Vanmorgen besprak ik bij het ontwaken met mijn vrouw, hoe de middag eruit zou zien.
"Jij gaat zeker naar de tuin?" vroeg ik met een stukje skeeleren in het achterhoofd: "Zal ik na het werk groente op komen halen?"
Ada had goed geslapen en zeer wakker antwoordde ze: "Dat is goed. Dan kun je de bonen plukken!"
Dit was een schoolvoorbeeld van "Pluk de dag".
Daar kon ik niet meer onderuit. Derhalve fietste ik vanaf filiaal Hoornes/Rijnsoever om half 2 over de Boulevard naar het fietspad door de duinen naar Wassenaar, waar ik als extra training bij de afdaling van "De Klip" linksaf sloeg bij de eerste straat en in Rijksdorp zo dicht mogelijk langs de duinrand een voor de meesten onbekende klim nam, die net wat zwaarder is dan "De Klip" zelf. Deze klim ligt aan de Van Bergenlaan....
Niet verder vertellen, hoor!
Op de volkstuin ging ik aan de slag met het bonen plukken. Eerst een halfvolle emmer sperziebonen, daarna een emmer snijbonen. De laatsten zijn een stuk groter, dus de emmer is eerder vol.
Bij bonen is het niet de bedoeling, dat je alles plukt. De kleine moet je laten handen. Deze kunnen nog groeien en dat gaat harder, als de grotere geplukt zijn. Zo kun je meerdere keren oogsten in de zomer. En eerlijk is eerlijk: niets smaakt zo lekker als zelfgeplukt voedsel.
Dat vond Ada ook, want na de bonen mocht ik bramen en Nieuw-Zeelandse spinazie plukken, terwijl zij dat met de tomaten deed.
Flink beladen brachten we de helft van de pluk naar mijn schoonouders, terwijl we de andere helft mee naar huis namen voor eigen consumptie.
Het smaakte prima!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten