Een blik op bovenstaande temperatuurkaart van vanmiddag zegt genoeg. Hoewel het alleen in het oosten van het land tropisch warm was geworden, schuurden wij er dicht tegenaan.
Het bepaalde ook onze dagindeling. We gingen er vroeg uit. Om half 8 zaten we aan de ontbijttafel, terwijl we luisterden naar "Vroege vogels". Voor negenen waren we op de volkstuin, waar de planten in de kas en sommige planten op de tuin water kregen, terwijl de zoveelste dag van de aardbeienpluk zijn beslag kreeg. Het leverde wederom 4 volle bakjes op.
Om half 11 begonnen we de hitte te voelen op ons luw gelegen perceel. Ik bracht de aardbeien thuis, waarna we samen naar de Leidse binnenstad reden. Thuis gekomen had Ada een zachte achterband. Nu had ze dit wel vaker. Op een of andere manier liet het ventiel plotseling veel lucht ontsnappen. Ik pompte de band weer hard op, reed een proefrondje en de band bleef hard.
We lunchten in onze achtertuin aan het water en genoten in de schaduw van de bomen. Na de lunch keek ik nog even en zag, dat de band plat stond. Opnieuw oppompen hielp niet meer.
Daar we binnenkort met het oog op de fietsvakantie de fietsen naar Van Vliet zouden brengen voor het jaarlijkse groot onderhoud, veranderden we ons plan grondig. Ik zou Ada's fiets dinsdag al naar de fietsenmaker brengen. Daar ik die ochtend het een en ander had gepland voor mijn werk, was het het handigste, als de fiets al een eind die kant op was.
Zodoende wandelde ik op het heetst van de dag naar Ada's werk, waar ik de fiets in de stalling zette.
Dat wandelen was nog wel te doen. Het hardlopen terug was een heel ander verhaal. Ik liep via het bos van Ter Wadding en door het Stevenspark, waar ik zoveel mogelijk schaduw pakte.
Ondanks dat ik mij aanpaste aan de temperatuur en uiteraard niet voluit ging, liep het zweet thuis gekomen in straaltjes van mijn hoofd. Zweten is een probaat middel van het lichaam om zichzelf te koelen. En dat was kennelijk nodig na deze 4 kilometer lange tropenloop.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten