Vanmorgen deed ik voor het ontbijt de laatste duurloop voor de Leiden Marathon.
Ik liep naar zwembad "Het Wedde" op en neer, een afstand van heen en terug ruim 4 kilometer. Een afstand van 10% van de marathon. Je bouwt er geen conditie mee op, maar houdt de spieren er wel soepel mee.
Nu moet men niet de vergissing maken om te denken, dat de zwembadloop hetzelfde is als de zwembadpas.
Het zijn twee verschillende bewegingsvormen.
Nu werd ik vanmorgen wakker na een bijzondere droom. Ik stapte een kleedkamer binnen in de Leidse IJshal tegelijk met Aad van Tol.
"Maar jij bent toch dood?", zei ik, en toen werd ik wakker. Klaar wakker zelfs.
Ik zal de gezelligheid van mijn trainingsmaat naast wie ik het afgelopen seizoen vaak in kleedkamer 2 zat, missen. Rust zacht, Aad.
Na de zwembadloop douchte ik me, waarna ik samen met mijn vrouw ontbeet. Zij ging naar de volkstuin toe, verheugd over de 7 millimeter regen, die gisterenavond was gevallen. Dat was meer dan welkom.
Ik ging naar het centrum van de Sleutelstad, waar ik in een zevental winkels wat boodschappen haalde.
Onderweg kwam ik nog langs het bouwterrein van Zwembad en IJshal "De Vliet", waarbij ik vandaag op een plek kon komen, wat gisteren afgesloten was.
Na thuis gegeten te hebben, fietste ik naar de volkstuin, waar ik met Ada's vader nog wat takken knipte, terwijl mijn vrouw planten pootte.
Tijdens de thee zagen we, dat er een kikker in de vijver zat. De regenbui was goed voor de tuin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten