een paar cupjes honing en chocoladepasta mee voor onderweg en gingen afrekenen. Een nachtje op het kasteel kostte ons € 62,-. Niet gek voor een nachtje op stand.
De receptionist van de jeugdherberg van Monschau, die wel met eenzelfde kapsel, baardje en bril wel wat weg had van Bas Warnink, gaf ons een goede tip voor de route naar de Vennbahn Radweg: "Drei Mal links, beim Brauerei rechts und über die blaue Brücke rechts."
Het klopte helemaal en langs de Rur klommen we door de bossen over een onverhard pad naar Reichenstein.
Over de Vennbahn reden we naar Kalterherberg, waar we er al weer vanaf gingen.
We staken de brug over en fietsten naar Küchelscheid, waar we 4 jaar geleden gekampeerd hadden en de Vennbahn voor het eerst waren tegengekomen.
Over een weg met veel klimmen en af en toe een afdaling reden we door de bossen naar de Hoge Venen. Tot de rand van Sourbrodt was het helder, welke route we moesten nemen, daarna was het even zoeken. Vooral in het bos richting Signal de Botrange was het een beetje gokken, hoe de route liep.
Na een stukje klimmen op een mountainbikepad kwamen we goed uit. We werden beloond met een prachtig uitzicht op de Hautes Fagnes.
Vanaf het uitkijkpunt trapten we het laatste stukje naar het Signal de Botrange, met 694 meter het hoogste punt van België.
Hier zouden we wat gaan drinken, maar om 10 voor 11 zag het er nog gesloten uit. Het zou om 11 uur open gaan, dus we gingen naar het informatiecentrum, waar we de Bikeline-gids "Vennbahn Radweg" zagen. Daar de route tot Luxemburg-Stad doorging, besloten we het boekje voor € 13,50 te kopen.
Buiten gekomen was het inmiddels 5 over 11. Het restaurant zat nog steeds potdicht. We daalden een kilometer af naar het natuurcentrum, waar we koffie en warme chocolademelk namen met een stuk appel-abrikozentaart.
Met de gedetailleerde kaart uit de Bikeline-gids daalden we zonder problemen af naar Sourbrot en Bosfagne, waar we de Vennbahn weer oppikten. Daar we lichtjes daalden naar Weywertz schoot het lekker op.
In Faymonville namen we een pauze. In de schuilhut aten we brood en dronken melk. Via Waimes vervolgden we de route. Er zou een onverhard stuk komen tot aan St.-Vith, maar dat viel erg mee. Er lag skeelerasfalt, waar een enkele skeeleraar gretig gebruik van maakte.
Aanvankelijk was het vals plat omhoog tot Born, waarbij Ada af en toe gewoon van mij wegreed. Of zij is erg in vorm, of ik heb ingeleverd ten opzichte van vroeger.
Waar niet op ingeleverd was, was het uitzicht. Daar we in opener gebied reden hadden we prachtige vergezichten. De zon kwam nu wat vaker door het wolkendek, dus het was een stuk aangenamer dan vanmorgen, toen het aardig koud was.
Na de waterscheiding tussen Rijn en Maas gepasseerd te zijn, trapten we naar St.-Vith, waar we boodschappen deden voor het avondeten.
We keken nog even in de kerk, waarin de botten van Sint Vitus zouden liggen en fietsten naar Wiesenbach, waar de laatste camping was voor Troisvierges.
Om half 4 betaalden we € 15,- bij het café voor een plekje op veld 8 van camping "Wiesenbach". De kilometerteller stond op 150, zodat we vandaag 61 kilometer gereden hadden.
Bij de tent utterden we wat, dronken thee en ik douchte me, terijl Ada een bonenschotel klaar maakte. De salade was komkommer met als toetje stukjes gebakken appel.
We maakten plannen voor na Luxemburg en terwijl Ada verder las in "Een meisje uit Oradour", werkte ik het dagboek bij en las "Oorlog en vriendschap" van Dolf Verroen uit bij een Diekirch-biertje in het café tegenover de camping.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten