Om half 6 werd ik wakker. Ik verroerde me niet om Ada niet in haar slaap te storen. Zij was in diepe rust tot kwart over 7. De tent was nagenoeg kurkdroog. We ruimden deze leeg en op.
Om 8 uur zaten we op een bank bij Jugendgasthof "Sylverberg", waar we 2 boterhammen aten en thee dronken, toen de beheerder kwam melden, dat het ontbijt klaar was. Er was een tafel voor 2 gedekt. We wilden hem niet teleurstellen en begonnen aan ontbijt 2.0.
Om kwart over 9 namen we afscheid van de vriendelijke beheerder en reden we door het prachtige Kürpark naar het Datteln-Hamm-Kanal, waar we redelijk vaak in de schaduw met de wind in de rug naar Uentrop pedaleerden.
Daarna kwamen we op bekend terrein. Via Vellinghuizen reden we langs de oude spoorbaan naar Heintrop toe. We wisten, dat Ard en Vera niet thuis waren. We wilden bij hen het boekje "Korte verhalen" in de brievenbus doen.
Tot onze stomme verbazing kwam er iemand naar de voordeur: de vader van Vera. Na even met hem gepraat te hebben, gingen we weer op pad.Via Hultrop reden we naar Hovestadt. Ik moest plassen. Het rustige plekje, dat ik had uitgezocht, was niet zo ideaal. Uit een gat in de grond kwamen een stuk of 5 wespen. De biologische wetenschap zou het ongetwijfeld heel interessant gevonden hebben, wat er met wespennest gebeurt als je er op plast, maar deze eer gunde ik graag aan anderen.
Voorbij Hovestadt bogen we af voor een Lippe-Aue. Mooi en schaduwrijk tegelijk. Ideaal!
Bij Eickelborn namen we Milchkaffee en een halve liter chocolademelk met 2 amandelkoeken. Deze waren fantastisch. Dat gold niet voor de bediende in de bakkerij: "Sie können es wohl draussen trinken!"
Langs de Lippe doorkruisten we Lippstadt op weg naar Alberssee. Bij camping "Niederdedinghausen" kon je op een strandje zitten.
"Dat kan een stukje verderop ook wel", zei mijn vrouw.
Niet dus. Een kilometr of 2 verderop was er geen verdere mogelijkheid om aan de waterkant te kunnen zitten.
Er was echter een stuk, waar het met gewoon gaas was afgezet. Zonder kleerscheuren konden we er overheen stappen. Zodoende konden we aan de rand van het spiegelgladde meer zitten lunchen.
Ter hoogte van Vennbruch zaten we weer op de Römer-Lippe-Route om van Südhagen naar Delbrück te trappen. Na kriskras door de stad te hebben gereden, kwamen we langs het Boker-Kanal via Sande bij Schloss Neuhaus uit. De Nederlandse paleizen stellen hierbij vergeleken niets voor.
De zoektocht naar de camping kon beginnen. Na een keer misgereden te zijn, kwamen we er na de uitleg van een behulpzame Duitse fietser toch uit. We kwamen uit bij camping "Waldsee", genoemd naar het gelijknamige meer.
Op een veld zetten we in de schaduw van de bomen de tent op, waarna we in het bosmeer gingen zwemmen. Daarna douchten we ons af.
Samen fietsten we naar de Lidl in Schloss Neuhaus voor de boodschappen. Om half 7 kookte Ada de zoete aardappelen met snijbonen en zalmforel. Er was yoghurt met aardbeiensmaak als toetje. Dat ging er na 97 kilometer fietsen op deze wederom warme dag wel in. Gelukkig zorgden de schapenwolken en de westenwind voor enige verkoeling.
We sloten de avond af met een Krombacher en een thee op het terras van "Seeblick" met als afsluiting een korte wandeling over de camping.
Om 10 uur zochten we de slaapzak op. Joop Zoetemelk wist het al: "De Touw wordt in bed gewonnen!"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten