Er waart in het bibliotheekwezen een merkwaardig figuur rond: de Wandelende Informatie Medewerker. Deze is over komen waaien uit de Verenigde Staten, waar de laatste jaren wel meer bijzondere figuren vandaan komen.
Dit verschijnsel gaat gepaard met een verslechtering van de omstandigheden, waaronder medewerkers van de bibliotheek kunnen werken. De balies, waaraan je kunt zitten werken met voldoende werkruimte worden ingeruild voor stabalies met veel minder werkruimte.
Nu gedraagt het bibliotheekwezen zich tegendraads. Waar in de meeste beroepen pogingen worden gedaan om de arbeidsomstandigheden van werknemers te verbeteren, gaat dankzij een of ander dwaallicht van de overzijde van de oceaan het bij ons de andere kant op.
Onder de noemer "Het Nieuwe Werken" worden we geacht om ons veel tussen de klanten te begeven. Daar is niets mis mee. Met 38 jaar ervaring als bibliothecaris heb ik heel wat kilometers afgelegd in de bibliotheek. Je krijgt dan meer vragen, dan als je achter een balie blijft zitten.
Maar "Het Nieuwe Werken" is, zoals ieder concept, een heel eenzijdig concept dat alle klanten over één kam scheert. Niet iedere klant zit er op te wachten, dat hij aangesproken wordt. Het gaat erom,dat men ziet, dat je beschikbaar bent.
Je hebt, zoals in ieder dienstverlenend beroep, ook rustige momenten. De beste manier om deze klanten de deur uit te jagen is om dan telkens om hen heen te drentelen. Kortom: het beroep van bibliothecaris was, is en blijft het leveren van maatwerk!
Daarnaast is het net als bij schaatsen: je moet gewoon diverse technieken beheersen, zodat je je aan wisselende omstandigheden aan kunt passen. Je moet er voor waken, dat je geen "one trick pony" wordt.
Maar door de eenzijdige nadruk op bewegen tussen de klanten, wordt voorbij gegaan aan de fysieke kant van de Wandelende Informatie Medewerker. Bij een lezing van de te jong overleden bondscoach Egbert van 't Oever over schaatstechniek, zei hij over het laten "hangen" van het been voor de inzet: "Dit is een rustmoment. Pak die rust. Een knipperlichtje gaat langer mee dan een lamp, die altijd brandt."
En zo is het maar net. Als je dan weet, dat de gemiddelde bibliotheekmedewerker boven de 50 jaar is, dan weet je ook, dat het concept van de Wandelende Informatie Medewerker de verhouding tussen arbeid en rust flink verstoort. Vooral als je in aanmerking neemt, dat de laatste jaren de openingsuren behoorlijk verruimd zijn met als je geluk hebt hetzelfde aantal medewerkers en anders zelfs met minder.
Gisteren was er in Amersfoort een zeer interessante studiedag voor OR-leden over "Grenzen aan de flexibiliteit. Met een collega ben ik er naar toe geweest. Het is verbazingwekkend, hoe snel "Het Nieuwe Werken" zich over Nederland heeft verspreid. Wat dat aangaat heeft het veel weg van lemmingengedrag. Eén bibliotheek begint met de verslechteringen van de arbeidsomstandigheden voor het deel van de werknemers en binnen de kortste keren storten andere bibliotheken zich als lemmingen in het ravijn.
Vaak denk je, dat je als OR-lid als enige tegen bepaalde problemen aanloopt, maar bij een studiedag met bibliothecarissen uit het hele land bleek, dat we eigenlijk allemaal tegen dezelfde grondoorzaak aan liepen: de ambities van de bibliotheken zijn groter dan de middelen, die daarvoor nodig zijn, zoals bijvoorbeeld voldoende personeel.
Deze moeten flexibeler dan flexibel zijn. Je kunt dat kort volhouden, maar niet op de langere termijn.
Je kunt het misschien het beste vergelijken met fierljeppen met een te korte polsstok. Daarmee haal je de overkant van de sloot niet. Maar meestal zijn het niet de beleidsmakers, die kopje onder gaan, maar de medewerkers in de uitlening.
Daar ik echter altijd mijn beste beentje voor zet, wandelde ik na de cursus naar mijn neef Robert en zijn vriendin Jane, waar deze Wandelende Informatie Medewerker bij het avondeten bij kon kletsen over het wel en wee in de familie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten