Ik plukte een bakje aardbeien voor hen, zodat zij thuis kunnen nagenieten. De hoogtijdagen van de volkstuin zijn aangebroken!
Vannacht had het geregend en de ochtend was bewolkt en winderig. Om half 10 stapte ik op de fiets naar Rijpwetering, waar ik deel zou nemen aan de 48e Hanepoelloop.
Ter hoogte van het Vennemeer kwam ik twee collega's van de Openbare Bibliotheek uit Leiden tegen. Mieke en Irma Straathof deden mee aan de wandeltocht. Het spreekt voor zich, dat ik afstapte en even bijkletste met de twee zussen.
Met windkracht 5 in de rug ging het vanzelfsprekend makkelijk. Toch ging het niet te hard. Na de eerste kilometer hoorde ik iemand, die in mijn kielzog meeliep zeggen: "12 kilometer per uur!".
Een prima tempo. Na het vele duurwerk voor de marathon, hetgeen uiteraard in marathontempo geschiedde, moest ik nu weer wennen aan een hoger tempo. Een kilometer per uur harder lopen klinkt eenvoudig, maar dat is het niet.
Over het Joop Zoetemelkpad liepen we richting Nieuwe Wetering. Halverwege bogen we linksaf, waarna bij het fietspad door de weilanden de 6 kilometer richting Koppoel afboog en de 10,6 kilometer rechtsaf ging.
Bij deze splitsing stond een drinkpost. Deze sloeg ik over, daar het al na 3 kilometer was. De enige fout, die ik deze loop gemaakt heb. Met de wind in de rug kreeg ik het tussen de kassen best warm.
In Nieuwe Wetering was geen drinkpost, dus ik moest doorlopen tot 7,6 kilometer, voordat ik wat water kon drinken.
In 52 minuten en een handvol seconden had ik de 10,6 kilometer volbracht. Omgerekend naar de 10 kilometer zou het in 49 minuten zijn gegaan. Geen supertijd, maar gewoon degelijk.
De Hanepoelloop is vernoemd naar de Hanepoel, een van de meren van de Kagerplassen. Het parcours komt nergens langs of zelfs maar in de buurt van de Hanepoel.
Na in de kantine van ROAC een warme chocolademelk gedronken te hebben, fietste ik via Oud-Ade richting Leiderdorp. Net voorbij Huize Brugzicht zag ik Irma en Mieke over het nieuwe fietspad door de weilanden aan komen wandelen. Uiteraard reed ik naar hen toe en praatte nog even met hen.
Over het slingerende fietspad reed ik naar de Zijl toe. Deze rivier, waarop ik in het verleden heel wat kilometers heb geschaatst, bereikte ik in de buurt van de Kaagsociëteit.
Nu was het heel druk op het water met scouts, die in weilanden langs de Zijl hun tenten opsloegen voor de traditionele onderlinge zeilwedstrijden in het Hemelvaartsweekeinde.
Ik fietste door naar huis om me te douchen en te lunchen om daarna door te fietsen naar de volkstuin. Toen mijn schoonouders naar huis gingen, kregen ze naast aardbeien ook sla, radijzen en een bos bloemen mee. Mijn vrouw bewaart veel spullen, dus overal had ze een goed passende verpakking voor.
"Ik zie overal wat in", zei mijn vrouw,
Ik kon dat beamen en vulde haar aan: "Zelfs in mij!"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten