Het is bijna half oktober en de temperaturen waren vandaag weer dusdanig, dat menige zomerdag daar niet aan kon tippen. Desondanks waren vanmorgen 15 "Krasse knarren" aanwezig in de Leidse IJshal voor de gebruikelijke training van 25 kilometer.
Net als vorige seizoenen lag het tempo op donderdag hoger dan op dinsdag. Ook al hing de snelheidsmeter niet in de hoek, ik kon het goed merken aan mijn bochtentechniek. Tot de 25 kilometer per uur kan ik prima pootje over doen, vanaf 26 kilometer ga ik harken in de bochten en glij ik af en toe weg. Deze snelheid is dus een kantelpunt.
Bij deze snelheid stap ik over op de veilige modus, die ik met de 1000 rondjes van Leiden zo vaak heb uitgevoerd: met een hoge snelheid tweebenig de bocht in, twee korte felle slagen rechtuit en dan tweebenig de bocht weer uit.
Het ziet er niet fraai uit, maar is uiterst effectief, doordat je zo niet onderuit gaat. Want als je in een peloton valt, neem je meestal een paar andere schaatsers mee. En daar zit niemand op te wachten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten